Het seizoen kwam vanwege ongunstige omstandigheden laat op gang, zowel bij de poot- als de consumptieaardappelen. Direct verschenen er verontrustende berichten in de media over deze late start en de toename van het aardappelareaal in België, maar bij de akkerbouwers zelf is het algehele gevoel over het voorjaar van 2016 behoorlijk positief. Akkerbouwer Cor Biemond: “De draagkracht van de grond was op sommige percelen wel echt een uitdaging.”
Afgelopen weken maken veel goed
Biemond had uiteraard ook te maken met een trage start van het pootseizoen: “Natuurlijk was dat rot. Laat beginnen en natte omstandigheden zijn niet ideaal. Maar door de weersbetering van de afgelopen weken, met scherp drogend weer, is van die achterstand heel veel goed gemaakt.” Toch blijft het oppassen, zo ondervond Biemond: “De bovengrond droogde keihard op, maar de ondergrond bleef nat. Hiervoor heb ik veel extra zorg en tijd besteed aan bijvoorbeeld het werken met een lage druk in de banden.”
Smalle banden zorgen helaas voor een diepe insporing en structuurbederf, terwijl op grond met een goede structuur een snellere afwatering plaats vindt. Mede hierom reed hij dit voorjaar met een aangepaste pootmachine: “Geen standaard 12.4 banden onder de trekker van de pootmachine, maar 13.6. En 90 centimeter onder de trekkers voor het frezen met nieuwe voorbanden op 0,4 bar. Dat zijn dan uiteraard wel Xeobib banden, want die kunnen de lage druk wel hebben. Een extra investering, maar die banden koop je niet voor een jaar. En ik vind het ook een nuttige investering, want de bodem is voor mij één van de belangrijkste dingen. Daar zijn we dus extra zuinig op.”
Kiemkracht
Het bekende gezegde ‘elk nadeel, heeft zijn voordeel’ gaat volgens Biemond ook hier weer op: “De bodemtemperatuur is nu natuurlijk iets hoger dan wanneer je begin april poot. Dus als je een beetje redelijk goede grond rond de knol legt, dan zie je dat het met hoge (avond)temperaturen snel gaat kiemen.”
Bodem zoveel mogelijk ontzien
Biemond is momenteel nog bezig om gips over het land te strooien. Ook dat weer met als doel: voorkomen van structuurbederf, nu en tijdens het rooien: “De grondstructuur valt niet tegen gelukkig, dus ik denk wel dat die maatregelen geholpen hebben. We strooien vijf ton gips per hectare. Allemaal met licht materiaal: trekkers van tachtig pk en strooiers van vier ton. Daarna frezen we het gips door de bovenkant van de rug voor een betere bewerkbaarheid, meer zekerheid, minder aanhangende grond tijdens de oogst en het heeft ook nog eens een positief effect op het verminderen van slemp. Op die manier proberen we er alles aan te doen om te bodem zoveel mogelijk te ontzien en de structuur te verbeteren.”
Zorgen heeft Biemond zich niet gemaakt dit voorjaar, want dat heb je toch niet in de hand: “De natuur kan snel schakelen, dus daar maak ik mij geen zorgen over.”
Van den Borne aardappelen: “Geduld en timing doorslaggevend”
Akkerbouwbedrijf Gebroeders Van den Borne in Reusel heeft een flink areaal consumptieaardappelen in zijn bouwplan. Ook die zijn inmiddels allemaal gepoot. Van den Borne onderstreept de visie van Biemond: “We hebben natuurlijk wel een week vertraging opgelopen en die week krijgen we niet meer terug, maar het groeiproces gaat nu bepalend zijn. Hopelijk zorgt deze trage start van het seizoen uiteindelijk voor een betere prijs.”
Ook bij Van den Borne aardappelen was structuurbehoud van de gronden een belangrijk element in het pootproces dit voorjaar: “Het was vooral zaak om het juiste moment te kiezen om het land op te gaan. Telers die onder matige omstandigheden zijn gaan poten, hebben te maken met structuurbederf. Gelukkig hebben wij op vrijwel alle percelen onder goede omstandigheden kunnen werken en liggen de pootgoedvelden er goed bij. Maar het was dit jaar wel echt een kwestie van geduld en een juiste timing. En daarin komt het er echt op aan om elk detail mee te nemen in je overweging. Uiteindelijk zijn we daar dit jaar prima in geslaagd. Alles zit er nu in. Nu is het afwachten wat de zomer gaat doen”, aldus Jacob van den Borne.