Donderdag 11 juni 2015 vond de jaarlijkse relatiedag van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden plaats. De NVPB was uitgenodigd om een presentatie te geven over de betekenis van Integrated Pest Management (IPM) voor plaagdierbeheersing. Ter vergelijking gaf LTO Glaskracht een presentatie over de betekenis van IPM voor gewasbescherming. Uit beide presentaties bleken overeenkomsten en verschillen over de visie op en toepassing van IPM. Aanwezig in de zaal was een divers publiek bestaande uit toelatinghouders, telers, plaagdiermanagers, vertegenwoordigers van LTO en van het Ctgb.
Wat betekent IPM voor plaagdierbeheersing?
De (juridische) grondslag van IPM is vergrendeld in de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden.
Joan Schouten legt uit waar IPM voor staat in de plaagdierbeheersing, monitoring en preventie staan daarbij voorop. Bij overlast wordt in de eerste instantie tot een niet-chemische bestrijding overgegaan en als laatste redmiddel kan , onder voorwaarden, een chemische bestrijding worden ingezet. Biociden kunnen uitsluitend curatief (en nooit preventief) worden ingezet en dit is gebonden aan een bepaalde termijn.
Helaas komt het nog vaak voor dat bedrijven of overheidsinstellingen kiezen voor de goedkoopste plaagdierbeheerser en IPM niet als een vereiste beschouwen. Het succes van IPM in de praktijk is sterk afhankelijk van goede afspraken met de opdrachtgever. Opdrachtgevers, van zowel de overheid als vanuit het bedrijfsleven, moeten zich bewust worden van het nut en de noodzaak van IPM.
De NVPB spant zich in om het belang van IPM onder de aandacht te brengen bij overheidsinstanties. Kennisoverdracht naar de opdrachtgever is van belang bij besluitvorming, o.a. op het gebied van investeren in preventieve wering. Er moet draagvlag worden gecreëerd voor het werken volgens IPM.
Van belang voor het Ctgb is dat er voldoende waarborgen zijn dat bepaalde chemische middelen, die risico’s opleveren, zorgvuldig worden gebruikt. Het Handboek beheersing van rattenpopulaties om gebouwen en voedselopslagplaatsen biedt een duidelijke werkwijze en voorziet in borging die risico’s voorkomt. Deze manier van toelating -onder voorwaarde van een praktische IPM methode met borging- zou als voorbeeld kunnen dienen voor toelatingen andere middelen.
Wat betekent IPM voor gewasbescherming?
Helma Verberkt, LTO glaskracht, stelt dat IPM in de gewasbescherming ook wel een ‘middel tot vergroening’ kan worden genoemd. ‘Het is een methode om tot minder chemische bestrijding te komen.’ Preventie bestaat bij telers onder andere uit het kiezen van de juiste (zaad)rassen, hygiëne op het bedrijf, monitoring, niet-chemische bestrijding en als laatste optie een chemische bestrijding en resistentiemanagement. Geïntegreerde gewasbescherming uit zich in de praktijk onder andere in het inzetten van biologische bestrijders, zoals natuurlijke vijanden, zoals het inzetten van sluipwespen ter bestrijding van witte vlieg. Deze ontwikkeling heeft in de glastuinbouw een vlucht genomen. De borging van het werken met IPM is bij gewasbescherming geregeld door het bijhouden van de gewasbeschermingsmonitor. De NVWA controleert het juist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Helma Verberkt stelt de zaal voor een dilemma: mag in een noodsituatie meteen worden overgegaan op chemische bestrijding? In het Handboek beheersing van rattenpopulaties om gebouwen en voedselopslagplaatsen is een regeling opgenomen voor het geval van een noodsituatie, waarbij onder zeer strikte voorwaarden direct chemische maatregelen getroffen kunnen worden in combinatie met andere maatregelen. Of bij gewasbescherming meteen tot chemische bestrijding mag worden overgegaan, of preventief chemie mag worden ingezet leidt tot discussie in de zaal. Sommigen stellen dat IPM kan worden omschreven: mens, dier en milieu beschermen in de preventieve fase. Daarnaast bestaat IPM uit het voorop stellen van duurzame non-tox methoden.
Al met al was het leerzaam om te horen hoe de toepassing van IPM bij gewasbescherming in de praktijk wordt uitgewerkt. Daarnaast was het nuttig om met de overige stakeholders in de zaal over IPM van gedachte te wisselen. Daaruit is gebleken dat IPM als doel, maar ook als middel kan worden beschouwd.
Meer informatie:
NVPB
Hogeweg 16
2585 JD ’s-Gravenhage
T: +31 (0)70 750 31 11
W.: www.nvpb.org
E.: nvpb@nvpb.org
Foto: E Dronkert