Een verbod op inkoop onder de kostprijs is maar een kleine bijdrage aan een structureel betere positie van boeren in de keten. Alleen een gedegen markt- en prijsbeleid kan echt leiden tot een toekomstbestendig voedselsysteem, dat zowel voor de boer als voor de samenleving het meest optimaal is. Aldus de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV).
In 2019 is in de EU de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken in werking getreden. Lidstaten kregen twee jaar de tijd om deze verordening in wetgeving te implementeren. In Nederland is dat in 2021 gebeurd. In deze wet Oneerlijke Handelspraktijken (OHP) is geregeld dat de veelal grote afnemers geen ongeoorloofde druk op de veel kleinere producenten kunnen uitoefenen. Zo is bijvoorbeeld een maximale betaaltermijn geregeld. Ook moeten de contractvoorwaarden die de inkopende partij hanteert, vooraf bekend zijn bij de verkopende partij en mogen niet achteraf nog eenzijdig aangepast worden.
Onafhankelijke autoriteit
Voor de NAV was het vooral van belang dat er een onafhankelijke autoriteit is, waar boeren hun klachten kunnen melden. Dit waarbij de anonimiteit van de klager zo lang mogelijk gewaarborgd blijft. En die onafhankelijke autoriteit moet ook zelfstandig een klacht kunnen onderzoeken. Als die klacht terecht blijkt te zijn, moet er ook een serieuze sanctie opgelegd kunnen worden. In Nederland is de uitvoering van de wet OHP bij een aparte afdeling van de ACM (Autoriteit Consument en Markt) neergelegd.
Werkt de wet OHP?
De NAV heeft in 2024 de door de EU uitgevoerde enquête ingevuld. Hun conclusie is dat het heel goed is dat deze wet er is gekomen, maar dat zij niet de indruk hebben dat de wet een heel grote impact heeft op de positie van de boer in de keten. De ervaringen in het Verenigd Koninkrijk, waar deze wetgeving al veel langer in werking is, was dat er ook een preventieve werking van uitgaat. Bedrijven weten veel beter waar ze zich aan moeten houden en weten ook dat ze, als ze over de schreef gaan, aangepakt kunnen worden. Dit zou in ons land ook heel goed een gevolg van de wet OHP kunnen zijn.
De NAV had ook niet verwacht dat een dergelijke wet de positie van de boer enorm zou kunnen verbeteren. Deze wetgeving kan namelijk niets veranderen aan een te laag niveau van de markt, dat kan alleen als je iets aan de relatie tussen vraag en aanbod kan doen. De wet OHP kan er wel voor zorgen dat wanneer het marktniveau te laag is (door overaanbod bijvoorbeeld), de afnemer niet nog eens extra de prijs kan drukken vanwege de zwakke positie van de boer.
Om werkelijk de positie van de primaire producent in de keten te verbeteren is het nodig dat boeren zich verenigen om een meer gelijkwaardige partner van de grote, vaak multinationaal werkende, afnemers te worden. Een erkende producentenorganisatie is daar een uitstekend middel voor, daarom heeft de NAV ook de POC opgericht en de PO Eiwitboeren van Nederland.
Inkoop onder kostprijs
De NAV werkt al een aantal jaren samen in een Europese coalitie met een aantal maatschappelijke organisaties, die zich bezighoudt met de verbetering van de wet Oneerlijke Handelspraktijken (OHP). Deze coalitie is nu bezig met een lobby om deze wetgeving uit te breiden met een clausule om het inkopen van voedselproducten onder de kostprijs te verbieden.
Er is een aantal landen die deze toevoeging aan de wet OHP al kennen, waaronder Frankrijk. In België wordt er inmiddels aan gewerkt. Het lijkt de NAV een goed idee dat de nieuwe regering, vooruitlopend op wat er eventueel in Europa gebeurt, hiermee aan de slag gaat.
De NAV denkt niet dat als het inkopen onder kostprijs in de wet is opgenomen, dan bijvoorbeeld de wereldmarktprijs van tarwe simpelweg 50 procent gaat stijgen om op het niveau van de kostprijs te kunnen komen. Wel zou dit verbod moeten voorkomen dat Nederlandse supermarkten AGF-producten onder de kostprijs kunnen inkopen. Zeker nu Jumbo een nieuwe prijzenoorlog in de retail heeft aangekondigd is betere bescherming van de inkoopprijs voor boeren belangrijk geeft de NAV aan.
Overschotten?
Een verbod op inkoop onder de kostprijs is maar een kleine bijdrage aan een structureel betere positie van boeren in de keten. Alleen een gedegen markt- en prijsbeleid kan echt leiden tot een toekomstbestendig voedselsysteem, dat zowel voor de boer als voor de samenleving het meest optimaal is. En deze bescheiden aanpassing van de wet OHP zal ook zeker niet tot voedseloverschotten leiden, want iedere ondernemer weet dat produceren voor alleen de ‘kale’ kostprijs, niet toekomstbestendig is.
Positie van de boer verbeteren
Een verbod op verkoop onder de kostprijs kan weer een klein stapje zijn om de positie van de boer in de keten te verbeteren, maar een gedegen markt- en prijsbeleid biedt een echt structurele oplossing. Via een combinatie van strategische voorraden en kostprijsberekeningen kunnen grote fluctuaties in de prijzen worden voorkomen en dat vergroot de voedselzekerheid. De EC wil een ‘EU-prijsobservatorium’ opzetten voor kostprijzen, marges en handelspraktijen, zodat de margeverdeling transparanter wordt. Maar alleen transparantie gaat de problemen niet oplossen, aldus de NAV.
Al met al concludeert de NAV dat de voorgestelde aanpassing van de wet OHP niet alleen voor een klein beetje meer perspectief zorgt voor boeren, maar is het ook een welbegrepen maatschappelijk eigenbelang. Want de beste garantie voor voedselzekerheid is de producent een eerlijke prijs betalen.
Bron: NAV