Op basis van proefrooiingen en praktijkresultaten uit het veld van recente oogstopbrengsten verwacht de NEPG een totale oogst van 27,9 miljoen ton aan consumptieaardappelen. Het areaal is gestegen met 4,6% ten opzichte van vorig seizoen, terwijl de gemiddelde opbrengst per hectare wordt ingeschat op 48,2 ton. Dit is 2,9% hoger dan het 5-jarig gemiddelde. NEPG benadrukt, dat dit een inschatting is op dit moment gebaseerd op proefrooiingen en verwachtingen vanuit verschillende landen. De definitieve oogstcijfers kunnen hiervan nog wel afwijken.
De totale ingeschatte oogst ligt 11,5% hoger dan het 5-jarig gemiddelde, maar wel lager dan de recordoogst van 28,5 miljoen ton in 2014. Ondanks de moeizame start van het seizoen hebben de gewassen zich kunnen herstellen gedurende de zomer en dit leidt tot een oogst met goede kwaliteit. Er zijn wel kwaliteitsproblemen gemeld voor Bintje, zoals doorwas en phytopthora. Daarnaast wordt vanuit Nederland ook gemeld, dat de onderwatergewichten ook te laag zijn. Dit laatste zal leiden tot een lager rendement in de verwerking, waardoor meer grondstof nodig zal zijn.
Grotere vraag
Het actuele lage prijsniveau wijst op een hoge aanvoer gedurende de komende maanden. De NEPG geeft aan, dat de vergelijking met 2014 niet helemaal realistisch is. De vraag naar aardappelen voor de verwerking is toegenomen met 1,5 miljoen ton. Daarbij is de export van verwerkt product naar landen buiten de EU in de laatste maanden nog steeds toegenomen ondanks de sterkere Euro. Dit blijft de motor achter de grotere vraag naar grondstof. Volgens de NEPG zullen in Nederland en Duitsland meer aardappelen verdwijnen naar de zetmeelproductie en veevoer. Veel telers zullen niet kiezen voor bewaring van mindere partijen met een lagere kwaliteit. Verder is de ervaring dat in jaren met extreem lage prijzen aardappelen eerder worden afgekeurd en dat de tarrapercentages hoger zijn.
Maar de NEPG benadrukt echter, dat de oogst nog niet binnen is. Eind oktober of begin november verwacht ze de definitieve cijfers te kunnen publiceren.
Bron: VTA Nederland