De ontwikkelingen binnen de pootaardappelsector gaan snel en er zijn kansen voor Nederlandse telers. Maar de forse groei in verwerking tot aardappelproducten als friet en chips kan na 2020 ook leiden tot een overaanbod voor de export. De Rabobank adviseert in haar thema-update dan ook om de grenzen in groei niet te veel op te zoeken.
Friet en chips
Door de wereldwijde vraag naar friet en chips blijft de belangstelling voor Nederlands pootgoed tot 2020 onverminderd groot. De komende jaren kan de jaarlijkse afzet mogelijk groeien met 40.000 ton, stelt analist Cindy van Rijswick in de thema-update over de pootaardappelsector. Vooral in delen van Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Latijns-Amerika worden meer verwerkte aardappelen gegeten. In Noord-Amerika, West-Europa en Japan is de markt voor verwerkte aardappelproducten vrij stabiel, terwijl de vraag naar tafelaardappelen afneemt.
Kansen en bedreigingen
Voor de Nederlandse pootaardappelsector vormen die ontwikkelingen zowel kansen als bedreigingen, stelt sectormanager Arjan Ausma. De Nederlandse pootaardappel heeft een goede reputatie en de logistiek is efficiënt. Daardoor zijn de prijzen die Nederlandse pootgoedtelers uitbetaald krijgen hoog in vergelijking met omliggende landen. Het duurzame gebruik van de schaarse grond is volgens Ausma wel een flinke opgave. Precisielandbouw en het gebruik van data over de bodem en het gewas bieden handvaten om de teelt verder te verduurzamen.
Hightech
Door de toepassing van nieuwe veredelings- en vermeerderingstechnieken verandert de pootaardappelsector de komende twintig jaar in een hightech business met grotere, internationaal actieve spelers. Slechts enkele van de huidige partijen in de aardappelveredeling hebben voldoende mensen en middelen om hierin mee te gaan. “Voor de kleinere en middelgrote spelers is het van belang zich bij deze partijen aan te sluiten of samenwerking te zoeken bij elkaar of bij bedrijven waar ze technologie en kennis kunnen inhuren”, zegt Van Rijswick.
Bron: Rabobank