De landbouwkringloop. Er is al veel gezegd en geschreven over dit onderwerp. Zeker nu minister Schouten één zesde van haar totale budget beschikbaar stelt aan de overgang naar een kringlooplandbouw. Volgens bedrijfsleider Eelco Boot van het agrarisch innovatie- en kenniscentrum Rusthoeve zijn er wel enkele interessante alternatieven nu het gewasbescherming- en bemestingsplaatje jaarlijks anders wordt.
Eelco Boot: “We hebben hier in het suikerbietenperceel een spaakwielbemester staan die breedwerpig kunstmestkorrels geeft en in de rij plaatsspecifieke bemestingstechniek laat zien. Dat vergt wat extra handelingen voor de teler, maar het rendement is er ook naar.”
Boot vertelt dit tijdens de twintigste keer open dag van proefboerderij Rusthoeve in Colijnsplaat en het CZAV (Coöperatieve Zuidelijke Aan- en Verkoopvereniging) die afgelopen week werd georganiseerd. De open dag had heel toepasselijk als thema: kringlooplandbouw en telers konden op deze dag de spaakwielbemestingsmethode – injecteren in de bodem – met eigen ogen beoordelen. Boot: “De eerste signalen zijn positief, maar het vergt voor de akkerbouwers wel een andere manier van denken dan wanneer je een kunstmeststrooier aanprikt en in een kwartier tijd het bietenperceel gaat bemesten. De meeste telers kijken nu nog kritisch naar de plannen van de minister, maar als de portemonnee er dikker van wordt dan wil iedereen wel veranderen. Tien ton tarwe van vijftien cent is minder als acht ton tarwe van twee dubbeltjes. Of zaken als spaakwielbemesting echt gaan zorgen voor een dikkere portemonnee is op dit moment nog lastig in te schatten, vooral omdat Nederland natuurlijk een echt exportland is en we altijd afhankelijk zullen zijn van de marktprijzen in Europa en daarbuiten.”
Groenbemesters
Tijdens de open dag waren er op het bodemplein ook diverse groenbemestermengsels zichtbaar. Hiervoor geldt eigenlijk hetzelfde als voor het investeren in spaakwielbemesting. “Die mengsels zijn goed voor bijen en insecten, maar iedereen vraagt zich af wie de prijs daarvoor betaalt. Telers willen graag uien zaaien en daaromheen (in de spuitsporen) komkommerkruid planten, maar uiteindelijk moet het wel wat opleveren. Veel akkerbouwers hebben het de laatste jaren – mede vanwege weersextremen en hoge ziektedruk – al niet vet. Dus bereidwilligheid? Ja. Maar overtuigd? Niet, zolang er geen duidelijk verdienmodel is.”
Trips
Proefboerderij Rusthoeve ligt middenin Zeeland, nog altijd het uiengebied bij uitstek. Vanzelfsprekend kwamen de problemen met trips ook aan de orde: “De Zeeuwse uientelers zijn vorig jaar natuurlijk in de val getrapt als het gaat om trips-bestrijding. Ook in 2018 zijn de meesten weer te laat begonnen met de eerste bespuiting. Met die kennis durf ik wel te stellen dat de eerste trips-bespuitingen – ondanks dat de uien nog klein zijn – er op dit moment toch al op moet liggen. Het zijn dure bespuitingen, dat weet ik, maar trap niet voor het tweede jaar op een rij in de val. Dit jaar is weer een heel ander seizoen dan vorig jaar, maar dat neemt niet weg dat nu al bespuiten heel zinvol is. Dat hebben we zelf op onze proefvelden ook al gedaan en ik denk dat dit een nieuwe – probleemgestuurde – manier van denken kan zijn als het gaat om bestrijding van trips gedurende het seizoen.”
Veel vragen
Naast het buitenprogramma, waarbij bezoekers op de platte kar langs de diverse demovelden werden gereden, waren er ook diverse workshops tijdens de jaarlijkse open dag. Ook daar bleken er veel vragen te zijn over de kringlooplandbouw. Boot: “We merken ook daar nog veel scepsis over de plannen van minister Schouten. We vinden het dan ook een taak voor ons om te laten zien dat het wel kan. We snappen ook dat het zo gemakkelijk niet is. Iedereen kan wel roepen dat we minder kunstmest moeten gebruiken, maar uiteindelijk moet er onder aan de streep wel een inkomen zijn. Ik heb het gevoel dat we de telers vandaag wel een klein beetje hebben kunnen overtuigen dat een kringlooplandbouw ook rendement kan opleveren. Natuurlijk moeten we het allemaal nog maar zien, zo nuchter ben ik zelf ook wel. Maar door op deze proefvelden alle mogelijkheden in alle teelten te laten zien en door er met elkaar over te praten denk ik dat we stapje voor stapje verder komen. Er is namelijk geen weg terug: een weg die ingeslagen wordt, is ook de weg die de teler zal moeten volgen.”