Het onderzoek naar de muizenplaag van 2014 – 2015 is klaar. Het toont aan dat er om de drie á vier jaar een muizenplaag kan ontstaan. Er is een Early Warning System ontwikkeld waarmee boeren vroegtijdig een muizenplaag kunnen zien aankomen. Aan de hand van de informatie uit het Early Warning System kunnen boeren vroegtijdig preventieve maatregelen nemen. Denk aan het waterpeil verhogen.
Het ecologisch onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga presenteerde het onderzoeksrapport op 18 januari in een boerderij in Koufurderrige. Gedeputeerde Johannes Kramer overhandigde het onderzoeksrapport namens de betrokken partijen over aan de boeren. Gedeputeerde Kramer: “Ik bin bliid dat dit ûndersyk der no leit. It jout in hânriking oan de boeren om op tiid maatregels te treffen. It is úteinlik de boer sels dy’t it bêste sjen kin hoe’t it der hinne leit yn it fjild en yn aksje komme moat. Ik ha goede hoop dat hjirmei in pleach lyk as foarich jier net wer sa grut wurdt.”
Early Warning System
Preventieve maatregelen worden genomen in jaren met weinig muizen en in de beginfase van de muizengroei. Via het Early Warning System krijgt een boer inzicht in de cyclus en de ontwikkeling van een mogelijk muizenplaag. Op die manier is het duidelijk voor de boeren wanneer maatregelen genomen moeten worden. Veel roofvogels kunnen betekenen dat er veel muizen zijn. Alle informatie wordt bij elkaar gebracht en op basis daarvan kunnen de boeren aan de slag. Een maatregel kan zijn om het land te maaien. Andere maatregelen kunnen zijn: waterpeil verhogen, nestkasten voor roofvogels plaatsen en langdurige beweiding (koeien in het land in plaats van in de stal).
Vervolg
De eindverantwoordelijkheid ligt dan bij de boeren(organisaties). Meerdere partijen hebben de intentie uitgesproken om hiermee aan de slag te gaan.
Samenwerking
Het onderzoek werd onder de aansturing van de provincie Fryslân uitgevoerd door ecologisch onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga, samen met het waterschap, Wageningen Universiteit en de werkgroep Kiekendief. Wetterskip Fryslân, LTO, de actiegroep en het ministerie van EZ namen deel aan de begeleidingsgroep. Financierende partijen voor het onderzoek: Provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân, Ministerie van Economische Zaken, STOWA, BIJ12 unit Faunafonds, LTO Noord, Provincie Gro¬ningen, Rabobank, Provincie Zuid-Holland, Provincie Overijssel, Gemeente De Fryske Marren, Gemeente Súdwest Fryslân.
Bron: Provinsje Fryslân