Bij akkerbouwer Paul Cryns uit Swifterbant is dit voorjaar een organische mestproef met bewerkte (gehygiëneerde) mestkorrels uitgezet. Het initiatief van ‘Van Tafel naar Kavel’, Komeco en Fertilab moet aantonen dat deze mestkorrels een positieve werking hebben op de bodemstructuur. “Als dit werkt, zal het zich als een olievlek door Nederland verspreiden”, aldus Arie van de Wijgert van Komeco B.V.
Organische stofgehalte verhogen
Normaal gesproken worden deze mestkorrels door Komeco voornamelijk voor exportdoeleinden geproduceerd. Arie van de Wijgert (commercieel directeur van Komeco): “Deze korrel is exact hetzelfde als we voor de export gebruiken. Ze worden alleen in Nederland nauwelijks toegepast. We hebben hier immers een mestoverschot, dus de meeste akkerbouwers werken met onbewerkte mest.“
Voordelen bewerkte korrels
De korrel die wordt gebruikt bij de proef op de percelen van Cryns zijn bewerkt. “Concreet houdt dat in dat het is gehygiëniseerd, vrij van onkruiden en ziektekiemen, zodat het ook gebruikt kan worden als er gewascontact is”, zo licht Van de Wijgert toe. “Daarnaast is het ammoniumgehalte veel beter en komt het gelijkmatiger vrij. Tijdens het composteren wordt organisch materiaal (koolstof) door bacterien en schimmels omgezet tot een stabiel eindproduct. Een proces waarvoor minerale en makkelijk verteerbare stikstof gebruikt wordt en omgezet wordt in stabielere en gebonden stikstof. Het voordeel van de gecomposteerde mest is dat je veel meer effectieve organische stof geeft per ton dan in geval van het verse product. Je bereikt met veel minder volume een zelfde effect als wanneer er compost wordt gebruikt. Omdat het met de kunstmeststrooier gestrooid kan worden is er geen zware mechanisatie nodig om het uit te rijden en kan het ook in de teelt worden toegepast.
“We hopen iets te kunnen doen aan de slempgevoeligheid en het organische stofgehalte”
Cryns besloot aan de proef mee te doen vanwege de slempgevoelige gronden waarop hij boert. “Dit is vrij kwetsbare grond, rond de 1,8 procent organische stof. De grond hier tegen de dijk is redelijk slempgevoelig, dus het heeft allemaal wat beperkingen. We hebben daarom besloten aan deze proef mee te werken in de hoop iets te kunnen doen aan de slempgevoeligheid en het organische stofgehalte omhoog te krijgen.”
Weerbaarheid
De hoofdteelten van de Flevolandse akkerbouwer zijn pootaardappelen, uien, wintertarwe, wortelen en suikerbieten. Het product dat nu op zijn akkers is gestrooid geeft niet direct effect. Dit komt doordat de stikstof die de korrel bevat door mineralisatie vrij moet komen: en dat duurt gewoon even. “Op de langere termijn hoop ik dat de kavel minder kwetsbaar wordt, zodat er bij weerscalamiteiten een gezonde buffer ontstaat. Ons doel is dan ook om meer zekerheid in te bouwen om gewasschade te voorkomen. We hebben de afgelopen jaren meerdere keren gekilverd om plasvorming te voorkomen op de kavel en deze mestkorrels van Komeco passen daar prima bij.”
Grootschalig project
Het bijzondere aan dit project is dat de proef jaar op jaar herhaald wordt om na vijf jaar hopelijk een effect te kunnen bepalen. Dat is een behoorlijke klus voor de teler, maar alleen zo houd je het effect in het gewas echt goed. Het is niet zo dat dit een klusje is waarvan je zegt: dat gaan we even doen. We hebben het hier over 32 hectare waarop twaalf honderd kilo is gestrooid. In ons geval kun je dat niet breder strooien dan zestien meter en dan praat je over een rijsnelheid van iets meer dan drie kilometer per uur. Je moet veel product versjouwen en veel korrels strooien om iets te bereiken.”
