Het LTO-project ‘gesloten kistenreiniging’ is bedoeld om telers te informeren over de mogelijkheden en de wetgeving. Komende tijd wordt een drietal reinigingssystemen in de praktijk getest door telers met als doel een bewustwording te creëren voor de milieutechnische gevolgen als er uitspoeling in het oppervlaktewater plaatsvindt. “Telers moeten niet alleen kijken naar de kosten, maar ook naar de opbrengst van een dergelijke investering”, zo pleit Margreet Jongema projectleider namens LTO Noord.
Extra informatie
“Onze doelstelling is boeren informeren over het reinigen van kisten en wat de wetgeving daarbij is: vervuild afvalwater mag niet in het oppervlaktewater terechtkomen.” Volgens Jongema gaat het hierbij vooral om bewustwording: “We merken dat veel boeren er wel vanaf weten, maar er nog niet over nagedacht hebben wat ze eraan moeten gaan doen. Extra informatie is dan ook erg welkom, zo merken we ook tijdens de open dagen. De eerste reactie is vaak: ‘weer iets dat moet, dat ons verplicht wordt’. In dat licht wordt het door telers nog te veel gezien als een extra kostenpost. Gelukkig zien ook steeds meer mensen in dat we met elkaar moeten zorgen voor schoner water. En daar wil iedereen graag een bijdrage aan leveren, maar kost dat natuurlijk wel geld.”
Wet- en regelgeving
Als we het hebben over de eisen waaraan akkerbouwers moeten voldoen kunnen we dat onderscheiden in een grofweg twee hoofdmaatregelen: Lozing restwater en hygiëne. Het lozen van afvalwater via een wasplaats met lozing op het oppervlaktewater is verboden (slib/bezinkput en eventueel een olieafscheider zuivert geen gewasbeschermingsmiddelen).
Het afvalwater afkomstig van het reinigen van fust mag op het vuilwaterriool worden geloosd bij een gehalte onopgeloste stoffen: minder dan300mg/l. Bij een hoger gehalte onopgeloste stoffen moet het water eerst door een slibvangput. Het lozen van afvalwater op de onverharde bodem is toegestaan, mits het perceel, waar het afvalwater vrijkomt, niet is aangesloten op een vuilwaterriool, waarop geloosd kan worden. En de afstand tot het dichtstbijzijnde vuilwaterriool, waarop kan worden aangesloten en geloosd, meer dan 40 meter bedraagt.
Hygiëne
Voor NAK-certificering mogen de kisten niet in aanraking zijn geweest met kiemremmingsmiddelen (met uitzondering van carvon). Als voor de reiniging van de kisten naast water andere (ontsmettings)middelen worden toegevoegd, moeten deze middelen beschikken over een Nederlandse toelating (Biocidenverordening). Daarnaast is het verwerken van (schone) kisten met een schone vorkheftruck van belang, want ook de vorkheftruck is een mogelijke besmettingsbron. Voorafgaand aan het ontsmetten de objecten goed reinigen met (heet) water, waaraan een reinigingsmiddel kan worden toegevoegd. De aanwezigheid van organische stof beïnvloedt de effectiviteit van de ontsmetting namelijk in negatieve zin. Ook restanten zeep kunnen ontsmettingsmiddelen onwerkzaam maken. Goed naspoelen met water is dus belangrijk. De objecten dienen volledig schoon te zijn (dus alle grondresten en dergelijke dienen verwijderd te zijn) voor een goed effect van de ontsmettingsmiddelen. Een kist dient microbiologisch schoon te zijn (cysten, bacteriën, virussen en schimmels mogen niet overgedragen kunnen worden).
Praktijktesten
In de komende maanden worden diverse testomgevingen gecreëerd bij enkele akkerbouwbedrijven. Het pilotproject – dat onderdeel is van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) – wordt dan voortgezet met de plaatsing van een drietal kistenreinigingssystemen. “We hebben een aantal systemen voor automatische kistenreiniging geselecteerd die economisch en milieutechnisch hoog scoren voor praktijktesten. Daarmee worden alle doelstellingen van dit project voorlichting, bewustwording en demonstraties rondom het reinigen van kisten bewerkstelligd.”