Hoofdfoto: Akkerbouwer Derk Gesink: "De data kan worden gebruikt bij het spuiten, (eco)ploegen en het vergelijken van brandstofverbruik"
Akkerbouwer Derk Gesink besloot onlangs om te starten met het loggen van data in de trekker en heeft grote verwachtingen hiervan. Het doel van Gesink is om door middel van die verzamelde data meer inzicht te krijgen in mogelijkheden van een perceel en een gewas. Om te beginnen verzamelt Gesink data vanaf de spuittrekker om dit later ook uit te breiden naar andere toepassingen, zoals het ploegen, bemesten of inzaaien van percelen.
Velen zullen Gesink wellicht kennen vanwege zijn deelname aan AgroFuture en in dat licht is het ook niet verrassend dat juist hij als één van de eerste telers begonnen is met het loggen van data op de trekker. “We beginnen voorzichtig met het testen van het logsysteem op de spuittrekker. Daarbij is data verzamelen nog niet direct het belangrijkste aspect. We willen eerst kijken of het systeem wel tegen spanningsverschillen in de cabine kan, want het is natuurlijk een heel verschil of je een computer aan het stroomnet hangt of in de trekker. Als dit werkt dan kan er door middel van de data die de trekker al verzameld een analyse gemaakt worden van de effecten die de werkzaamheden hebben op de bodem. Nu is het vooral zaak het kastje storingsvrij te laten werken en dan in het najaar te gaan gebruiken op het land.”
Gegevens combineren
Het uiteindelijke doel is om gegevens die de trekker genereert te combineren met de GPS-coördinaten. “Die gegevens kunnen dan gebruikt worden om kaarten van te maken. Stel je voor: je gaat over een perceel de trekkrachten verschillen meten, dan is dat als een soort bodemkaart te gebruiken die inzichtelijk maakt waar de grond makkelijker of moeilijker te bewerken is. Hierdoor kun je een betere afweging maken welke grondbewerkingsmachine je in moet zetten of aan moet schaffen, omdat er vooraf op een vrij simpele manier verschillen in de bodem zichtbaar worden”
“Bodemverdichting in kaart brengen door trekkrachtverschillen te meten”
Eenmaal een dergelijke kaart in handen kan de teler zaken als bodemverdichting aanpakken. “Het is natuurlijk niet zo dat elke meter geregistreerd wordt, maar als een perceel in verschillende verdichtingszones kan worden ingedeeld dan zou dat al heel mooi zijn. Het totale teeltmanagement kan daarmee geoptimaliseerd worden, zeker op het gebied van grondbewerkingen of de diepte van het ploegen. Het wordt nu vaak met een sensor voorop de trekker gedaan, maar als je dit van te voren al kunt meten kan er vooraf geanalyseerd worden welke opdrachten er aan de trekker worden meegegeven: waar mag die wel omhoog trekken en waar niet. Zodoende heb je zelf iets meer invloed en sturing op het ploeg- of cultiveringsproces.”
Amerikaans idee
Die extra grip is voor Gesink heel belangrijk en die wens heeft ook mede gezorgd voor het idee om data vanuit de trekker te gaan loggen. “Ik liep al langer met het idee rond. Vanuit AgroFuture hadden we er ook al eens naar gekeken, omdat het in Amerika al langer wordt gedaan. Het is naar mijn mening een heel gemakkelijke manier om de teelt te optimaliseren: je koopt voor een paar honderd euro computeronderdelen, maakt een kastje voor in de trekker en je kan aan de slag. Dat kastje genaamd IsoBlue is door een Amerikaanse universiteit ontwikkeld en dus ook heel specifiek gemaakt voor de Amerikaanse omstandigheden. Toevallig kwam ik via FarmHack in aanraking met twee enthousiaste jongens die wel verstand hebben van dergelijke technieken en gezamenlijk zijn we aan de slag gegaan om een versie te maken die ook voor de Nederlandse markt geschikt is.”
Het logkastje genaamd IsoBlue is door een Amerikaanse universiteit ontwikkeld en door twee enthousiaste jongens geschikt gemaakt voor de Nederlandse markt
Gesink zat dus al langer op dat spoor, maar zoals zo vaak ontbrak het hem aan tijd om er iets mee te doen. “We zijn natuurlijk ook gewoon boer, dus dan is zoiets te tijdrovend. Maar samen met die twee jongens, Auke en Roel, die er echt plezier aan beleven om zoiets uit te zoeken, was één en één al snel twee. Zij zijn echt de drijvende krachten achter het bruikbaar maken van de IsoBlue. Zij hebben het technisch werkend gekregen en zij ontcijferen de codes die uit de trekker komen. Ik ben dan ook vooral data voor ze aan het verzamelen, zij doen de feitelijke ontwikkeling.”
Hoewel iedereen vaak met zijn eigen ding bezig is, blijkt ook nu dat het akkerbouwwereldje maar klein is: “Het is vaak zo dat er op meerdere plekken met hetzelfde idee wordt rondgelopen. Dit is daar ook weer een mooi voorbeeld van, maar gelukkig hebben we elkaar op het juiste moment getroffen om gezamenlijk dit project op te kunnen pakken.”
Efficiëntere teeltbegeleiding
Het sympathieke aan dit initiatief is dat de gegenereerde data eigendom van de boer blijft. “Er zit geen verdienmodel achter, zoals je weleens bij andere grote merken ziet. Wij hebben er gewoon veel lol in om hiermee te werken. Het is niet veel werk: ik zet het kastje aan en het loopt. Data-loggen doen we natuurlijk al langer, maar dit is weer een extra mogelijkheid zonder dat er weer een duur abonnement aan vastzit. Iedereen probeert een verdienmodel te bedenken bij precisielandbouw en wij boeren moeten dat allemaal maar zien op te hoesten. De kosten liggen vaak enorm hoog en dat is bij dit project juist niet het geval. Dit is laagdrempelig en de kans is heel groot dat er bruikbare data uitkomt die je verder helpt in je bedrijfsvoering. De data kan gebruikt worden bij (eco)ploegen, maar ook voor het onderling vergelijken van brandstofverbruik. Er zijn ontzettend veel dingen die in de trekker wordt opgeslagen, zonder dat wij daar als akkerbouwer gebruik van maken. Door al die data te loggen en te delen met elkaar kunnen we weer stappen zetten richting een efficiëntere teeltbegeleiding en heb je meer invloed op de teeltprocessen.”