Welke rol zal de uienteelt spelen in de toekomst van de Nederlandse akkerbouw? In deze publicatie leest u over het positieve huidige klimaat in de uiensector. Ook belicht de Rabobank de belangrijkste uitdagingen van de toekomst: het behoud van het marktaandeel en de beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen.
Huidige situatie: positief klimaat
De Nederlandse uiensector staat er goed voor. Met een relatief kleine teelt die nog geen 2% van de wereldwijde uienoogst omvat, bedienen Nederlandse telers 15% tot 20% van de wereldhandel (zie Figuur 1). Deze prestatie is het resultaat van een gunstige geografische ligging, sterke logistiek en efficiënte ketenorganisatie van veredeling, productie en handel. Daardoor staat de Nederlandse ui wereldwijd bekend als een kwalitatief hoogwaardig product met goede bewaarkwaliteiten.
Internationale export gaat hele jaar door
De keten exporteert het hele jaar een kwalitatief hoogstaand product over de hele wereld. De eindbestemming van Nederlandse uien wisselt per seizoen en hangt af van de lokale productie in importlanden. In het seizoen 2016/2017 ging het grootste gedeelte van de export naar Afrika (zie Figuur 2). De uienteelt behaalt gemiddeld genomen goede rendementen. Tussen 2010 tot 2016 rendeert de ui een meerjarig gemiddeld saldo van meer dan € 5.000 per hectare. Hierdoor groeit het areaal uien in Nederland.
Toekomstige uitdagingen
Op langere termijn ziet de Rabobank twee uitdagingen op de sector afkomen: het behoud van markttoegang en de beschikbaarheid van benodigde gewasbescherming.
Behoud van markttoegang en marktaandeel
Het behoud van wereldwijde markttoegang en marktaandeel vormt een forse uitdaging voor de sector. In 2016 werden Nederlandse uien naar 130 bestemmingen geëxporteerd, daarom is het van belang dat de Nederlandse uiensector toegang tot deze markten wereldwijd behoudt en tevens nieuwe markten aanboort. Ondanks de groeiende vraag naar uien neemt ook de binnenlandse uienproductie toe in landen waar Nederland nu naar exporteert. Deze landen hebben toegang tot moderne teelt- en bewaartechnieken en kunnen op termijn Nederlandse import vervangen met binnenlands productie.
Beschikbaarheid van gewasbescherming
Bij de teelt, bewaring en export van uien worden chemische gewasbeschermingsmiddelen ingezet. Het gebruik van deze middelen waarborgt de kwaliteit van de ui en draagt bij aan goede opbrengsten. Mede dankzij het toepassen van moderne gewasbescherming is de sector in staat tot ver in het bewaarseizoen uien van hoge kwaliteit te exporteren. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is echter ook een zwakke plek van de industrie, zoals bleek bij het dreigende verbod op het kiemremmingsmiddel maleïne hydrazide (MH). Het is dan ook de vraag of de huidige chemische gewasbeschermingsmiddelen in de toekomst worden toegelaten op de Europese markt.
Vier scenario’s
De Rabobank verwacht dat de toekomst van de sector bepaald wordt door de groei van de wereldhandel en de wetgeving rondom gewasbeschermingsmiddelen. Deze factoren kunnen leiden tot vier scenario’s, die elk een ander toekomstbeeld schetsen van de Nederlandse uiensector.
In dit gunstigste scenario zorgt de grote internationale vraag voor meer afzetmogelijkheden voor Nederlandse uien, een stabiele prijsvorming, een hoog prijsniveau en uitbreiding van activiteiten door verpakkers en exporteurs. In dit geval zal de Nederlandse uienteelt groeien om aan de vraag te voldoen.
Gevolgen voor ondernemers in de sector
- De nadruk ligt op het beperken van de ziektedruk en focus op productkwaliteit als hardheid, droge stofgehalte en inhoudsstoffen.
- Meer aandacht voor bodemvruchtbaarheid, kwaliteit en productiviteit om uitbreiding van teelt met behoud van opbrengst per hectare mogelijk te maken.
- Uitbreiding naar nieuwe teeltgebieden in binnen- en buitenland. De teelt op zandgronden neemt verder toe ten opzichte van het huidige areaal.
- Veredelaars moeten zich meer richten op de ontwikkeling van robuuste, kwalitatief uitstekende en productieve rassen om aan de hogere vraag te voldoen.
In het tweede scenario moet de sector versneld op zoek naar alternatieve gewasbescherming. Bij deze zoektocht is het kwaliteitsbehoud cruciaal. Ook bij het veredelen van nieuwe rassen hoort de nadruk te liggen op nieuwe rassen die geen kwaliteit inleveren bij verminderde gewasbescherming. De sector zal zoeken naar alternatieve logistieke concepten. Bijvoorbeeld door uien direct na de oogst te verschepen naar de bestemming in plaats van opslag in Nederland.
