Zwavel speelt een sleutelrol in de efficiëntie van de stikstofopname (N-opname) in gewassen. Door slim te bemesten verhoogt u het rendement, kwaliteit en opbrengst van het gewas. Ook hier is de juiste maatvoering cruciaal.
Hoe nemen planten zwavel op
Planten nemen zwavel voornamelijk op in de vorm van sulfaat, via de wortels. Zwavel in elementaire vorm kan niet rechtstreeks door gewassen worden opgenomen. Elementaire zwaveldeeltjes moeten eerst bij de juiste temperaturen in de bodem zijn omgezet in sulfaat. Als gewassen niet voldoende zwavel krijgen, ontstaan er bijvoorbeeld bij granen lichte plekken op de jonge bladeren. De reden hiervan is, dat gewassen slechts weinig zwavel kunnen opslaan. Een continue zwaveltoevoer is daarom essentieel.
In gewassen speelt zwavel een grote rol bij het vastleggen van stikstof. Planten nemen stikstof voornamelijk op als nitraatstikstof. In de plant is nitraat gereduceerd met behulp van de enzymen nitraat- en nitrietreductase. Bij zwaveltekorten in gewassen is onvoldoende van het zwavelhoudende enzym nitraatreductase gevormd, wat leidt tot nitraatophopingen. Het resultaat hiervan is een inefficiënte N-opname in het gewas.
Vraaggericht bemesten met zwavel
Totdat het graan begint te schieten, moet zwavel in wateroplosbare sulfaatvorm aan de bemesting zijn toegevoegd. Wel is de juiste hoeveelheid zwavel belangrijk. Sommige akkerbouwers hanteren als motto “hoe meer, hoe beter”, en richten zich minder op de biologische behoefte. Te veel zwavel kost echter niet alleen onnodig geld, maar het beïnvloedt ook de pH van de bodem. Dat moet dan weer met kalk worden gecompenseerd.
Zwavel in organische bemesting
Organische meststoffen, zoals rundveedrijfmest, bevatten uiteraard ook zwavel. Het grootste deel van de aanwezige zwavel is echter organisch gebonden en moet eerst worden gemineraliseerd voordat de plant het als sulfaat kan opnemen. Deze mineralisatie vereist een geschikte bodemtemperatuur en bodemvochtigheid. Vooral aan het begin van het groeiseizoen is de zwavel in de organische meststof niet beschikbaar voor het gewas, dat maakt minerale bemesting met direct beschikbare zwavel in sulfaatvorm essentieel.
Grote hoeveelheden zwavel beter verdelen
Doorgaans volstaat voor granen een zwavelhoeveelheid van 50 kg/ha. Als zeer lage Smin-waarden leiden tot een verhoogde bemestingsbehoefte, heeft het weinig zin om de volledige hoeveelheid in één keer toe te dienen. Enerzijds spoelen zowel sulfaat als nitraat uit de bodem, en anderzijds slaan gewassen de zwavel niet op, zoals hierboven werd beschreven. Daarom is het raadzaam om de vereiste hoeveelheid zwavel samen met stikstof in meerdere doses toe te dienen. Vooral een late zwaveltoediening heeft een positief effect op de eiwitkwaliteit van tarwe. Deze praktijk heeft zich al bewezen in andere landen. In Denemarken worden bijvoorbeeld tijdens de hele vegetatiefase al voornamelijk zwavelhoudende stikstofmeststoffen gebruikt.
Conclusie
Zwavel is essentieel voor een hoog stikstofrendement, een hoge opbrengst en een hoge kwaliteit in de graanteelt. Voorzie graan daarom elk voorjaar van voldoende zwavel. Voor de bemesting geldt niet “hoe meer, hoe beter”, maar om de juiste maatvoering. Let bij het kopen van meststoffen op de juiste verhouding tussen stikstof en zwavel. Meststoffen met een stikstof-zwavelverhouding van 4:3 blijken veelal de behoefte het beste te dekken.