De verschillende ketens in de agrarische sector kunnen meer van elkaar leren. ABN AMRO ziet sterke verschillen tussen inkomens in de agrarische sector. Door de sterke punten van de verschillende ketens te analyseren kunnen ondernemers hier lering uit trekken om zo hun rendement te verhogen. Het sterke imago van Nederland als zuivelland of de positieve gezonde beeldvorming van verse vis kan bijvoorbeeld groentetelers inspireren. Tegelijkertijd kunnen ketens van elkaar leren als het gaat om communicatie en het delen van informatie.
De sleutelwoorden om te verbeteren zijn slimme informatiedeling, verbetering van balans in vraag en aanbod en herkenbaar onderscheid in productkwaliteit. Dit concludeert ABN AMRO in het vandaag gepubliceerde rapport ‘Leren van collega’s in andere afzetketens’, waarin acht afzetketens naast elkaar worden gezet.
Op zoek naar de juiste balans in de keten
De agrarische afzetketens zijn op verschillende manieren ingericht en ABN AMRO concludeert dat er winst valt te behalen als de informatievoorziening tussen schakels in de keten beter is. In veel ketens is er onvoldoende marktinformatie beschikbaar voor producenten. Maar juist deze transparantie in een keten is een basisvoorwaarde voor vraaginschatting en prijsvorming. Bij de productie van bijvoorbeeld kalfsvlees wordt het volume afgestemd op de vraag vanuit de markt. Daarnaast helpt goede samenwerking in de keten om een eenduidig verhaal over het product te communiceren. Dit gaat bijvoorbeeld goed als er gewerkt wordt met een sterk imago of merkproposities zoals in de zuivel en bijvoorbeeld bij telersverenigingen van glasgroentetelers die relaties opbouwen met retailers. De balans tussen samenwerken en zelfstandigheid is in iedere keten anders, maar een goede transparante afstemming maakt de kans op een stabieler inkomen voor iedereen in de keten groter.
Herkenbare kwaliteit bieden aan de consument
Consumenten willen niet alleen meer kunnen kiezen, maar verwachten ook meer informatie over productiewijze en herkomst. Er is meer aandacht voor het onderscheidend vermogen van de producten en het imago van de sector. Producenten zijn hierdoor minder anoniem en dus ook minder uitwisselbaar. Daardoor krijgen ze de ruimte om hun rendement te verbeteren en worden ze tegelijkertijd ook uitgedaagd om te investeren in onderscheidende producten. Bijvoorbeeld op het gebied van regionale en duurzame producten. Veel producenten en ketenpartners ontwikkelen als antwoord hierop ketenconcepten die een eigen segment bedienen en consumenten meer keuze bieden. ABN AMRO concludeert dat het belangrijk is dat hierbij de kwaliteit geborgd en herkenbaar blijft voor de consument om daadwerkelijk een toevoeging te bieden.
Sterkere positie voor behoud inkomen
Het gemiddelde inkomen van de agrarische ondernemer verschilt sterk. In de afgelopen tien jaar realiseerden akkerbouwers en glasgroentetelers (> 50.000 euro) gemiddeld het hoogste inkomen en bleven varkenshouders (< 20.000 euro) achter. “Ook de grote verschillen binnen de sectoren geven aan dat er kansen zijn voor ondernemers. Er zijn immers ondernemers die meer rendement halen door binnen hun keten onderscheidend te zijn. Clusters van bedrijven versterken elkaar en een goede kennisinfrastructuur helpt agrarische ondernemers om zich verder te ontwikkelen en aan te passen aan veranderende marktomstandigheden. Dit vergroot de concurrentiekracht”, vertelt Pierre Berntsen, Directeur Agrarische Bedrijven van ABN AMRO. “Boeren, tuinders en vissers kunnen van elkaar leren in hun zoektocht naar mogelijkheden om hun positie te versterken. Zonder die sterke positie holt het inkomen uit en verliezen de sectoren vitaliteit en concurrentiekracht. Het is van essentieel belang voor de Nederlandse agrarische sector en de Nederlandse economie dat agrarische bedrijven financieel gezond blijven."
Bron: ABN AMRO