De Europese Unie is er de afgelopen tien jaar niet in geslaagd de risico's verbonden aan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen aanzienlijk te beperken. Dat zegt de Europese Rekenkamer in een nieuw rapport.
In principe mogen landbouwers enkel maar chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken als er geen efficiënt alternatief voorhanden is, maar bij gebrek aan betrouwbare gegevens en systematische controles, schiet de handhaving tekort.
Gemeenschappelijke regels EU
Landbouwbedrijven maken gebruik van gewasbeschermingsmiddelen om ziektes, schimmels en andere schadelijke organismen te weren. Maar die middelen kunnen schadelijk zijn voor mens en milieu. Sinds 1991 heeft de EU gemeenschappelijke regels voor de toelating en het gebruik van de middelen en in 2009 nam ze een richtlijn aan voor het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen: de Integrated Pest Management (IPM). Deze richtlijn bepaalt dat landbouwers enkel chemische bestrijdingsmiddelen mogen gebruiken als er geen andere manier is om de gewassen te beschermen.
Maar die richtlijn had tot nog toe niet het gewenste resultaat, stipt de Europese Rekenkamer aan in een rapport. Verschillende lidstaten waren te laat om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving, en bovendien controleert de Europese Commissie de volledigheid of de juistheid van de omzetting niet naar behoren, klinkt het. Zo hebben niet alle lidstaten een verplicht boetesysteem ingevoerd. De controleurs erkennen echter dat de Commissie sinds 2016 de maatregelen heeft geïntensiveerd om de uitvoering van de richtlijn betreffende een duurzaam gebruik van pesticiden af te dwingen.
Handhaving schiet terkort
Maar er zijn geen duidelijke doelstellingen op Europees niveau, geen betrouwbare gegevens over het gebruik en ook de handhaving schiet tekort. De controleurs merken ook op dat er voor landbouwers weinig stimulansen zijn om hun afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Zij wijzen er met name op dat de toepassing van IPM-beginselen geen voorwaarde is voor het ontvangen van GLB-betalingen.
Dat alles maakt dat de Europese Commissie "tot nu toe niet in staat is geweest de risico's in verband met het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door landbouwers aanzienlijk te beperken en te beheersen", concludeert controleur Samo Jereb. Hij spreekt van "een gemiste kans": "met het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) dat in 2021 in werking zal treden, had deze kwestie naar behoren kunnen worden aangepakt."
Controleren landbouwbedrijven
De Rekenkamer roept de Europese Commissie op het gebruik van de middelen te gaan controleren bij landbouwbedrijven zelf, om de gegevens over het gebruik ervan te verbeteren, en om betere risico-indicatoren te ontwikkelen. Daarnaast vraagt de Rekenkamer ook om overmatig gebruik te koppelen aan de Europese middelen voor de lidstaten in het nieuwe GLB.
In de Europese Unie wordt jaarlijks meer dan 350.000 ton gewasbeschermingsmiddelen verkocht. Er zijn al 487 werkzame stoffen met een laag risico goedgekeurd voor gebruik, maar daarvan zijn er nog maar 16 beschikbaar gesteld.
Bekijk het rapport van de Europese Rekenkamer.
Bron: VILT