Met de mededeling dat de pootgoedteelt de komende jaren drastisch gaat veranderen komt het bedrijf AardEvo – een joint venture tussen zaadfirma KWS en het Amerikaanse aardappelverwerkersbedrijf Simplot – met veel tromgeroffel de sector in. Een hoop gemekker en weinig wol?
Als het aan Paul van den Wijngaard ligt niet, want de diploïde hybride aardappel die het aardappelveredelingsbedrijf AardEvo op de markt brengt, is volgens hem “een noodzakelijke oplossing voor het blijven voeden van de wereldbevolking bij een afname van het landbouwareaal”, zo vertelde hij tijdens de Themadag aardappelen in Dronten.
Het doel van AardEvo is om de diploïde hybride aardappelen via zaad – en dus niet meer via pootgoed – te vermeerderen en op de markt te brengen. Van den Wijngaard: “Het eerste wat iedereen dan denkt is: wat gaat er dan gebeuren met pootaardappelen? Wij denken dat zaad in de toekomst pootgoed gaat vervangen. Dat heeft een aantal belangrijke voordelen: een hectare aardappelen planten kan al met honderd gram zaad (uitgangsmateriaal), terwijl er drie ton pootaardappelen (drieduizend kilo uitgangsmateriaal) nodig is om diezelfde oppervlakte in te planten. Daar komt nog eens bij dat uit één zaadje uitgangsmateriaal ongeveer honderd zaadjes vermeerderd kunnen worden. Kortom: het poten en de productie wordt een stuk efficiënter.”
Verduurzaming akkerbouw
“De belangrijkste stap voorwaarts die we hiermee zetten is de verduurzaming van de akkerbouw”, zo stelt Van den Wijngaard. “In de toekomst ontkomen we er niet aan dat de gangbare akkerbouw, duurzaam is. Als er straks zestig procent meer mensen op de planeet zijn en het aantal hectare akkerbouwgrond neemt af, dan betekent dat er minstens zestig procent meer voedsel van een hectare moet afkomen dan nu het geval is. En dan heb ik het nog niet eens over klimaatverandering, die ervoor zorgt dat de teeltomstandigheden steeds minder voorspelbaar zijn. Tot slot wordt de input (water en mest) minder beschikbaar en staan veel gewasbeschermingsmiddelen onder druk. Ik zou er niet op vertrouwen dat middelen die nu echt noodzakelijk zijn voor de aardappelteelt beschikbaar blijven zolang er geen alternatief is.”
“Een deel van de antwoorden ligt in de veredeling”
Van den Wijngaard vervolgt: “De aardappelteelt moet nog hogere opbrengsten realiseren, leren omgaan met beperkte input en (chemische) gewasbeschermingsmiddelen. Het deel van het antwoord op die uitdagingen is gelegen in veredeling. Telers moeten kunnen vertrouwen op resistentie van rassen als de omstandigheden ongunstig zijn. Denk aan droogte, maar ook grote neerslaghoeveelheden.”
Achterstand inlopen
Er zullen volgens Van den Wijngaard de komende teeltjaren nog grotere verschillen merkbaar zijn in de verschillende teeltgebieden in ons land. “De aardappel is al een duurzame teelt, maar op het gebied van veredeling loopt de sector nog wat achter. Met diploïde hybride aardappelen kunnen we die achterstand inlopen. Dat begint met het realiseren van een diploïde (twee exemplaren van chromosoom, red.) aardappel waarin eigenschappen die homozygoot (waarin twee exemplaren van een chromosoom exact hetzelfde zijn, red.) samenkomen. Daarmee kunnen lijnen gekruist en terug gekruist worden. Dit proces gebeurt in alle hybride-veredelingsprogramma’s: goede eigenschappen worden behouden (droogte- en ziekteresistentie) en afkomstig zijn uit meerdere genen. Na het opbouwen van verschillende ouderlijnen gaan wij die lijnen combineren tot een hybride product en daaruit komt het hybride zaadproduct dat eigenschappen bevat van zijn vader- én moederlijn. Dit product is flexibeler aan te passen aan de omstandigheden en de wensen van bepaalde teeltgebieden. Het introduceren van nieuwe rassen gaat sneller omdat er al een verzameling is opgebouwd die enkel nog gecombineerd dienen te worden tot een zaadproduct.”
Opbrengsten
De algemene aanname is dat diploïde aardappelen voor lagere opbrengst zorgen, maar Van den Wijngaard spreekt die stelling tegen: “Het is een kwestie van geduld, selecteren en combineren. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat een diploïde hybride aardappel minder presteert qua groei, knol- en plantontwikkeling dan de aardappelen waarmee nu gewerkt wordt. Dat betekent overigens wel dat er nieuwe teeltmodellen moet komen. Er zullen minder cycli van pootgoedaardappelen nodig zijn om tot een eindproduct te komen. Met één stap kan voldoende zaad geproduceerd worden om aan de vraag van pootaardappelen te voldoen. Dat zorgt ervoor dat het proces voor telers simpeler wordt.”
Einde pootgoedteelt?
Het verhaal van AardEvo roept veel vragen op, waarvan de belangrijkste is: betekent dit het einde van de pootgoedteelt? Van den Wijngaard heeft daar op dit moment ook nog geen duidelijk antwoord op, maar er gaat volgens hem wél zeker veel veranderen in de komende jaren: “We weten nog niet wat er gaat gebeuren, maar het is onvermijdelijk dat de teelt van pootgoed gaat veranderen”, bevestigt hij zijn openingsstelling nogmaals.
Na afloop van de Themadag Aardappelen werd er nog veel gepraat over het pootgoed en de andere onderwerpen van de themadag