De NAV heeft met instemming kennis genomen van de Kamerbrief van Minister Schouten en Staatssecretaris Keijzer over verbetering van de marktpositie van boeren. Hoofdpunten zijn voor ons dat de Autoriteit Consument en Markt regelmatig onderzoek gaat doen naar de prijsvorming in de agri-voedselketen en naar het betalen van hogere prijzen bij het stellen van bovenwettelijke eisen en dat boeren ofwel via de rechter ofwel anoniem via de Stichting Geschillencommissies Beroep en Bedrijf oneerlijke handelspraktijken kunnen aankaarten.
Dit komt heel dicht in de buurt van waar de NAV sinds een paar jaar voor pleit, een onafhankelijke voedselscheidsrechter. Ook wordt het binnen de mededingingswet mogelijk om zaken vooraf te laten toetsen. In 2014-2015 heeft er bij het Ministerie voor Economische Zaken een proef gelopen met een Gedragscode en een meldpunt, met medewerking van LTO, FNLI en CBL. Daar kwamen geen meldingen binnen. De NAV heeft in 2014 een ledenpeiling gehouden om te kijken wat er aan de hand was. 72% van de beantwoorders gaf aan wel te maken te hebben met oneerlijke handelspraktijken, maar geen melding te doen omdat men er niet gerust op was dat anonimiteit gewaarborgd was. Met deze cijfers hebben wij actief gelobbyd.
We zijn daarom verheugd, dat er nu breder onderzoek naar is gedaan en maatregelen worden getroffen. Overigens concluderen de bewindslieden uit het WUR-rapport over de marktpositie van boeren, dat 10-20% van de boeren oneerlijke handelspraktijken ervaart. De NAV kan dit getal niet plaatsen, want in het rapport staat een duidelijke figuur over elf oneerlijke handelspraktijken. Hieruit blijkt dat bij de elf handelspraktijken tussen de 37 en 88% van de geïnterviewde ondernemers zegt er last van te hebben. Als we de categorie ‘nauwelijks last van’ er af halen, blijft nog 9 tot 67% over. Dat is dus beduidend meer dan de 10-20% waarover in de brief wordt gesproken en komt aardig overeen met de NAV-cijfers. De NAV is ook verheugd, dat in de Kamerbrief duidelijk aandacht is voor de mogelijkheid om anoniem klachten te melden.
Wat betreft bovenwettelijke eisen van afnemers, gaat de Autoriteit Consument en Markt regelmatig onderzoek en of de boeren hier wel voor betaald krijgen. De NAV is het er mee eens, dat als de maatschappij/afnemers bovenwettelijke eisen stellen aan product of productiewijze, dit betaald moet worden. De Kamerbrief heeft ook aandacht voor de ruimte voor boeren binnen de mededingingswet. De nieuwe Europese regels (Omnibusverordening) zullen worden ingebouwd in de Nederlandse mededingingswet. Daar is de NAV blij mee, omdat er zo geen twijfel ontstaat over welke wet leidend is. Bovendien is er nu in de Omnibusregeling wel de mogelijkheid om van te voren aan de Europese Commissie advies te vragen of een voorgenomen samenwerking toegestaan is. De EC zal binnen 4 maanden antwoorden op een dergelijke brief (‘comfort letter’) en garandeert ook om niet met terugwerkende kracht boetes uit te delen (‘safe harbour’).
Alles bij elkaar is de NAV tevreden met dit resultaat. Om goed de vinger aan de pols te houden, zal de NAV ook blijven meepraten in de internationale groep die zich met het Brusselse beleid over oneerlijke handelspraktijken bezighoudt.