Door de omvangrijke aardappeloogst in 2014 liggen de prijzen die de telers dit afzetseizoen voor hun aardappelen ontvangen op een laag niveau. De prijzen waren vrijwel het gehele seizoen 45 tot 50% lager dan het gemiddelde van 2010. De consumentenprijzen van verse en koelverse producten zijn eveneens lager dan in 2010, maar het relatieve verschil is veel geringer dan bij de telersprijzen. Pas in mei zijn de prijzen voor de telers en consumenten iets opgelopen.
Prijsontwikkeling
De index van de af-boerderijprijzen van aardappelen is gebaseerd op zowel contract- als vrijemarktprijzen. De prijs is sinds de zomer van 2013 fors gedaald. Bij de start van het lopende seizoen 2014-2015 lag de index op 50 (2010=100). Sindsdien zijn de af-boerderijprijzen een fractie boven dat lage niveau gestabiliseerd. In mei trokken de prijzen enigszins aan, maar ze bleven toch 25 procentpunten achter bij die van mei vorig jaar. De lage prijzen zijn vooral het gevolg van de omvangrijke productie in zowel Nederland als in de omringende aardappelproducerende landen. Ook politieke spanningen (Oekraïne) en de Russische importstop drukten de prijzen. Herstel van de telersprijzen ligt bij deze marktsituatie niet voor de hand, wat betekent dat telersprijzen tot aan het nieuwe seizoen (2015-2016) naar verwachting laag blijven. Lage prijzen en gunstige wisselkoersen vormen een stimulerende factor voor de export van aardappelen en aardappelproducten. De seizoensovergang start met geïmporteerde tafelaardappelen en de oogst van binnenlandse primeurteelten. Afhankelijk van de gewasontwikkeling van de hoofdoogst en nog aanwezige voorraden schakelt ook de industrie komende maanden over op nieuwe aardappelen. De producentenprijsindex, die betrekking heeft op aardappelproducten, is ten opzichte van mei 2014 slechts enkele punten gedaald. De verwerkers kopen via contracten in, waardoor ze relatief stabiele verkoopprijzen hanteren. De consumentenprijsindex ligt in mei ruim 6 punten lager dan een jaar eerder. De consumentenprijs volgt de prijsontwikkeling in de aardappelmarkt, maar de relatieve uitslagen zijn kleiner dan bij de af-boerderijprijzen, omdat in die consumentenprijs ook kosten zijn opgenomen voor bijvoorbeeld sorteren en verpakken. Deze index is gebaseerd op een mix van tafelaardappelen en aardappelproducten.
Afstemming tussen schakels
Aardappeltelers verkopen hun product op contractbasis of via de vrije markt. Prijzen in Noordwest-Europa worden bepaald door de vraag van en concurrentie tussen verwerkers en het aanbod in de productieregio Noordwest-Europa (Nederland, Frankrijk, Duitsland, België, Verenigd Koninkrijk). Om hun grondstofvoorziening zeker te stellen, bieden afnemers voorafgaand aan het teeltseizoen contracten aan. Ongeveer 75-80% van de aardappelen voor de verwerkende industrie wordt op contractbasis verhandeld. Er bestaat een grote variatie aan contractvormen. Producentenprijzen zijn aanzienlijk minder volatiel dan de af-boerderijprijzen. In 2007 was er vanwege droogte en wateroverlast wel een effect van de hoge af-boerderijprijzen te zien. In 2011 waren deze effecten veel minder zichtbaar. De supermarktketens kopen veelal in op basis van contracten die voor een langere periode (van maanden tot een jaar) gelden. De prijzen van verse en koelverse producten in het winkelschap volgen de fluctuaties in de telersprijzen.
Meer informatie
Agrimatie
Alexanderveld 5
2585 DB Den Haag
T.: +31 (0)70 3358330
E.: informatie.lei@wur.nl
W.: www.agrimatie.nl