Het besluit om gangbare teelten ter verruilen voor biologisch is een ingrijpende. Sander Bernaerts van Naturim organiseert daarom al vier seizoenen ‘omschakelingsbijeenkomsten’. Hier ontmoeten collega-akkerbouwers die in het omschakelingstraject zitten, gezeten hebben of gaan zitten elkaar. Doel van de bijeenkomsten: leren van elkaars ervaringen. Bernaerts: “Akkerbouwers die besluiten om biologisch te gaan telen lopen vaak met heel veel vragen rond en die kunnen ze hier stellen.”
Theorie en praktijk
De bijeenkomsten bestaan uit een theoretisch deel en een praktijkgedeelte. De deelnemers ontmoeten elkaar bij een teler die al wat langer biologisch actief is. Bernaerts: “De gastheer of -vrouw vertelt dan iets over het bedrijf en alle uitdagingen waar je tegenaan kan lopen als je overstapt van gangbaar naar biologisch.”
Veldexcursie
Na het kennismakingsrondje en een vraaggesprek wordt de avond voorgezet met een veldexcursie. “De meeste cursussen vinden in de wintermaanden plaats in een zaaltje, maar dan is er buiten niets meer te zien. Wij komen bewust tijdens het seizoen samen waardoor we ervaringen kunnen uitwisselen in een ongedwongen sfeer”, aldus Bernaerts.
Hoewel de bijeenkomsten dit jaar allemaal in Flevoland plaatsvinden, komen de deelnemers ook uit andere provincies. De Noord-Hollandse akkerbouwer Koppenol is speciaal naar Dronten afgereisd om van akkerbouwer Ko van den Dries te horen hoe hij zijn bedrijf heeft aangepast aan het telen van biologische gewassen: “Je steekt er iedere keer weer wat van op. Ik teel op hele lichte grond (40/50 procent afslibbaar), dus er zijn niet veel akkerbouwbedrijven die kiezen voor biologisch. Onbekend, maakt onbemind in onze toch wel conservatieve regio. Hoewel ik hele andere gewassen teel, leer ik elke keer weer heel veel. Dat gaat van kleine dingen, zoals gewaseigenschappen tot essentiële zaken als het ideale zaai- en oogstmoment.”
Voor akkerbouwer Jan Peter Westers uit Zeewolde was de reisafstand naar de bijeenkomst een stuk korter, maar het aantal vragen is even groot. “Ik heb gekozen voor biologisch omdat ik denk dat dit de toekomst is en ik wil mijn bedrijf zo toekomstbestendig mogelijk achterlaten voor mijn opvolgers.”
“Je kan achteraf niets meer corrigeren”
Westers teelde dit jaar penen voor chips, spinazie en volgend jaar komen daar rode bieten, suikermais en pompoenen bij. Over twee jaar is hij dan helemaal omgeschakeld. “Mijn broer is al vijftien jaar biologisch bezig en daar kijk je weleens ‘in de keuken’. Maar het is geen beslissing die je van de ene op de andere dag neemt. Het is een proces, je moet er naartoe groeien want het is niet alleen anders boeren, maar ook anders denken. Dat begint in het voorjaar al met land klaarmaken: de grondbewerkingen en het zaaien. Je kan achteraf niets meer corrigeren, in de gangbare kan je dan ook extra bemesting of bespuiting uitvoeren. Dat is tegelijkertijd ook wel weer de uitdaging van het biologisch telen.”
Groeimarkt
Bernaerts merkt dat in die vier jaar dat de bijeenkomsten gehouden worden de belangstelling niet minder wordt: “De eerste vraag is altijd: wat ga ik telen en hoe moet ik dat doen? De meeste gangbare akkerbouwers telen aardappelen, uien en suikerbieten en deze gewassen zijn op biologische bedrijven minder vanzelfsprekend. Als je net bent omgeschakeld dan zijn er vaak veel vragen over het bouwplan, gewaskeuze, prijs- en marktwerking en uiteraard (mest)wetgeving. We merken de laatste jaren (ook tijdens onze bijeenkomsten) heel duidelijk dat de Europese markt hard groeit en veranderd.”
Randvoorwaarden moeten kloppen
In Nederland zien we dan ook meer bedrijven omschakelen, maar volgens Bernaerts blijven de aantallen nog ver achter bij de rest van Europa. Uitzondering is Flevoland, daar is over het algemeen meer omschakeling dan in de rest van ons land. Bernaerts: “Dat komt omdat hier de infrastructuur ideaal is voor een biologische cultuur. Je kan hier gewoon een loonwerker bellen en die heeft een zaaisysteem voor biologische uien of een biologische schoffelmachine. Daarnaast zijn er ontzettend veel collega’s in de buurt die specialistische apparatuur beschikbaar hebben. Tel daar bij op de uitstekende beregeningsmogelijkheden en grond en je hebt alle randvoorwaarden voor een succesvolle biologische teelt. Voor heel veel – met name jonge ondernemers – in Flevoland, maar ook zeker daarbuiten is de biologische teelt een hele mooie uitdaging.”