Gevolgen voor ondernemers in de sector
- Toenemende druk op de prijsvorming van uien direct na de oogst.
- Verminderde kwaliteit leidt tot een slechtere bewaarbaarheid van uien. Daardoor zal een groter gedeelte van de oogst direct moeten worden verkocht en geëxporteerd.
- Verlies van marktaandeel aan concurrerende landen als de sector geen kwalitatief hoogwaardige ui in de markt kan zetten.
- Versnelde zoektocht naar alternatieve gewasbescherming. Bij deze zoektocht is kwaliteitsbehoud cruciaal.
- Exporteurs en verpakkers ervaren een hogere piekbelasting. In een korter tijdsbestek wordt een groter volume aan uien geëxporteerd, terwijl de tweede helft van het seizoen minder exportmogelijkheden biedt voor Nederlandse uien.
In het derde scenario zorgt een lagere internationale vraag voor minder afzetmogelijkheden voor Nederlandse uien. Dit leidt tot instabiele prijsvorming en een lager prijsniveau door een overschot aan uien. De Nederlandse uienproductie zal dalen.
Gevolgen voor ondernemers in de sector
- Er vindt consolidatie plaats bij verpakkers en exporteurs om overcapaciteit in de sector tegen te gaan.
- Door toegenomen prijsschommelingen en krimpende volumes is er minder ruimte om te manoeuvreren in de markt. Dit maakt afstemming van vraag en aanbod tussen ketenpartners belangrijker.
- Sterke focus op de klant-leveranciersrelatie om markten te bedienen.
In het minst gunstige scenario zorgt een lagere vraag en beperkingen rondom gewasbescherming voor slinkende volumes bij exporteurs en verpakkers. Dit zorgt voor een bijgestelde productie om overcapaciteit tegen te gaan. Telers zullen zoeken naar alternatieve gewassen die in het bouwplan passen. Verder zal bij veredelaars de nadruk liggen telen op kostenbesparend telen.
Gevolgen voor ondernemers in de sector
- Meer regionale afzet, omdat export naar verre bestemmingen niet meer mogelijk is.
- Oogstdruk op de prijsvorming van uien. Telers ontvangen een lagere prijs tijdens de oogst, omdat een groter gedeelte van de oogst direct wordt verkocht en geëxporteerd.
- Een teruglopende kwaliteit van de Nederlandse ui. Dit leidt tot een verlies van marktaandeel aan landen die hun gewassen wel optimaal kunnen beschermen.
Aanbevelingen
Met het oog op deze vier mogelijke toekomstbeelden is het belangrijk dat de sector stappen zet richting een duurzamere toekomst. Hieronder leest u aanbevelingen voor akkerbouwers, handelaren en verpakkers en producenten van uitgangsmateriaal. Aan bod komen onder meer verduurzaming, logistiek, datagebruik en gewasbescherming.
Akkerbouwers
Verduurzaming van productie
Akkerbouwers moeten op zoek naar mogelijkheden om de bodemproductiviteit en -vruchtbaarheid op peil te houden. Telers kunnen hiermee voldoen aan een groeiende vraag naar uien op de lange termijn en zijn tevens in staat om te schakelen naar andere gewassen als de vraag naar uien afneemt.
Kies voor kwaliteit boven kwantiteit
Het succes van de Nederlandse ui hangt deels af van de kwaliteit. Afnemers waarderen voornamelijk de goede bewaarbaarheid en smaak. Daarom is het van belang dat bij de productie de nadruk ligt op het produceren van kwaliteitsuien. Hiermee onderscheiden Nederlandse telers zich van concurrenten uit omringende landen.
Risicomanagement
Telers doen er goed aan om op de hoogte te blijven van de buitenlandse ontwikkelingen op het gebied van uien. Zo blijven telers voorbereid op veranderingen in vraag en aanbod. Ook is het belangrijk om meer informatiebronnen te benutten dan alleen de informatie vanuit de handel en export. Telers moeten een mening vormen over hoe de markt zich ontwikkelt en in staat zijn daarop in te spelen. Het is aan te raden duurzame relaties op te bouwen met ketenpartners.
Gewasbescherming
Hoewel het gebruik van kiemremminsmiddelen jarenlang onomstreden is geweest, ligt het nu onder de loep. De recente ontwikkelingen omtrent MH passen in de bredere maatschappelijke trend dat het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen minder vanzelfsprekend wordt. Telers hebben er baat bij minder gewasbescherming gebruiken. Niet alleen omdat het kosten bespaart, maar ook omdat het positief bijdraagt aan de maatschappelijke dialoog omtrent duurzame gewasbescherming.
Gebruik van data
Bij alle eerder genoemde onderwerpen kan het gebruik van ‘smart farming’ telers helpen beter geïnformeerde beslissingen te nemen. Telers kunnen zo kosten besparen en opbrengsten optimaliseren.
Bron: Rabobank