In 2024 is in Nederland voor het eerst gemiddeld meer dan 80.000 euro betaald voor een hectare agrarische landbouwgrond. Tien jaar eerder lag dit nog rond 50 duizend euro per hectare. Ten opzichte van heel 2023 steeg de grondprijs in het afgelopen halfjaar met 3,3 procent naar 81.500 euro per hectare. Door blijvende grondhonger zetten de prijsstijgingen onverminderd door, voorzien NVM-makelaars Agrarisch & Landelijk.
Sterke vraag vanuit de landbouw zelf en andere sectoren drijven de grondprijs op. Boeren zijn vooral op zoek naar mestplaatsingsruimte door afbouw van de derogatie. Tegelijk blijft grond – afhankelijk van de vergunningsaanvragen – gewild voor woningbouwprojecten, infrastructuur, duurzame energie of als belegging.
Akkerbouwgrond
Akkerbouwgrond nadert met 94.000 euro gemiddeld de grens van 100.000 euro per hectare. Grasland is een stuk goedkoper met gemiddeld 75.000 euro per hectare in 2024 tot nu toe. NVM-makelaars beoordelen de verkoopbaarheid in het eerste halfjaar met een rapportcijfer 9,0. Een stijging van 0,2 ten opzichte van het tweede halfjaar van 2023. Ook de krapte neemt toe: 61 procent van de makelaars ziet de verhouding tussen vraag en aanbod verder verscherpen.
‘Grondmarkt blijft zeer dynamisch’
‘De grondmarkt blijft zeer dynamisch,’ aldus Jos Ebbers, NVM-vakgroepvoorzitter Agrarisch & Landelijk. ‘Losse grond is zeer gewild en is vlot verkocht. Vooral grote percelen liggen goed in de markt. Het aantal te koop komende gehele bedrijven zal naar mijn verwachting echter toenemen. Agrariërs hebben toekomstperspectief nodig om innovatief te ondernemen. Overbodige regelgeving past daar niet bij.
Afschaffing van het Nationaal Programma Landelijk Gebied is een kans om een variant van de Dienst Landelijk Gebied te herintroduceren, want oplossingen voor het landelijk gebied zijn de sleutel voor agrarisch perspectief, natuur en milieu, de woningbouwopgave en bestendige groei van het bedrijfsleven.’
Melkveehouderij blijft zoeken naar ruimte
In de eerste helft 2024 zijn 41 melkveehouderijen verkocht; negen meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Friesland valt dit jaar op met al 15 verkopen. De stijging van het aantal transacties komt door afbouw van de derogatieregeling, die een einde maakt aan de Nederlandse uitzondering om meer mest uit te rijden. Hierdoor zijn agrariërs op zoek naar extra grond om mest kwijt te kunnen en kopen ze vaker beschikbare bedrijven, liefst met vergunningen.
In het eerste halfjaar boden makelaars 38 melkveebedrijven aan tegenover 52 in de eerste helft van 2023. Deze afname hangt samen met de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijlocaties. De grote vraag naar grond zorgt voor stijgende prijzen, inclusief de gebouwen.
Amper verkoop varkenshouderijbedrijven
De verkopen van intensieve veehouderijbedrijven (varkens, pluimvee, vleeskalveren) blijven laag. In de eerste helft 2024 zijn slechts 10 bedrijven verkocht, het minst sinds 2010. In 2024 wisselden slechts drie varkenshouderijen van eigenaar, terwijl dit jaar 12 varkenshouderijen nieuw te koop zijn aangeboden. In totaal kwamen in 2024 tot nu toe 20 nieuwe intensieve veehouderijen op de markt. Dit brengt het actuele aanbod op 42.
De verkoopbaarheid van intensieve veehouderijen ramen NVM-makelaars op een lage 5,9 vanwege de opkoopregelingen die de sector hard treffen. Toch zijn er grotere varkens- en pluimveebedrijven die uitbreiding zoeken, met de juiste vergunningen en buiten Natura 2000-gebieden. Naast stoppersregelingen leiden schaalvergroting, stijgende kosten en gebrek aan opvolgers tot minder bedrijven. Zo halveerde het aantal varkenshouderijen sinds 2010, waarbij het totaalaantal varkens 12 procent afnam.
Landelijke woningen blijven populair
Landelijke woningen blijven populair, al is de vraag na de coronacrisis iets gedaald. Dit betreft vrijstaande woningen of woonboerderijen buiten de bebouwde kom of in landelijk gebied. De afgelopen vijf jaar hadden deze woningen gemiddeld een woonoppervlakte van 175 m² en een perceel van 2.200 m². Flink meer dan andere verkochte woningen met gemiddeld 112 m² woonruimte en perceel van 210 m² (exclusief appartementen).
De grootste landelijke optrekjes zijn verkocht in de provincie Utrecht met gemiddeld 193 m² woonoppervlakte, maar een beneden gemiddeld perceel van 1.938 m². In Zeeland hebben landelijke woningen de minste woonruimte en relatief klein perceel van 1.360 m². Het meest riant qua wonen en perceel zijn verkochte landelijke woningen in Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant.
Bron: NVM