Met de komst van het voorjaar kunnen we, net als afgelopen jaren, een maatschappelijk debat over de ‘gele velden’ verwachten. Deze negatieve aandacht schaadt ons imago.
Gewasbescherming
Als LTO Noord willen we daarom met onze boeren laten zien dat we zorgvuldig omgaan met gewasbescherming en middelen als glyfosaat enkel inzetten wanneer alternatieven ontbreken. Hoe? Lees over de aanpak hieronder.
Aanpak LTO
‘We zien dat het gebruik van glyfosaat maatschappelijk onder druk staat’, zegt Jaap van Wenum, lid algemeen bestuur LTO Noord en voorzitter van de LTO-vakgroep Akkerbouw. ‘Als sector zijn we hier niet blind voor. Waar mogelijk zullen we het gebruik moeten beperken en de voorkeur moeten geven aan mechanische methoden. Alleen dan kunnen we het middel mogelijk voor de toekomst behouden. Dat is van groot belang voor onder andere de bestrijding van probleemonkruiden als kweekgras, die anders niet of nauwelijks klein te krijgen zijn.’
Uitgangspunten LTO
LTO vindt dat de toelating van gewasbeschermingsmiddelen gebaseerd moet blijven op de onafhankelijke wetenschappelijke risicobeoordeling door EFSA en Ctgb. Volgens deze instanties heeft glyfosaat een relatief lage milieulast en is gebruik van glyfosaat volgens de voorschriften veilig voor mens, dier en milieu.
LTO vindt daarnaast dat, waar dat economisch en praktisch haalbaar is, methoden en maatregelen gekozen moeten worden die de omgeving zo min mogelijk belasten. En dat boeren en tuinders de inzet van gewasbeschermingsmiddelen waar mogelijk beperken. Weerbare bodems en weerbare planten vormen daarvoor de basis.
Twee sporen
De aanpak van LTO Noord in relatie tot de ‘gele-velden-discussie’ loopt langs twee sporen. ‘Aan de ene kant willen we met en tussen leden kennis delen’, vertelt Van Wenum. ‘Welke alternatieven zijn voor glyfosaat in de praktijk toepasbaar en hoe kunnen we het gebruik daarvan stimuleren. Aan de andere kant willen we burgers duidelijk maken welke zorgvuldige afwegingen ondernemers maken bij gebruik van glyfosaat. Dat doen we met feiten. En door burgers mee te nemen in de overwegingen en ervaringen van boeren.’
Verkennen van alternatieven
LTO Noord verkent nu onder andere met loonwerkers praktische alternatieven voor de toepassing van glyfosaat. In Oost-Nederland wordt er samen met de projectdeelnemers van Vruchtbare Kringloop Overijssel en Vruchtbare Kringloop Achterhoek ervaring opgedaan met diverse vormen van mechanische bewerking van vanggewassen voor het ploegen van maispercelen. Met hulp van tien velddemo’s worden ervaringen en bevindingen met mechanisch onderwerken van vanggewas (online) gedeeld.
Emotie
LTO Noord neemt de komende tijd via sociale media burgers mee met informatie over het gebruik van glyfosaat en de alternatieven van onderwerken. Burgers krijgen met feiten en via persoonlijke verhalen van boeren een breder beeld van dit thema. ‘Het gaat niet alleen om informatie, juist in deze discussies overheerst de emotie’, stelt Van Wenum. ‘Daarom willen we ook graag onze boeren aan het woord laten over hun afwegingen en dilemma’s zodat burgers hiermee meer inzicht krijgen in nut en noodzaak van het – mechanisch of chemisch – onderwerken van vanggewas of groenbemester.’
Bron: LTO Noord