“Bodemverbeteringen hebben een prijskaartje, maar dat is het waard”
Het is in alle opzichten dus een behoorlijke investering. “Bodemverbeteringen hebben een prijskaartje, maar dat is het waard. Het is een mooi product waar ik echt vertrouwen in heb. Niet alleen vanuit mijn eigen ervaringen van dit seizoen, maar ook de verhalen vanuit Komeco en collega’s die de korrel al langer gebruiken. Het enige verschil met die verhalen is dat mijn collega’s het gebruiken als meststof (de gehaltes, red.), maar wij doen het veel meer op basis van organische stof.”
Bodemanalyses
Onderzoeksbureau Fertilab voert twee keer per jaar de bodemanalyses op de proefkavel van Cryns uit. Fertilab-directeur Arjen Postma: “Het perceel is opgesplitst in zeven blokken. We steken elk perceel apart en kijken wat het verloop is. In de komende vijf jaar bouwen we veel data op.” Fertilab kijkt daarbij niet alleen naar het organische stofgehalte: “We kijken ook naar stikstof, fosfaat en kali. Ook de spoorelementen worden meegenomen in onze analyses.”
Traditioneel nat-chemisch laboratorium
Vanuit een nulmeting die in 2016 is gedaan en een meting die voor het huidige groeiseizoen is gedaan worden de ontwikkelingen op het veld gevolgd: “Fertilab is een lab die data genereert en geven die gegevens door naar de adviserende partijen. De parameters zijn hetzelfde in elk gewas. Het is echt een bodemverhaal. Enkel de steekdiepte varieert, maar ook daarbij wordt altijd de bouwvoordiepte aangehouden.”
Postma vervolgt: “We proberen veel data te genereren om patronen te ontdekken. Data wordt steeds belangrijker in de akkerbouw. We zijn een traditioneel nat-chemische lab en daarvan zijn er niet veel meer in Nederland. Alles wordt tegenwoordig gescand en met sensortechnieken gemeten. De betrouwbaarheid van die technologie laat vaak te wensen over. Er worden nogal wat meetfouten gemaakt.”
‘Schijnnauwkeurigheid’
Telers moeten daarvan nog wel flink overtuigd worden, want juist scan- en sensortechniek maken momenteel een flinke opmars in de branche: “Akkerbouwers kiezen daarvoor, omdat er heel veel over gepraat wordt en het relatief goedkope methoden zijn. Het hele verhaal rondom Big-data en precisielandbouw bevat veel schijnnauwkeurigheid naar mijn idee.”
Nieuwe markt
Komeco ziet dan ook grote kansen voor de Nederlandse akkerbouw: “Deze proef moet aantonen dat het gebruik van dit soort producten bijdraagt aan het behoud van de bodem. Als dat daadwerkelijk wordt aangetoond gaat zich dit in rap tempo als een olievlek door de Nederlandse akkerbouw verspreiden. We brengen deze korrels nu de hele wereld over. Dit is dus een mooie kans om ook het eigen gebied op een duurzame manier te bedienen. De fabriek van Komeco is oorspronkelijk gebouwd om nutriënten te exporteren, omdat Nederland een mineraaloverschot kent. Wat wij exporteren levert de boer de mogelijkheid op om meer dieren te houden, maar dit kan een heel nieuwe markt aanboren die om de hoek ligt.”
Kwaliteit en oogstzekerheid
Ook voor Cryns kan dit een mooie oplossing zijn om het rendement van zijn kwetsbare perceel te verhogen “Hogere opbrengsten zijn natuurlijk mooi meegenomen, maar kwalitatief betere producten en oogstzekerheid zijn voor ons de belangrijkste overwegingen geweest om in dit proefproject te stappen. Ik ben content over de groeivorderingen in alle gewassen. Al zegt dat waarschijnlijk meer over het huidige groeiseizoen, dan over het effect van deze proef. Toch durf ik nu al te zeggen dat ik echt geloof in deze methode.”
Foto rechts: v.l.n.r. Anna Zwijnenburg, akkerbouwer Paul Crijns, Albert-Jan Olijve en het team van Fertilab