De rooi demonstratie met de Dewulf Enduro van vrijdag 5 november jongstleden bracht veel nieuwsgierige aardappeltelers en dealers op de been. Vanuit heel Noord Nederland en Flevoland trokken zij naar het Orvelter veld om de troeven van deze machine van dichtbij te bekijken. Organisator Gerry Wasse weet wel waarom. “Er is best vraag naar een 4-rijer op wielen als alternatief voor een machine op rupsen, zeker als je grotere afstanden tussen percelen moet overbruggen. De Enduro is daarbij ook een interessant alternatief voor een 2-rijer qua prijs in relatie tot capaciteitswinst”.
Dewulf gaf bij de introductie van de Enduro december 2020 aan dat zij bij het ontwerpen van de machine “goed naar de wensen van de aardappelteler heeft geluisterd”. Waaruit blijkt dat precies?
Lage achterwielen
Wouter Truin, productspecialist bij Wasse B.V. legt uit. “Dan heb je het over productvriendelijkheid, capaciteit en gebruiksgemak. De clou zit hem in de constructie van de twee bestuurbare achterassen. De vier VF banden van 75 centimeter breed op een velg van 26 inch maken het mogelijk om vier zeefmatten mooi geleidelijk oplopend boven de banden te monteren. Overal 3 meter breed, zonder vernauwingen. Dat geeft een enorme zeefcapaciteit, met minder kans op verstoppingen. De achterbanden hebben zoveel draagkracht dat ze 85 procent van het gewicht dragen maar toch nog een zeer lage bodemdruk afgeven (een bodemdruk van 1,5 kg/cm2 volgens opgave fabrikant, red)”.
Wendbaarheid
Omdat de vooras maar 15 procent van het gewicht hoeft op te vangen zijn voorbanden van 27 centimeter breed op een velg van 48 inch afdoende. Dit is vergelijkbaar met het formaat van de voorbanden op een Varitron (aslast voor 23%) maar drie centimeter smaller en 10 centimeter lager dan die van een Puma. Ten opzichte van de Puma is de Enduro dan ook 60 centimeter korter. In combinatie met de meesturende achterassen levert dat meer wendbaarheid op. Bij het doorsteken kun je – bij voldoende ruimte op de kopakker – na twaalf rijtjes opnieuw insteken. Truin ziet in het omringende teeltgebied veel gespecialiseerde aardappeltelers die de nodige afstanden tussen percelen moeten overbruggen. “Dan maakt het verschil of je 17 km/h met een rups of 34 km/h op banden kunt rijden, nog afgezien van slijtage aan het rij-werk van een rupsband”.
Zeefcapaciteit
De oppervlakte van de vier zeefmatten samen omspant zo’n 30m2. Dat is met recht een surplus aan zeefcapaciteit te noemen. Onder reguliere omstandigheden hoeven de matten en kloppers minder zwaar belast te worden, wat de levensduur verlengt. Daarmee doet de Enduro zijn naam eer aan. Door de geleidelijke oploop zijn de matten ook vriendelijk voor het product. Er is een loofrol onder de tweede en een loofrol onder de derde zeefmat gemonteerd die beide zijn voorzien van een haken- of spijlenloofgeleidingsrek.
Reinigingsmodule
De reinigingsmodule bestaat uit een egelband en een axiaalrollenset die in lijn met elkaar kunnen worden ingeschakeld voor als er extra reiniging gevraagd wordt. “Bijvoorbeeld plekken met tuintjesgras of muur, wat hier nog wel eens voorkomt” aldus Truin. De axiaalset is van 0 (voor maximale werking) tot 12 graden (voor minimale werking) te hellen, maar is ook te omzeilen met een omleidingsbandje die dan over de afstortruimte naar de axiaalset schuift en die de aardappelen na de egelband meteen naar de “Fill-tastic” ring elevator transporteert. Het reinigingssysteem vertoont veel gelijkenis met de ‘’Varioweb” module op de Puma.
Ring-elevator
De ringband elevator heeft een maximale capaciteit van 200 ton per uur. Ook hier overcapaciteit waardoor de band rustig kan ronddraaien. De ringelevator is uitgerust met ‘bigbags’ waardoor een ‘tassenband’ ontstaat. De zakjes strekken onderin de elevator plat uit zodat ze gevuld kunnen worden. Bij het omhoogklimmen komen de randen van het compartiment omhoog en worden de aardappelen als in een ‘tasje’ naar boven getransporteerd. Bovenaan richting horizontaal strekken ze weer uit en geven het vrachtje af aan de bunker aanvoerband. Een sensor regelt de benodigde afvoersnelheid op basis van aanvoerhoeveelheid.
Bunker
De bunker beslaat 15m2, goed voor 10 ton aardappels. Dat is de grootste in zijn soort. Hoewel een teler nuchter opmerkte “dat een bunker altijd te klein is”. De bunkerafvoer loopt eerst omhoog naar de afvoerband, wat een snelle en gelijkmatige uitstroom uit de bunker bevordert. De afvoer elevator is uitgerust met een spijlenmat waardoor nog extra zeefreiniging ontstaat. De afvoerband overspant vier rijen en kan daarna een kipwagen goed vullen. De afvoerband heeft drie scharnierpunten en de afvoertip kan daardoor in de kipper geknikt worden.
N-Joystick
Nieuw is ook het design van bedieningshandel in de cabine waarop de hele handpalm rust zodat met de duim de belangrijkste controls bediend worden. De touchscreen control unit is nieuw vormgegeven maar de bediening is herkenbaar vanuit andere Dewulf oogstmachines.
Klei machine
Bart van Engelen van Bart Agro Mechanisatie vergezelt een klant op deze demo. Hij verwacht veel belangstelling in Flevoland voor de Enduro, vanwege de prestaties op het gebied van wendbaarheid, rooikwaliteit en capaciteit. Daarmee is de machine voor zowel de consumptieteelt als ook voor de pootgoedtelers interessant. Hij voorziet een verschuiving in de markt waarbij de inzet van zelfrijdende 2-rijers verschuift naar de aanschaf van 4-rijers, die ook op banden zijn gemonteerd. De VF bandentechniek benadert de soil compaction van rupsen maar vergt minder onderhoud.
Afnemende meerprijs voor capaciteit
Ook Truin ziet een ontwikkeling van zelfrijdende 2-rijers naar de aanschaf van een 4-rijer. Voor een meerprijs van globaal 50 procent verdubbelt de verwerkingscapaciteit bij de overstap naar een vierrijer. Zo kun je meer hectares per persoon maken. Zeker een belangrijk punt van afweging bij schaarste aan personeel.
Tekst en beeld: Jan Geert Vedelaar