Terwijl staatsecretaris Martijn van Dam eerder deze week aangaf niet op de zaken vooruit te willen lopen, leven de uientelers nog altijd in onzekerheid. De Europese Commissie heeft de status van de actieve stof maleïnehydrazide (MH) gewijzigd van non-inclusion naar approval (toegestaan). Maar verbindt daar wel een belangrijke extra voorwaarde aan: het hydrazide-gehalte in MH moeten worden verlaagd.
Volgende maand stemmen de 28 lidstaten over het voorstel van het EFSA om de product vanaf oktober 2017 niet meer te verkopen. Uienteler Tejon de Regt uit Dronten snapt niks van de discussie: “Iets werkt jarenlang goed en dan ineens mag het niet meer.”
Toelatingshouder
De hele discussie rondom het gebruik van MH is veroorzaakt door aanvullende vragen die de EFSA heeft gesteld aan de toelatingshouder. Die vragen zijn echter zo laat gesteld, dat er onvoldoende tijd is om ze tijdig te beantwoorden. Doordat de toelatingshouder geen producten wil toelaten waarover vragen zijn gerezen is voorgesteld om MH maar helemaal niet meer toe te laten. De Regt heeft voor dit seizoen twintig hectare zaaiuien in het bouwplan. In het totale bouwplan van de Flevolandse akkerbouwer nemen zaaiuien een belangrijke plaats in: 1 op 6. Hij valt bij het volgen van de berichten over het wel of niet toelaten van MH volgens eigen zeggen van de ene in de andere verbazing: “Als uienteler snap ik die hele MH-discussie totaal niet. Iedereen die in de uiensector actief is, weet dat het zonder MH ‘platzak’ wordt met de bewaring van uien.”
Voorzorgprincipe
MH is een stof dat al decennialang gebruikt wordt en ervoor zorgt dat er in het kiempje van de ui geen celstrekking meer plaatsvindt. Afschaffing zou betekenen dat er vanaf januari niet meer gesorteerd kan worden. Daarna is er dus ook geen export meer mogelijk. Belangrijkste punt van kritiek van de EFSA: tijdens de productie van MH komt er een bijproduct vrij. Dat wil men zo min mogelijk in het eindproduct hebben, omdat het misschien schadelijk zou kunnen zijn.
De Regt: “Als je soms weleens hoort waar bepaalde beslissingen op blijven hangen. Ik heb weleens gehoord dat een bepaald middel niet geïntroduceerd kon worden, omdat men niet zeker wist wat er zou gebeuren als het spul op een konijn terecht zou komen. Van dat soort kleine dingen hangt het af. Dan denk ik weleens bij mezelf: de kans dat zoiets gebeurd is minimaal en als de situatie zich wel voor zou doen is het nog niet eens gezegd dat die konijnen er last van krijgen. Deze hele MH-discussie komt ook weer voort uit dat voorzorgsprincipe. En daar worden wij als telers dan weer de dupe van.”