Teelt-gebonden risico’s bij droog-geoogste gele erwten zijn ook na recent onderzoek nog reëel. Dat blijkt uit een tussentijdse evaluatie van PEAPACT en Leg-O. Beide onderzoeksprojecten mikken via veldonderzoek en samenwerking met landbouwers op optimalisaties, en zelfs al op opschaling van de lokale productie.
“Er zijn veel goede redenen om dit gewas breder in onze rotaties te krijgen’, vertelt Joos Latré, landbouwonderzoeker van HOGENT (Hogeschool Gent). “Tegelijk moeten we vaststellen dat de opbrengst- en oogstzekerheid van gele erwt nog niet even stabiel is als die van bijvoorbeeld tarwe en maïs. Het varieert van acht ton per hectare tot bijna nul.”
Strokenteelt biedt oplossingen
“Het innovatieve concept strokenteelt gaat er misschien voor zorgen dat het totaal rendement per hectare verhoogt en ook dat de ziektegevoeligheid van deze teelt verlaagt’, meent Inge Speeckaert van ILVO en Universiteit Gent. “Erwten, en vlinderbloemigen in het algemeen, bezitten duidelijke nutritionele, milieu- en bodemverbeterende eigenschappen.” In het Vlaio-project Leg-O bekijkt Speeckaert in welke mate afwisselende akkerstroken met peulvruchten (erwt, veldboon, nierboon) en met graan (baktarwe, durum, brouwgerst) leiden tot stabielere opbrengst.
In vergelijking met bijvoorbeeld soja en lupine is de teelt van gele erwt als peulvrucht al langer gekend in Vlaanderen. Momenteel worden peulvruchten slechts in beperkte mate in Vlaanderen geteeld, en dan vaak nog als veevoeder. Recent ontstaat er een nieuwe dynamiek. In het kader van de eiwitshift is er een stijgende interesse voor lokaal geteelde peulvruchten voor humane consumptie vanuit de retail en de verwerkende industrie.
Verwerking erwten opschalen
Arvesta heeft als lokale verwerker pas geïnvesteerd in een nieuwe fabriek in Mettet, maar ook het Waalse bedrijf Cosucra zet in op meer erwten van lokale herkomst. Vandaar de concreet stijgende vraag naar geïnteresseerde landbouwers om te voorzien in meer lokale geteelde gele erwt. Voor Arvesta zijn er zowat honderd hectare erwten geplant dit seizoen.
Het is al bekend dat peulvruchten op het veld interessant zijn in de gewasrotatie, omdat ze stikstof uit de lucht kunnen fixeren en dus geen nood hebben aan stikstofbemesting. En dat ze reststikstof nalaten in de bodem voor het volggewas.
Aandachtspunten bij erwten
Qua teelt zijn de verdere aandachtspunten geïdentificeerd: Zomererwten doen het beter dan wintererwten. De wintererwten krijgen vaak last van te veel vocht en van een plantenschimmelziekte (Anthracose). Zomererwt (gezaaid vanaf maart-april) kan anderzijds nog niet helemaal de combinatie maken van én een hoge opbrengst én een hoog eiwitgehalte. Dat laatste is net voor de geïnteresseerde fabrieken die aan eiwitextractie doen belangrijk.
Stabiliteit nodig
“Willen we de akkerbouwers overtuigen om lokale eiwitgewassen in hun rotatie te omarmen, dan is het zaak om een hogere opbrengststabiliteit onder extreme weersomstandigheden te kunnen voorleggen”, aldus Latré. Veel boeren verkiezen stabiliteit. De voorspelbaarheid van de oogst hangt ook samen met de finale verdienste. De contractteeltprijzen die men geeft voor bijvoorbeeld de droge erwten uit Frankrijk worden hier voorlopig als te bescheiden bestempeld.”
In de keten zitten nog een aantal knelpunten, onder andere op het vlak van naoogstbewerking zoals drogen, reinigen, optimale opslag en logistieke vraagstukken. Vanuit verschillende praktijkgerichte onderzoeksprojecten (o.a. VLAIO Leg-O en EIP Operationele groep PeaPact2) wordt er samen met landbouwers en bedrijven uit de toeleverende en verwerkende sector gewerkt aan oplossingen.
Bron: ILVO