Loonwerken WKS uit Westerlo rooide op 13 augustus de eerste voederbieten van het seizoen. WKS was hiermee bij de eersten in België. Akkerbouwkrant ging op zoek naar het verhaal achter deze vroege start van het rooiseizoen.
Willem Keppens werkte als landbouwkundige in een suikerfabriek en als verkoper bij een producent van bietenzaad. Het is dus niet vreemd dat hij bij zijn start als zelfstandig loonwerker – onder de naam WKS – ook zijn heil zocht in de bieten. Het motto daarbij is ‘zorgeloos bieten telen’.
Bieten passen in gewasdiversificatie
Keppens vertelt dat hij in 2015 wilde starten als loonwerker: “Samen met mijn zonen overliep ik de verschillende mogelijkheden en na een bezoek aan een beurs stelde mijn jongste zoon voor om bieten te gaan rooien. Het was net toen dat de verplichting om een derde teelt te zetten in het kader van gewasdiversificatie ingevoerd werd. Luzerne en graan gaan niet altijd even goed en voederbieten passen heel goed in het rantsoen van melkvee. Daarom hebben we ons daar dan op toegelegd. Het begon kleinschalig en het eerste jaar rooiden we zo’n veertig hectare.” Het uitgangspunt van Keppens en zijn zonen was dat iedere landbouwer die bieten wil telen dit ook moet kunnen. Er kan beroep gedaan worden op WKS enkel om te rooien of zaaien, maar ook voor de totale opvolging en uitvoering van de teelt. Ondertussen wordt er zo’n driehonderd hectare op jaarbasis afgewerkt, inclusief reinigen, snijden en transport.
Rijkere melk
De teelt van voederbieten kent de laatste jaren een stevige groei, niet allen in België maar ook in Nederland. Keppens: “De veetelers geven aan dat ze rijkere melk verkrijgen door het voederen van bieten. Het vetgehalte gaat omhoog en de voederopname stijgt. Koeien zijn er zot van. Ondertussen zijn er landbouwers die zes of zeven hectare voederbieten hebben staan. Dat deze teelt aan een opmars bezig is, zie je bijvoorbeeld ook aan het feit dat Hooibeekhoeve terug gestart is met onderzoek naar voederbieten. Toch is het een voordeel dat je in deze teelt als loonwerker nog wel de expert kan zijn terwijl je je in mais veel moeilijker nog kunt onderscheiden, net omdat bijna iedereen het teelt.”
Maandelijkse ronde bij de klanten
De datum 13 augustus lijkt extreem vroeg om te starten met rooien maar Keppens weerlegt dit: “Voor ons is dit eigenlijk niet extreem vroeg. We beginnen ieder jaar wel ergens in augustus omdat we een ronde maken bij onze verschillende klanten. Die willen vroeg rooien om te kunnen bijvoederen omdat ze merken dat het vetgehalte van de melk daardoor toeneemt. Iedere drie of vier weken doen we een ronde bij diezelfde klanten. Er worden dan meestal één of twee karren gerooid. Meer dan dat is niet aangewezen omdat de bieten nu nog te veel groeien. Bovendien bewaren ze door hun dunne schil nog niet goed genoeg.” De bieten gaan van het veld rechtstreeks naar de landbouwers zodat die een paar weken verder kunnen. De bieten worden volgens Keppens bij de landbouwers best gewoon op een hoop bewaard en ze mogen zeker niet worden afgedekt bij dit warmere weer.
Bieten mooi uit de grond gehaald
Het perceel lag er nog nat bij maar het rooien ging eigenlijk heel goed. “De bieten zelf kwamen heel mooi uit de grond”, aldus Keppens. “Dat is natuurlijk een groot voordeel van onze enkelfasige Vervaet 617-rooier waarbij alles in één keer gerooid wordt. Het rendement was voor deze tijd van het jaar op zich wel goed. We schatten dat we nu aan een rendement van zestig ton per hectare kwamen. Normaal variëren voederbieten tussen de tachtig en honderdtwintig ton per hectare. Maar net daarom rooien we maar een beetje per klant zodat de bieten nog verder kunnen groeien. Het rooien gaat op droge percelen door tot begin januari. Bieten in het veld laten staan bij niet te extreme vorst, is immers de beste methode van bewaren.”
Rialto-bieten
De bieten die nu gerooid werden, zijn van het ras Rialto. Dit is veruit het meest geteelde ras in België en Nederland. Rialto wordt gepromoot als het ras met het hoogste niveau van rhizoctonia-tolerantie. Daarnaast staat het ras bekend om zijn hoge opbrengst en goede bewaarbaarheid. Door de gladde vorm, heeft de biet ook een lage tarra.
Tekst: Seppe Deckx
Beeld: WKS