In 2020 hebben de overheid en de land- en tuinbouwsectoren het ‘Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030’ vastgesteld. Dit uitvoeringsprogramma streeft naar weerbare teeltsystemen die nagenoeg zonder emissies en residuen werken.
Vanaf 2030 moet dit er toe leiden dat de sectoren en de natuur met elkaar verbonden zijn. Het praktijkprogramma ‘Weerbaarheid in de Praktijk’ helpt telers in alle land- en tuinbouwsectoren met praktijkgerichte oplossingen op weg naar het streefdoel voor 2030. Zo wordt de bodem- en waterkwaliteit verbeterd en ontstaan er weerbaardere teeltsystemen.
Maatschappelijke eisen en praktische voorbeelden
Het programma vormt de schakel tussen maatschappelijke eisen en praktische mogelijkheden van ondernemers. Daarnaast moet er een belangrijke impuls gegeven zijn aan het behalen van de doelen zoals vastgesteld in het ‘Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030’. Het richt zich voornamelijk op het faciliteren en begeleiden van telers in de transitie naar weerbaar telen.
Praktijkprogramma ‘Weerbaarheid in de Praktijk’
Het programma bestaat uit 12 verschillende sectorale en regionale pilots die van 2022 tot 2025 lopen. De telers en de vraagstukken en uitdagingen uit de praktijk staan centraal. Praktijkexperimenten moeten leiden tot teeltsystemen die weerbaarder zijn. Daarbij is gekeken of het gebruik van chemische middelen (verder) beperkt kan zijn. Ook zijn er bijeenkomsten georganiseerd om nieuwe kennis op te doen en bestaande kennis uit te wisselen. De focus van het programma ligt hierbij op haalbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid van de nieuwe manier van telen. Het praktijkprogramma biedt daarmee belangrijke bouwstenen voor weerbare teeltsystemen die nagenoeg emissieloos telen.
Bron: LTO Nederland