Precisielandbouw, rooidemo’s, proefvelden en kennis delen. Op 4 en 5 september vindt de PotatoEurope 2019 plaats. Na vier jaar is de beurs weer terug in België. Na Frankrijk, Nederland en Duitsland valt de beurt dit keer ten deel aan Kain, een dorpje nabij Doornik.
De PotatoEurope staat bekend om de vele noviteiten, maar de focus van het grootste openlucht aardappelevent ligt ergens anders. Event-coördinator Alain van der Cruys (Fedagrim) doet uit de doeken wat bezoekers allemaal mogen verwachten. Zijn relaas begint met een uitleg over het centrale thema. Van der Cruys: “Samen met onze partner Case IH en Steyr is besloten dat we ons vooral gaan richten op de diverse thema’s rondom precisielandbouw.”
Opbrengstkaarten, analyses, drones en sensoren
Dat thema was eigenlijk voorzien voor de editie van 2017 in Emmeloord, maar die uitgave viel letterlijk in het water en daarmee ook het perceel waarop precisielandbouw was toegepast. De komende editie moet uitkomst bieden. “Op basis van eerder gemaakte opbrengstenkaarten en bodemanalyses gecombineerd met chlorofylanalyses, dronevluchten en diverse sensoren laat Case IH Agriculture in haar stand en op praktijkpercelen zien hoe precisielandbouw kan bijdragen aan het verhogen van de opbrengst en/of het verlagen van de kosten.”
Groeiend perceeloppervlakte
Eind april werd het laatste pootgoed op het demoterrein van PotatoEurope geplant en tot eind mei bleven de deelnemingsaanvragen binnenstromen. Van der Cruys: “Met meer exposanten en een groeiende perceeloppervlakte, lijkt alles erop te wijzen dat PotatoEurope 2019 weer een schot in de roos wordt.”
Rooidemonstraties van o.a. AVR, Dewulf en Grimme
De PotatoEurope rust op twee pijlers: één daarvan is de demonstratie van rooiers. Dit jaar zullen liefst veertien rooiers van zes verschillende firma’s hun kunsten vertonen: AVR, Dewulf, Grimme, Ploeger, Pouchain en Ropa presenteren begin september zowel zelfrijdende als getrokken rooiers. Van der Cruys: “Wij zijn vooral content dat alle werkbreedtes vertegenwoordigd zullen zijn, van vierrijers en drierijers, tweerijers tot en met éénrijige rooiers. De rooiers zullen per type gegroepeerd en gedemonstreerd worden. Dit programma zal in de namiddag telkens herhaald worden. Daarnaast zullen vijf inschuurlijnen, inclusief kistenbehandeling van AVR, Bijlsma-Hercules, Dewulf-Miedema, Dubrulle-Downs en Grimme beide dagen permanent draaien. De demo’s voorzien dus in alle smaken waardoor het voor zowel loonwerkers als de kleinere akkerbouwer interessant is.”
Proefvelden
Een tweede pijler van PotatoEurope zijn de proefvelden. Van der Cruys: “Dit jaar hebben acht firma’s een proefveld aangevraagd. Deze zijn centraal ingeplant zodat de bezoeker ze makkelijk kan vinden. Naast variëteitenveldjes zullen vooral fyto- en bemestingsproeven worden voorgesteld.”
Aardappelnoviteiten
Uiteraard maken ook weer veel landbouwbedrijven van de gelegenheid gebruik om allerhanden aardappelnoviteiten te tonen op deze gerenommeerde internationale beurs. “We hebben geen specifieke vragen gesteld om noviteiten te presenteren, maar het is een zeer internationaal publiek waardoor het zeer interessant is om nieuwe producten te presenteren aan de internationale aardappelwereld. Dat zal dan ook veelvuldig gebeuren”, zo stelt Van der Cruys. “Maar los van deze noviteiten blijft kennisuitwisseling tussen diverse nationaliteiten en bedrijfstakken binnen de aardappelwereld de essentie van PotatoEurope.”Van der Cruys erkent dat de problemen die Emmeloord heeft ondervonden met extreme regenval van invloed zijn geweest op de voorbereiding van de editie in België: “Graag wil ik voorop stellen dat ik vooral medelijden met Emmeloord heb, want de gebeurtenissen daar zijn vooral pech geweest. Zij kregen een storm over zich heen en als dat met zulke enorme neerslaghoeveelheden gepaard gaat, is iedere organisatie kansloos. Als ons dat op 4 of 5 september overkomt, dan kunnen wij daar ook niets aan doen. Maar we hebben wel de manier van opbouw veranderd door te zorgen dat de opbouw niet over dezelfde wegen trekt als de bezoekers later zullen bewandelen. Hierdoor blijven de paden beter intact als het nat mocht worden die dagen.”
Groeiende vraag naar standruimte door exposanten
De vraag naar standruimte door exposanten is dit jaar bijzonder hoog. De laatste Belgische editie van PotatoEurope in 2015 telde 193 exposanten, aan de komende editie zullen 216 exposanten deelnemen. Bovendien neemt het internationale karakter van deze beurs verder toe: de exposanten komen uit zeventien verschillende landen. De verwachting is dat het ruimer en internationaler exposantenaanbod ook een ruimer en een nog gediversifieerder bezoekerspotentieel op de been brengt. In 2011 waren er 7.700 geïnteresseerden die PotatoEurope bezochten, in 2015 waren dat er meer dan 9.500. Dit jaar wordt er rekening mee gehouden dat de kaap van de 10.000 aardappelliefhebbers ruimschoots gerond zal worden.
Verharde parkeergelegenheid
“Qua parking hebben we ook maatregelen genomen door een deel van de parkeergelegenheid op verhard terrein te realiseren. De standhouders zullen bij eventuele natte weersomstandigheden altijd zelf bepalen welke rooidemo wel of niet doorgaat, maar wij hebben zeker getracht te leren van de gebeurtenissen in Emmeloord en hopen we met deze maatregelen de mogelijke problemen op te kunnen vangen.”“Na afloop van Emmeloord is hier ook direct overleg geweest om te bespreken om dat hier te voorkomen. De bezoekers van de beurs zijn het gelukkig gewend om met wisselende weersomstandigheden om te gaan, maar als organisator is het wel frustrerend als het werk van vele maanden omwille van regen of droogte tenietgedaan wordt.”
Laatste loodjes
Op 12 augustus zijn alle velden klaargemaakt voor de beurs en is begonnen aan de laatste voorbereiding. Zelfs voor Van der Cruys, die aan zijn vierde editie toe is, zijn dat spannende momenten. “Het blijft een ‘zware beurs’ om te organiseren, maar het is ook enorm mooi om het geheel te overzien. We moeten continu mee-evolueren om aan de vraag van beursbezoekers te voldoen. Acht jaar geleden kwamen mensen vooral kijken naar een machine, maar nu komt men toch veel meer voor kennis over problemen waar ze in praktijk tegenaanlopen.”