Een duurzame en efficiënte teelt staat centraal bij Andreas en Francis Ryckaert uit Assenede, België. Pootgoed is hun belangrijkste teelt. Met grond in zowel België als Nederland, experimenteren ze al enkele jaren met fertigatie in de uienteelt. Samen met Jan Mol, adviseur namens Van Iperen, delen ze hun ervaringen en inzichten.
De Ryckaerts hebben een lange geschiedenis met irrigatie. Al in de jaren ‘90 experimenteerde hun vader met druppelirrigatie in een kas en op het veld. In 2017 introduceerden ze deze techniek in de teelt van miniknollen. Andreas: “We haalden wat oude slangen van zolder en gebruikten een IBC-tank op een stapel pallets om waterdruk te creëren. Bij elkaar ging het om minder dan een hectare. Het was improviseren, maar het gaf ons een idee van wat mogelijk was.” Toch bleef het rendement achter. Francis: “Dat stond niet in verhouding tot de hoeveelheid werk.”

Doorbraak
De doorbraak kwam in 2019, toen Conno van Dam van Van Iperen tijdens een bijeenkomst van Viaverda de suggestie deed om meststoffen aan het irrigatiewater toe te voegen. Francis: “Hij stelde zelfs voor om de basisbemesting achterwege te laten. Maar dat vonden we een te groot risico. Pootgoed is ons duurste materiaal, daarmee gaan we dat risico niet nemen voor een proef met een bedrijf dat we toen nog helemaal niet kenden.” Inmiddels had Van Iperen al wel de IBC-containers met meststoffen langs gebracht, maar omdat het toen ook heel druk was, werd daar geen gebruik van gemaakt. Het jaar daarop werden ze toch gebruikt.
De broers startten met een proef in de zaaiuien. Dit keer onder begeleiding van Johan Aarnoudse van Van Iperen, die hen overtuigd had om de vloeibare meststoffen toch te gebruiken. Francis: “Hij stelde voor om met twee percelen te werken, de een met fertigatie, de ander met de traditionele korrels. Hij stimuleerde ons zelfs om de optimale hoeveelheid korrels te strooien, zodat fertigatie niet bevoordeeld werd. De resultaten waren verbluffend.”
Hoge opbrengst, sterk gewas
Andreas: “We zagen meteen dat fertigatie niet alleen voor een betere opbrengst zorgde, maar ook voor veel sterkere gewassen. Terwijl onze collega’s kampten met meeldauw en wegvallend loof, stonden onze uien er vitaal bij.” Deze ervaring gaf de broers het vertrouwen om te investeren in een structurele toepassing van fertigatie. Omdat het een grote uitdaging bleek om de druppelslangen voldoende diep in de grond te krijgen, ontstond de noodzaak om naar een ander teeltsysteem over te stappen. Toen is besloten om te kiezen voor ruggenteelt.
Jan Mol: “Deze techniek biedt meerdere voordelen: betere waterafvoer bij regen, minder kans op schimmelziekten zoals fusarium en een losser bodemprofiel dat de wortelontwikkeling stimuleert.” Andreas: “We hebben veel ervaring met ruggen in de aardappelteelt. Het was een investering, maar gezien de resultaten absoluut de moeite waard.” Jan: “Ryckaert was de eerste akkerbouwer waar we de uienteelt op ruggen hebben geadviseerd.”
De aanaardfrees voor aanleg van druppelslangen in pootaardappelen werd verder uitgebouwd tot een machine die frezen en zaaien in één werkgang combineert. Een aanzienlijke investering, maar de resultaten rechtvaardigden de kosten. De broers waren de eersten die deze techniek toepasten en samen met Van Iperen ontwikkelden ze een uniek systeem met twee rijen uien per rug met daartussen de druppelslang. Het perceel waar fertigatie werd toegepast in de ruggenteelt, leverde niet alleen een uitzonderlijke kwaliteit uien op, maar ook een gigantische opbrengst: gemiddeld netto 76 ton, zelfs na indroging. Ter vergelijking: in dezelfde regio hadden veel telers dat jaar moeite om 20 ton per hectare te halen.
Uitdagingen
Hoewel fertigatie indrukwekkende resultaten oplevert, zijn er ook uitdagingen. In 2023 konden we pas heel laat zaaien en was het seizoen nat en koud, wat leidde tot een vertraagde groei en extra onkruiddruk. Bovendien had de grovere structuur van de ruggen een onverwacht nadeel: de bonenvlieg wist gemakkelijk de zaden te bereiken en richtte veel
schade aan.
Ook in 2024 kon pas laat gezaaid worden en zat niet alles mee. Francis: “Ongewild heeft een bespuiting met herbiciden zeer agressief gewerkt. Dat werkte averechts en had negatieve gevolgen voor de groei.” De hulp van Van Iperen werd ingeroepen en dankzij snel ingrijpen konden ze nog het beste uit de omstandigheden halen. Jan: “Met biostimulanten hebben we de gewassen zoveel mogelijk ondersteund. Uiteindelijk haalden we 50 ton per hectare, uien van hele goede kwaliteit. Gezien de omstandigheden was dat een prima resultaat.”
Duurzaamheid en precisie
De broers benadrukken dat fertigatie niet alleen gaat om hogere opbrengsten, maar ook om duurzame teelt. Andreas: “Je gebruikt in een droog groeiseizoen meer water dan met
de haspel, maar het waterverbruik per kilo product is veel efficiënter. Je geeft precies wat het gewas nodig heeft, zonder uitspoeling. Dat is zowel goed voor het milieu als voor je portemonnee.” Met een bassin van 2.000 m³ in België en geautomatiseerde waterbronnen in Nederland hebben ze een systeem opgezet, dat zowel effectief als milieuvriendelijk is. Op termijn willen ze het aantal hectares met fertigatie uitbreiden, hoewel de beschikbaarheid van water een uitdaging blijft in België. Francis: “Voor de installatie van het fertigatiesysteem in België hebben we, in het kader van een innovatieproject, steun gekregen van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.”
Samenwerking met Van Iperen
De begeleiding van Van Iperen speelt een cruciale rol in het succesverhaal van de Ryckaerts. Francis: “Ze bieden niet alleen hoogwaardige producten, maar ook praktisch advies waarmee we direct aan de slag kunnen. Ze steken veel tijd in de begeleiding. Als het om de expertise gaat, dat wordt door niemand geëvenaard. Het wederzijdse vertrouwen is groot.”
Lees het verhaal van Gerben van Dueren den Hollander op de website van Van Iperen.