Familie Van Renselaar uit Lelystad constateerde in 2020 dat de opbrengsten van hun akkerbouwbedrijf aan het teruglopen waren, terwijl het steeds meer energie kostte om de grond te bewerken en gewassen te laten groeien. Het roer moest om. Omdat omliggende akkerbouwbedrijven profijt hadden bij diepploegen, besloten ze om dit ook te doen en wel ruim één meter diep. “Diepploegen en draineren kost veel en wij moeten zelfs deels ons machinepark vervangen als gevolg van het diepploegen, maar wij zijn heel blij dat we ervoor gekozen hebben.”
“Diepploegen en draineren kost veel en wij moeten zelfs deels ons machinepark vervangen als gevolg van het diepploegen, maar wij zijn heel blij dat we ervoor gekozen hebben.”
Maatschap Van Renselaar
Zus Gea en broer Martin van Renselaar zitten in maatschap met hun ouders Henk en Ineke van Renselaar. De grond bij familie Van Renselaar bestaat uit middelzware zeeklei die 40 – 45 procent afslibbaar is. Geploegd werd er alleen in het najaar en het aardappelland werd alleen losgetrokken, zodat de eventuele knollen die er nog lagen goed konden bevriezen. Gaandeweg de jaren werden de tractoren, werktuigen en (oogst)machines bij familie Van Renselaar natuurlijk steeds groter. Evenals de tractoren en oogstmachines waar de loonwerker mee het land op ging. “In die tijd is er minder moeilijk over zwaar materieel gedaan. Er was minder aandacht voor de bodem en de impact van machines daarop”, aldus Martin van Renselaar.
Structuurverbetering
In 2011 begon vader Henk met de teelt van winterpeen. Vanaf 2016 ging het telen van peen echter al moeilijker en in 2019 is er helemaal gestopt met deze teelt, omdat het in het voorjaar niet lukte om de grond klaar te maken voor de peenteelt. De familie Van Renselaar had al maatregelen genomen om te zorgen voor een betere structuur in het voorjaar. In 2010 werd de ploeg verkocht en in de tien jaar daarna werd er alleen roterend gespit. Verder werd gehakseld stro toegepast, veel organische mest op het land gebracht en met compost en groenbemesters gewerkt.
Doel van het spitten was vooral om zo veel mogelijk organisch materiaal in de bouwvoor te houden. Gea van Renselaar: “Maar het hielp allemaal weinig. Het organische stof gehalte steeg wel, maar niet snel genoeg.” Ondertussen zag de familie om zich heen collega-akkerbouwers steeds meer diepploegen. “Een aantal jaren hebben wij vrij sceptisch tegenover diepploegen gestaan”, vertelt haar broer. “Om nou je hele bouwvoor op de kop te zetten. En het kost natuurlijk heel veel, destijds was dat al zo’n 2.500 euro per hectare, waarbij je daarna ook je bouwplan nog tijdelijk moet aanpassen.”
In 2019 ging de knop om
2018 was voor de familie Van Renselaar een jaar dat financieel goed uitpakte, maar met bedroevend slechte technische resultaten. “Gewoonweg hele slechte opbrengsten met gemiddeld 35 ton uien van een hectare en slechts 40 ton aardappelen”, aldus Martin van Renselaar. “In 2019 ging de knop om dat er echt wat moest gaan gebeuren.” De familie besloot zich toch te gaan oriënteren op de mogelijkheden van diepploegen.
Eerst werd er nog in 2020 met een frontfrees in combinatie met een kopeg met veel moeite het uienland in het voorjaar klaargelegd. Er moest zo’n vijf keer beregend zijn om het zaad überhaupt te laten ontkiemen. “De dertig hectare aardappelen kregen we amper de grond in. Het had weinig gevroren die winter, waardoor de grond niet mooi kruimelig was geworden. En de coronacrisis zorgde ervoor dat de frietmarkt (van de aardappels die op dat moment in de schuur lagen, red.) instortte. De situatie was dat voorjaar dermate dat Gea en ik ons realiseerden dat we op deze manier niet verder wilden gaan.”
Diepploegen door Van Werven
Op 25 juni 2020 begon Loonbedrijf Van Werven uit Oldebroek, die gespecialiseerd is in dit soort werkzaamheden, met het diepploegen op zo’n 100 tot 115 centimeter diepte bij familie Van Renselaar. Diepploegen wordt alleen uitgevoerd als het lang genoeg droog is, anders wordt er absoluut niet aan begonnen. Als het te nat is, kan het diepploegen ervoor zorgen dat de bodem juist nog meer verdicht. Het diepploegen van de 115 hectare werd in vier jaar uitgevoerd. Van Werven voerde het uit met twee tractoren. “Dat is nodig om tijdens het ploegen genoeg snelheid te krijgen. Anders valt de geploegde grond te snel van het rister af. De grond die op één meter diepte zit, moet echt helemaal naar boven worden geploegd.”
