Stukken grond omdraaien, dat zou in de toekomst nodig kunnen zijn. Want de extra ruimte die nodig is voor biologische landbouw staat haaks op de inname van grondoppervlak voor woningbouw en infrastructurele projecten. Ook de huidige lage vruchtwisseling geeft negatieve druk op de agrarische gronden in Flevoland.
Hoogste groei in Flevoland
Flevoland heeft de hoogste groei in bruto regionaal product in Nederland (4,2% in 2017, CBS) en vormt het hart van de biologische teelt in ons land. Meer dan de helft van het areaal biologische akkerbouw was in 2017 in deze provincie te vinden, en iets minder dan de helft van het biologische areaal tuinbouw open grond. Een fraai uitgangspunt in het besef dat de afzet van biologische voeding de laatste vijf jaar met gemiddeld 10% per jaar steeg. Een kanttekening: biologische landbouw vraagt meer grond om tot eenzelfde productie te komen als conventionele landbouw.
Om die spaarzame grond vindt een concurrentieslag plaats: ook voor woningen en infrastructuur is grond nodig. Voor deze doeleinden wordt acht- tot negenduizend hectare grond richting 2040 onttrokken uit het huidige areaal cultuurgrond becijferde Wageningen UR recent, een daling van 10%
Vruchtwisseling
“Helaas kunnen we elk stuk grond maar een keer gebruiken, het spreekwoordelijke omdraaien zit er niet in”, vertelt Rabo Research analist Lambert van Horen. “Daarom is het van belang om de beschikbare grond vruchtbaar te houden. Er gaat veel goed, in alle vormen van landbouw wordt meer en meer duurzaam geteeld, maar bijvoorbeeld vruchtwisseling is wel iets om in de gaten te houden. Want daarin ligt een dilemma, het zijn de best renderende gewassen die de bodem het meest uitputten, zoals aardappels en bloembollen.” In 2018 werd op 22% van de Flevolandse cultuurgrond aardappelen geteeld, een lichte daling sinds 2000, waardoor de rotatie nog steeds op bijna een op vier ligt. Het areaal bloembollenteelt is een half procentpunt gestegen naar 3,3% in 2018.
Waar kiest je als agrarisch ondernemer voor?
Dus waar kies je als agrarisch ondernemer voor; een vierjaarswisselplan met goed renderende gewassen, die de bodem uitputten, of een zesjaarswisselplan met daarin ook minder goed renderende gewassen? Door de afnemende beschikbaarheid van landbouwgrond zal de grondprijs stijgen, wat de rentabiliteit niet ten goede komt. Economie en ecologie gaan vooralsnog niet hand in hand.
Kortlopende pachtconstructies winnen aan populariteit
Pachtconstructies kunnen een factor zijn in het op peil houden van deze bodemkwaliteit. Ter vergelijking: daar waar huurders van een woning deze na afloop van huurperiode weer in originele staat moeten terugbrengen, is er geen vergelijkbare verplichting voor de pachters van landbouwgrond. Vandaag de dag is 26% van de Nederlandse landbouwgrond in gebruik op basis van pacht (CBS, 2018), waarbij kortlopende liberale pacht aan populariteit wint: het aandeel steeg naar 6% op het totale areaal waar reguliere pacht daalde van 20 naar 14%. Hierin ligt een dilemma, want voor zo’n korte termijn ligt het voor de hand om voor een renderend gewas te gaan. Het vraagt van alle betrokkenen om goede afspraken te blijven maken om de bodemkwaliteit hoog te houden.
Food Forward bijeenkomst
De uitkomst van de regioscan en deze dilemma’s vormen een vertrekpunt voor de Food Forward-bijeenkomst over de regio’s Flevoland, Noord-Overijssel, Veluwe & Salland op maandag 20 mei. In een weiland nabij Lelystad komen food & agri-ondernemers, overheden, onderzoekers, consumenten en Rabobankmedewerkers bijeen in Rabobanks Brasserie 2050 om gezamenlijk stappen te zetten waarmee toekomstige uitdagingen kunnen worden getackeld. Het is de intentie om vanuit die serie bijeenkomsten een interdisciplinaire groep te vormen die hun oplossing in een paar maanden verder uitwerkt, met ondersteuning vanuit Rabobank.
Het urgentiebesef
Deze regionale ontwikkelingen en het bredere perspectief van het wereldvoedselvraagstuk voeden het urgentiebesef dat er een tweede groene revolutie nodig is in de landbouw. Na de Tweede Wereldoorlog was de Rabobank al onderdeel van het succes van de eerste. Boeren waren destijds zelfs de motor van de economische ontwikkeling in Nederland, maakten van ons land de tweede landbouwexporteur van de wereld. Een tweede revolutie gericht op voedselproductie met een lagere ecologische impact, is nu nodig. Rabobank heeft daarin wederom een belangrijke rol. We rijden niet zelf op de tractor, maar de bank is als leidende financier in de internationale food & agrisector wel dé partner van de boer.
Bron: Rabobank