Tijdens de open dag bij Proeftuin Zwaagdijk in Wieringerwerf bleek dat veel akkerbouwers worstelen met de impact van klimaatverandering. Agro-metrologisch specialist Erno Bouma probeert daarom zoveel mogelijk de relatie te leggen tussen beschikbare weerdata en de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen: “De beschikbare tools worden nog te weinig gebruikt.”
Klimaatverhaal
Volgens Bouma omvat het onderwerp gewasbescherming zoveel facetten, dat de gemiddelde akkerbouwer moeite heeft alle ontwikkelingen te volgen: “Die heeft tegenwoordig zoveel aan zijn hoofd, dat hij niet altijd het ideale moment kán kiezen en ook niet over alle kennis kan beschikken.“ Het klimaatverhaal is al jarenlang een hot item, maar is nog steeds actueel. Sterker nog Bouma merkt dat het steeds actueler wordt. Immers de extremen nemen toe: “Elke akkerbouwer wil het beste resultaat behalen, maar de hoeveelheid beschikbare informatie is te veel om in één keer te onthouden.”
“Voor de gemiddelde akkerbouwer wordt het dan toch echt lastig”
Bouma ziet daarom regelmatig dezelfde gezichten voorbijkomen op dagen zoals bij Proeftuin Zwaagdijk: “Een ondernemer uit de Wieringermeer zag ik vandaag voor de derde keer in de zaal zitten. In zijn geval worstelt hij met het moment van toepassen. Er zijn momenten dat het qua weersomstandigheden ideaal is om te spuiten, maar dat de plant bijvoorbeeld is afgehard en het middel vanwege bepaalde producteigenschappen niet of nauwelijks door het gewas wordt opgenomen. Voor de gemiddelde akkerbouwer wordt het dan toch echt te lastig”, zo is de ervaring van Bouma.
Adviessystemen
De agro-metrologisch specialist schreef daarom een boekje genaamd ‘Weer & Gewasbescherming’. Dat er behoefte is aan een dergelijk naslagwerk blijkt wel uit het feit dat het boekwerk inmiddels in vijf talen is vertaald en er een kleine vijftigduizend exemplaren van verkocht zijn. Volgens Bouma is het voor een groot gedeelte vooral ‘even opfrissen’ en moet de sector beseffen dat er allerlei tools zijn die helpen om de juiste beslissing te kunnen nemen: “De adviessystemen zijn via steeds meer mogelijkheden te ontsluiten (online, apps), waardoor je steeds beter op klimaatverandering kunt inspelen. We meten wat er aan de hand is in het gewas en nemen de klimaatsveranderingen mee in het advies. Die tools worden echter nog onvoldoende gehanteerd. Het gereedschap is aanwezig: je kunt meten wat er gebeurt in het gewas, er is geavanceerde software, de spuitdoppen worden steeds beter en er is zeer goede spuitapparatuur. Maak er dan ook gebruik van”, drukt Bouma de aanwezige akkerbouwers op het hart.
Lees verder onder afbeelding
Fieldmate
Eén van die tools is de Fieldmate. Een simpel weerstation met een aantal sensoren die begin dit jaar werd geïntroduceerd en nu al aan een flinke opmars bezig is: “Tweeënhalve maand geleden zijn de eerste werkende apparaten geïnstalleerd en er staan er nu al 220 door heel Nederland. Dat zegt genoeg over de potentie.”
Bouma ziet dergelijke ontwikkelingen dan ook als hét toekomstbeeld voor de akkerbouwsector in Nederland: “Er komen nog veel meer sensoren op en in het veld (bijvoorbeeld de Soilmate voor de hoeveelheid beschikbaar vocht in de grond). Waarschijnlijk zullen er in de toekomst onbemande werktuigdragers komen die vol hangen met sensoren uitgerust met beeldherkenning voor ziekten en plagen. Deze zullen met een spuitboom van bijvoorbeeld twaalf meter worden uitgerust die dan met heel weinig druk (emissie, red.) ziekten en plagen kunnen bestrijden.”
Spuitmomenten
Zoals gezegd hebben akkerbouwbedrijven te maken met veel veranderingen, dat betekent volgens Bouma dat veel telers nog niet klaar zijn voor deze omschakeling: “Nee, daar zijn ze niet klaar voor. De sector heeft met nog veel meer dingen te maken: bedrijven worden steeds groter en de werkzaamheden moeten uitgevoerd worden met dezelfde mankracht. Het valt mij wel op dat de spuit vaak een onderschoven kindje is op het bedrijf. De meeste akkerbouwers hebben meerdere trekkers, maar ik zie zelden meer dan één spuit op het erf staan. Terwijl je met een tweede spuit juist geld kunt verdienen: je capaciteit wordt groter en je kunt vaker op het juiste moment spuiten. Door bijvoorbeeld ’s nachts te spuiten word je minder beperkt in je spuitmomenten en vergroot het effect de bespuiting. Hierdoor stijgt het opbrengstpotentieel en daarmee kunnen dit soort investeringen gemakkelijk terugverdient worden.”