De stevige nachtvorst van vorige week tot wel -8 graden Celsius aan de grond zorgde voor de nodige onrust. De agrarische dienst heeft vanaf eind vorige week vele bietenpercelen bezocht om de gevolgen vast te stellen.?
In het noorden en oosten zijn enkele bevroren plantjes gezien, maar de schade lijkt mee te vallen. Van overzaai is vooralsnog geen sprake, maar we sluiten niet uit dat er percelen komen met een holle stand. De langdurige koele periode brengt risico’s mee op schietervorming. Bekend is, dat wanneer er in mei weer een langere warme periode volgt, de risico’s aanzienlijk afnemen.
Dat de vorstschade meevalt lijkt te danken aan de bijzondere omstandigheden. De periode voor de nachtvorst was koel en schraal. Daardoor waren de plantjes goed afgehard. De nachtvorst verliep met windstilte, waardoor de warmteafgifte van de bodem voldoende was om het bietenplantje te beschermen. Op de telstroken wordt geen plantwegval gesignaleerd, beslis pas tot overzaai als de vorstschade nauwkeurig is vastgesteld, zie ook dit IRS-bericht. Wel zijn lokaal zwarte randjes aan de kiemlobben en blaadjes te zien.
Aardappelen hebben minder weerstand bij vorst. Op percelen waar aardappelopslag aanwezig was, is de vorstschade aan de aardappelplant goed te zien (foto).
Tot op heden heeft het na de zaai nog maar weinig geregend. Op verschillende later gezaaide percelen liggen zaden droog. Dit jaar zien we op dergelijke percelen meerwassigheid, met grote verschillen in de snel gekiemde zaden en de zaden welke nog droog liggen.
Als gevolg van het relatief koude aprilweer ontwikkelen de bieten niet zo vlot als we zouden willen. De onkruidbestrijding is in de periode van de nachtvorst uitgesteld en wordt weer hervat. Zie voor adviezen het IRS-bericht ‘Onkruidbestrijding na-opkomst’.