Volgens de Werkgeverslijn land- en tuinbouw zijn er vorig jaar meer vragen door agrarische ondernemers gesteld dan ooit. Het aantal vragen steeg volgens de Werkgeverslijn met ruim veertien procent. Intermediair en detacheringbureau UNN Personeel herkent deze trend. Volgens de agrarische personeelsorganisatie heeft dat vooral te maken met het afschaffen van de VAR, cao naleving en nieuwe wetgeving (Wet Aanpak Schijnconstructies en de Wet Werk & Zekerheid). Ook merken ze bij UNN dat steeds meer agrarische ondernemers de tijd nemen om de arbeidszaken beter te regelen.
Rob Linthorst (UNN Personeel): “Schaalvergroting zorgt dat de vraag naar arbeid stijgt. Bedrijven met veel personeel liggen onder een vergrootglas. Vooral akkerbouwbedrijven die de omschakeling hebben gemaakt van gangbaar naar biologisch krijgen ineens te maken met een toenemende arbeidsvraag en daarmee rollen ze vanzelf in de regelgeving rondom werk.”
Cao-naleving
Naast de gebruikelijke vragen over de arbeidstijdenwet, vormt volgens UNN cao naleving voor de stijging van het aantal vragen richting de Werkgeverslijn: “Een seizoenkracht heeft binnen de CAO open teelten bijvoorbeeld de eerste 6 maanden recht op het wettelijk minimumloon. Werkt de seizoenkracht langer dan 6 maanden dan heeft hij met terugwerkende kracht recht op een aanzienlijke hogere inschaling.” Correcte functie inschaling is daarom van belang.
Er is ook veel te doen rondom flex contracten, zo vertelt Linthorst. “De meeste agrarische bedrijven kunnen medewerkers maximaal 2 jaar een tijdelijk contract aanbieden. Veel bedrijven hebben dan twee keuzemogelijkheden: de arbeidsovereenkomst beëindigen of een vaste aanstelling geven. Per cao kan hier van worden afgeweken, zoals via de cao Open teelten of ABU/NBBU via de cao’s glastuinbouw, dierhouderij en landbouw exploiterende ondernemingen is dit weer niet mogelijk.“
Werkingssfeer bepalend
Veel bedrijven denken dat ze niet onder een CAO vallen, bijvoorbeeld omdat ze zelf geen personeel op de loonlijst hebben. Maar als er bijvoorbeeld akkerbouw activiteiten plaatsvinden, dan worden vallen ze op basis van werkingssfeer onder de algemeen verbind verklaarde cao Open Teelten.
Dit kan volgens Linthorst vervelende consequenties hebben zoals een naheffing van een pensioenfonds. “Het zijn regels waar je normaal gesproken geen rekening mee houdt.
Verder verbied sinds 2017 de Wet Aanpak Schijnconstructies inhoudingen onder het wettelijk minimum nettoloon. Dit is met name vervelend als werknemers die door werkgevers gehuisvest worden onvoorziene kosten veroorzaken. In het verleden konden deze bedragen veelal verrekend worden.”
Modelovereenkomst geen goede vervanging van VAR
Ook de afschaffing van de VAR roept veel vragen op, zo merkt het detacheringbureau. “Ja, ZZP’ers en opdrachtgevers verkeren in onzekerheid.” De fiscus heeft weliswaar de handhaving uitgesteld maar geeft tegelijkertijd wel aan uitwassen aan te pakken. “Het probleem is dat niemand weet wat de maatstaf van de fiscus exact is. Wat is bijvoorbeeld het risico voor een ZZP’er die zichzelf verhuurt aan akkerbouwbedrijven zonder geen eigen machines, logo of werkkleding. Hierover bestaat nog veel onzekerheid.”
Naast veel vragen uit de akkerbouw, ontvang de Werkgeverslijn land- en tuinbouw ook veel vragen uit de glastuinbouw en de dierhouderij. “Ook daar heerst veel onduidelijkheid over de nieuwe regelingen. Het wordt de zelfstandige ondernemers in de gehele landbouwsector zeker niet makkelijker gemaakt in 2017”, zo besluit Linthorst.