Hoewel voor de langdurige neerslag van de afgelopen twee weken een deel van de uien in Zuidwest-Nederland is geoogst, begint de tijd langzamerhand te dringen. De akkers – zeker die op zwaardere grond – zijn verzadigd en snakken naar droog weer. Anton van der Velde heeft als adviseur van Delphy voortdurend contact met de akkerbouwers in voornamelijk West-Brabant. “Voor de meeste percelen is maatwerk vereist. Zowel voor de uien als de aardappelen”, is zijn oordeel.
Op sommige plekken is wel honderdvijftig tot honderdzestig millimeter regen gevallen en dat belemmerde vooral de uienoogst die net vóór de regen in volle gang was. “De uien zijn kwetsbaarder, omdat ze, eenmaal gerooid, eerst op het land worden gelegd. Daarvoor moet het een aantal dagen droog zijn, voordat ze kunnen worden ingestuurd. Bij het oogsten van uien lig je er met een paar millimeter regen al uit, net zoals nu het geval is.”
De hoop is dat na het weekeinde veel werk kan worden verzet. “Maar dan moet het dit weekend niet te veel regenen”, zo stelt de Delphy-adviseur. Voor de aardappelen blijven koude nachten voorlopig uit; dat is positief om zonder beschadiging te kunnen rooien. Het is bijna 1 oktober en dan wil je in ieder geval een deel van je gewassen toch van het land hebben gehaald.”
Goede inschatting hoeveelheid rot maken
Er is dit jaar nog veel oogstwerk te doen. Hier en daar heeft bij de aardappelen rot de kop op gestoken. Als Delphy-adviseur overlegt Van der Velde hoe daarmee om te gaan. “Net de laatste twintig tot dertig millimeter regen kan funest zijn. Op de ene plek is de schade groter dan op de andere. Dat heeft ook met drainage en vlakligging van het perceel te maken. De aardappelen die zijn aangetast kun je niet allemaal inschuren. Dat brengt grote problemen met zich mee.”
Van der Velde vervolgt: “Bovendien weet je niet hoeveel aardappelen na inschuring aan rot onderhevig zijn. Soms adviseer ik om een stukje perceel desnoods met de hand te rooien. Na een aantal dagen krijg je een indicatie van de situatie zoals die straks in de cel zal zijn.”
“In West-Brabant moet nog zo’n vijftig procent van de uien geoogst worden”
De aardappelrot leidt tot een kleinere opbrengst. Van der Velde: “Als er perceelgedeeltes zijn die relatief veel rotte knollen bevatten, markeer dat gedeelte en laat het op het veld. Het is niet anders. Als een heel perceel aangetast is, is het nog even afwachten. Ik hoop dat ook de uienoogst volgende week weer op gang komt. Ik schat in dat in West-Brabant nog zo’n vijftig procent van de uien in de grond zit.”
Nauwkeurig beleid
De hevige neerslag van de afgelopen weken vereist ook een nauwkeurig beleid als het om de bewaring gaat. “Kun je wel inschuren zonder te grote risico’s op rot? Hoe droog je je product. Werk je wel of niet met kachels? Hoe moet de akkerbouwer dat met deze weersomstandigheden vorm geven? Wat ik al eerder zei: het vraagt om maatwerk en wij proberen daarin een zo goed mogelijk advies te geven.”
Van der Velde is al 24 jaar werkzaam voor Delphy, maar zelfs met zijn ervaring tast hij nu nog in het duister over de kwaliteit van de uien in dit oogstseizoen. “Een eventueel kwaliteitsverlies is moeilijk te beoordelen. Daar kun je pas in een later stadium, na inschuring en enkele maanden bewaring, iets zinnigs over zeggen. Momenteel is het te vochtig om uien te rooien. Vanaf midden volgende week kan er misschien weer gereden worden.”
Langere oogsttijd
De oogsttijd voor met name de uien is dit jaar door al die factoren een langdurige geworden. “Meestal neemt die periode zo’n drie weken in beslag, maar we komen nu vermoedelijk uit op nog anderhalve maand”, aldus Van der Velde.