Pootgoedtelers uit heel Nederland verzamelden zich afgelopen dinsdag in Emmeloord. Daar vond de landelijke pootaardappeldag plaats. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door de pootaardappelacademie in samenwerking met Delphy. In deze editie was er veel aandacht voor pootsystemen, water en mineralen, maar ook voor hybrideaardappelen.
Hybrideaardappelen
Diverse sprekers brachten de bezoekers op de hoogte van de vooruitgang die de academie afgelopen jaar heeft geboekt tijdens de vele proeven met pootgoed. Uiteraard werd er ook vooruitgeblikt op het komende groeiseizoen. Zo bleek dat de ontwikkeling van hybrideaardappelen heel snel gaat. De verwachting is dat deze methode in 2017 letterlijk nog meer ‘voet aan de grond’ gaat krijgen en dat in de toekomst steeds meer pootgoedtelers gebruik gaan maken van de mogelijkheid om aardappelen vanuit zaad te telen. De akkerbouwers zelf leken lange tijd niet overtuigd van deze teeltmethode, maar met name voor de export is zaad zeer interessant. Zaad is namelijk veel makkelijker te vervoeren dan pootgoed.
Condens drogen
Een belangrijke ontwikkeling in de bewaring is het condens drogen. Tijdens de pootaardappeldag werd deze nieuwe methode toegelicht: “Condens drogen is een interessante ontwikkeling. Het is een systeem dat met name in de moeilijke jaren een plus geeft. In teeltjaren waarin goed gedroogd kan worden, heeft het een stuk minder meerwaarde. Als je met de buitenomstandigheden niet uit de voeten kan, dan heb je dankzij condens drogen meer grip op de zaak”, zo vertelde Delphy-adviseur Laurens Persoon aan Akkerbouw Actueel.
Quad planten
De aanwezige akkerbouwers luisterde op de pootaardappeldag ook aandachtig naar de mogelijkheden die quadplanten kan bieden. Paul Hooijman (Delphy): “We hebben nu een paar jaar proeven gedaan met quadplanten op 75 centimeter ruggen. Die ontwikkeling heeft wel toekomst, verwacht ik. Gebleken is dat de pootgoedteler op die manier meer tal per hectare kan behalen. Het systeem zorgt ervoor dat de teler met dezelfde hoeveelheid plantgoed meer knollen uit de grond kan halen.” Daarvoor moet wel het hele plantsysteem omgegooid worden: “Een normale plantmachine legt het pootgoed in een rij achter elkaar. Met quadplanten moet je ze uit elkaar leggen.”
Plantdiepte
Ook deed de pootaardappelacademie onderzoek naar de ideale plantdiepte: “Uit ons plantdiepte onderzoek voor pootgoed is gebleken dat te diep planten vaker voor problemen zorgt dan te ondiep planten. Dat betreffen vooral indirecte effecten, zoals tijdelijk zuurstoftekort onder natte omstandigheden bij jonge planten. Daardoor reageren planten tijdens het groeiseizoen weleens anders dan je zou willen. Dit kan zelfs effect hebben op de snelheid van het rooiproces, omdat er meer kluiten ontstaan vanwege het ontbreken van bodemleven. Het microklimaat onder de rug kan worden verstoord als de knol te diep ligt. Als de knol hoger ligt, dan kan er gemakkelijker zuurstof bij en groeit de plant net iets makkelijker. Er zijn niet heel veel nadelen aan hoger planten, mits de aanvoer van vocht uit de ondergrond geen belemmering is. De boodschap is: kijk goed hoe diep je de knollen weglegt en als je iets ondieper kunt planten, doe dat dan ook”, zo stelt Hooijman.
Natuurlijk vermogen van de bodem
Rode draad tijdens de landelijke pootaardappeldag was het ‘natuurlijk vermogen van de bodem’. “Hoe kan ik de grond zodanig verbeteren dat het van nature meer gaat opleveren? Er zijn heel veel producten waarvan geclaimd wordt dat het bodemleven beter wordt. Het is lastig het kaf van het koren te scheiden, maar we blijven zoeken. In een aantal gevallen zien we een betere waterhuishouding, betere grondstructuur en een actiever bodemleven. Hierdoor verbetert de beworteling van de gewassen”, vertelde Hooijman in het congrescentrum Het Voorhuys te Emmeloord.