Struviet is een goed en duurzaam alternatief voor kunstmestfosfaat, bespaart energie in de keten en reduceert CO2-emissie. Dat blijkt uit onderzoek van CE Delft en CLM in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). De slow release eigenschap maakt dat het middel vooral goed geschikt is voor biologische teelten, de tuinbouw en sierteelt. Het sluiten van de kringloop levert zowel een energiebesparing op (32,5 GJ/ton) als een CO2-emissiereductie van 1,5 ton CO2-equivalenten per ton struviet.
In Nederland wordt op jaarbasis 3,5 miljoen ton aardappelen verwerkt. Tijdens het verwerkingsproces komt blancheerwater vrij. Uit dit blancheerwater kan struviet worden teruggewonnen. Struviet is toe te passen als vervanger van fosfaatkunstmest en kan zo bijdragen aan een verdere sluiting van de nutriëntenkringloop. Er hoeft daarmee minder fosforerts, een eindige grondstof, te worden gedolven.
Op dit moment zijn er twee aardappelverwerkende bedrijven in Nederland die struviet produceren. Het geringe aanbod wordt soms nog als nadeel ervaren. Ook is het middel nog relatief onbekend. Om de marktacceptatie te verhogen is het daarnaast belangrijk dat de werking van het middel duidelijk wordt aangetoond in een proeftuin.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland om inzicht te verkrijgen in de mogelijkheden en onmogelijkheden van struvietproductie in de aardappelverwerkende industrie. De productie van struviet uit de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Amersfoort wordt in dit onderzoek wel benoemd maar is verder niet meegenomen in de berekeningen.
Het vervangen van kunstmest door struviet is een goed voorbeeld van activiteiten op het gebied van Biobased Economy. Steeds meer organisaties zijn actief op gebied van Biobased. In totaal betrof het in 2015 947 bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Dat is een forse stijging ten opzichte van de 700 bedrijven het jaar ervoor. Hiervan is 75% te rekenen tot het MKB. Ongeveer een vierde deel van de bedrijven is bezig met biobased materialen en chemicaliën.
Over de afgelopen jaren is er sprake van een gestage groei van 2% per jaar van benutting van biomassa voor non-food toepassingen. Momenteel wordt er 12,9 miljoen ton biomassa ingezet in de Biobased Economy.
Bron: CLM Onderzoek en Advies