Vanaf medio deze week mag er weer drijfmest worden uitgereden op het bouwland. Een moment waar bij akkerbouw- en loonbedrijf Van der Woerd in het Gelderse Zoelen de hele winter naar uitgekeken wordt: “De maand januari – en eigenlijk december ook wel een beetje – is een rustige maand, waarin enkel wat onderhoud plaatsvindt. Het is niet zo dat ik aan het aftellen ben, maar het is wel fijn als je op 1 februari weer lekker het land op mag.”
Hoge gronden en graszaad
Het bedrijf in de Betuwe levert allerlei soorten mest. Op dit moment wordt er ook al bij enkele collega’s akkerbouwers mest uitgestrooid: “Akkerbouwers die op hoge gronden telen en nog moeten ploegen willen ook graag zo snel mogelijk bemesten, dus daar zijn we nu ook bezig met uitrijden. Bij enkele andere akkerbouwbedrijven zijn we wat percelen graszaad aan het bemesten. Daar doen we gewoon varkensmest op om ervoor te zorgen dat het gras aan de gang gaat en gaat groeien. Dat is grasland wat onder akkerland valt, dus daar mag nu ook al meststof bij. Maar de meeste vraag voor vroeg in het seizoen mest uitrijden is er voor rundveemest met een hoge organische stofgehalte, zodat de stikstof wat langzamer vrijkomt”, aldus Van der Woerd.
Plakkerige bovenlaag
Onder de rook van Tiel verbouwd Van der Woerd zelf ook diverse akkerbouwgewassen. De mestmachines zullen binnenkort ook over zijn eigen percelen rijden: “Volgende week ga ik op mijn eigen land ook de eerste stukken bemesten, mits het weer meewerkt uiteraard.” Er wordt weer wat vorst voorspeld, dus dan zou het zomaar kunnen dat de bemestingswerkzaamheden een week stil komt te staan. Al is Van der Woerd daar niet heel bang voor: op de meeste plaatsen kunnen de bemestingsmachines gewoon heel land op. “De grond is over het algemeen redelijk droog. Nu is die bovenop wat plakkerig door de vorst. De kleigrond is mooi bevroren en rul waardoor die mooi plakkerig is, maar het is niet zo dat je gelijk helemaal de structuur aantast omdat de grond van onderen mooi droog is.”
“Keuze voor mestsoort heel wisselend”
De trend van kunstmest naar het gebruik van dierlijke mest in het voorjaar zet zich ook dit jaar weer voort, maar volgens Van der Woerd wel minder heftig dan afgelopen jaar: “Omdat de kunstmestprijzen erg laag zijn stagneert die ontwikkeling enigszins. Ook horen we van sommige akkerbouwers dat ze van mening zijn dat er met kunstmest iets beter gestuurd kan worden. De afwegingen zijn heel wisselend. Je ziet eigenlijk de laatste jaren wel steeds meer dat ze wat stikstofrijkere mest op de tarwe rijden, dan blijft er meer ruimte om in de zomer wat meer mest te rijden met een hoger organisch stofgehalte. Daar wordt wel echt een duidelijke keuze gemaakt, dat ze stikstofrijkere mest in het voorjaar op het gewas rijden om ervoor te zorgen dat de planten direct krijgen wat ze nodig hebben. En dan in de zomer aanvullen met rundveemest of vaste mestsoorten.”