Ondanks de sterk wisselende weersomstandigheden heeft bijna zeventig procent van de telers in het werkgebied van het CZAV het graan gedorst, dit blijkt uit de cijfers op de website van het CZAV. Bram de Visser: “De oogst verloopt schokkerig. De wind en regen van deze week heeft het dorsen hier en daar wat vertraagd. Maar de tarwe is rijp om geoogst te worden, dus zodra het weer verbetert, gaan de combines direct het land op.”
De uitvalpercentages zijn op dit moment betrekkelijk laag, dus van tijdstress is nog geen sprake. “Als we zondag en maandag twee mooie dorsdagen krijgen, dan zijn we een heel eind”, zo verwacht De Visser van het CZAV. Het aflopende areaal is vooral te wijten aan de verhoogde interesse voor bieten. “Dat is de marktwerking, dit beeld zal volgend jaar weer anders zijn dan dit jaar. We werken nu weliswaar met een kleiner areaal dan vorig jaar, maar de opbrengsten daarentegen zijn hoger dan in 2016. Netto gaan we een beter jaar tegemoet dan vorig seizoen.”
Hectorlitergewichten op hoog niveau
De graanoogst is natuurlijk nog niet afgerond. In het werkgebied van het CZAV moet immers nog ruim een kwart van het land af en dat kan de cijfers nog behoorlijk beïnvloeden, maar zoals de stand van zaken nu is, kijkt men bij het CZAV tevreden naar de resultaten: “Jazeker! Bijna driekwart van het graan is gedorst. We hebben hier natuurlijk een heel vroege start gehad. Op 20 juni is de eerste wintergerst hier gedorst, dat is extreem vroeg.”
De opbrengsten zijn wisselend en grondafhankelijk: “Op lichtere en zandgronden is er toch wat verbranding en verdroging geweest. Op de zware gronden zijn de opbrengsten gewoon goed te noemen. De kwaliteit is heel goed. De hectolitergewichten liggen gemiddeld tussen de 76 en 80. Dat is natuurlijk ontzettend belangrijk, want dan kan je alle mogelijke markten bedienen. En dat is weer belangrijk voor de afzet en prijsvorming.”
Tevreden
Het werkgebied van het CZAV strekt zich uit van Zeeuws-Vlaanderen via de Zeeuwse eilanden naar de Hoeksche Waard tot aan het rivierengebied en Zuid-Holland. Procentueel blijft de regio Voorne-Putten op dit moment sterk achter op de rest (39 procent) en boekt Tholen/Sint-Philipsland de meeste vorderingen bij de dorswerkzaamheden (85 procent geoogst). Gemiddeld komt dat dus uit op een gedorst percentage tussen de 69 en 72 procent. “Vooralsnog zijn we zeer tevreden over de voortgang en de kwaliteit. Alleen als we nu drie weken lang alleen maar regen krijgen gaan de gehaltes nog omlaag, maar dat verwachten we zeker niet.”