Diepploegen is snel terugverdient
Op basis van ervaringen uit de regio en kennis van specialisten maakte familie Van Renselaar de keuze gemaakt om het eerste jaar na het diepploegen geen zaaiuien te telen. Martin: “Die wortelen dan namelijk niet goed, omdat de grond te los/rul is. Andere reden is omdat je hier op deze voormalige zeebodem als je diepploegt ook iets zilte grond mee naar boven ploegt en daar kunnen uien slecht tegen.” Dus teelde familie Van Renselaar op de eenvierde die gediepploegd was het eerste jaar (2020) tweederde suikerbieten en eenderde zomergraan. Die eerste lichting suikerbieten groeiden volgens broer en zus voorbeeldig. “Als uit een schoolboekje. Perfecte, gave suikerbieten. En de opbrengst was ook goed met meer dan honderd ton per ha. ”Op een perceel dat in 2020 gediepploegd is, zijn in 2023 twintig hectare aardappelen gepoot. Daarbij ging de familie van een één-op-vier bouwplan naar één-op-zes.
“Wij teelden al één-op-zes bij de zaaiuien en het valt niet mee om dat te combineren met één-op-vier bij de aardappels. Ook wilden we graag wat extensiveren om de grond niet uit te putten, dus was de keuze snel gemaakt.” De aardappeloogst van vorig jaar leverde netto 57 ton per ha op en dat terwijl zo’n tien procent verloren was gegaan door de phytophthora.
Verwachting dit jaar
Dit jaar is de verwachting netto zo’n zestig ton/ha. De suikerbietenopbrengst was dit jaar 109 ton per hectare. “Wel valt het suikerpercentage tegen met vijftien procent, terwijl dit vroeger ook weleens zeventien procent was. Dat het suikerpercentage lager is, kan ook komen door de rassenkeuze, vroeg rooien en de soort bemesting die je toepast”, constateert Gea van Renselaar. De kosten van het diepploegen inclusief draineren van 2500 euro per hectare zijn snel terugverdiend volgens haar. “Wij gingen uit van zo’n zes jaar terugverdientijd, maar ik schat dat het drie jaar wordt. Met de oogst van 2022 kregen wij voor de uien dik vijftig cent per kilo en als je dan bijna zeventig ton van een hectare haalt, dan gaat het snel.”
Deel werktuigenpark aanpassen
Wat familie Van Renselaar niet helemaal aan had zien komen, is dat achteraf bezien toch nog een flink deel van het werktuig- en (oogst) machinepark aangepast moest worden aan de nieuwe bodemgesteldheid. De spitmachine en de frontfrees hebben het bedrijf inmiddels verlaten. In plaats daarvan is er nu bovenover geploegd met de Ovlac eco-ploeg van de firma Koeckhoven. Ook heeft de familie net een splinternieuwe HE-VA 630 Tip-Roller binnen gekregen die ze gebruiken om de grond in het voorjaar aan te drukken voor een betere aansluiting in de bodem. Hij staat op het erf te blinken. “Ook weer een van de nieuwe werktuigen die aangeschaft zijn in het kader van het nieuwe machinepark dat nodig is na het diepploegen”, vertelt Martin van Renselaar.
Een ander werktuig dat in het kader van een nieuw noodzakelijk machinepark gekocht is, is de Italiaanse Moreni mod. 3000 kopeg die het mogelijk maakt om in het voorjaar groenbemesters klein te maken. Als wij naar achteren lopen om de grondverbeteringen met eigen ogen te aanschouwen, is vader Henk net bezig om met een John Deere 6145R wintergerst in te zaaien. Voorop zit een Pneutec-Drill pneumatische fronttankzaaimachine en achterop een Vegniek CombiMaster 300 woelpoot/ bodembeluchter in combi met een vastetandcultivator en daarachter nog een Kverneland DF1 zaaimachine. “Het mag duidelijk zijn, wij doen tegenwoordig alles het liefst zo veel mogelijk in één werkgang”, besluit Martin van Renselaar.
Tekst en beeld: Dick van Doorn
Ontvang de Akkerbouwkrant gratis thuis op de mat
Dit, en vele andere verhalen recht uit het veld, lees je in de Akkerbouwkrant. Wil je ook de mooiste artikelen en reportages thuis op de mat?
De Akkerbouwkrant verschijnt zes keer per jaar met elke uitgave een verdiepend thema. De Akkerbouwkrant is semi-redactioneel en brengt positieve artikelen uit de markt. Met diverse reportages en praktijkervaringen komt de akkerbouwer aan het woord.
Klik hiernaast of ga naar akkerbouwbedrijf.nl/abonneren voor alle mogelijkheden.