Ondergrondverdichting is een hardnekkig probleem waarvoor nauwelijks werkbare oplossingen zijn. Daarom hebben onderzoekers van Wageningen Research in een publiek-private samenwerking (PPS) geprobeerd ondergrondverdichting te verminderen met een gatenboor.
Ze hebben op zand- en kleigrond gaten geboord in combinatie met diep wortelende groenbemesters en drie jaar lang de effecten gemeten. Belangrijkste conclusie: preventie blijft de beste remedie tegen ondergrondverdichting.
Bodemverdichting voorkomen
Boeren zijn zich goed bewust van maatregelen om bodemverdichting te voorkomen, maar door de natte weersomstandigheden tijdens de oogst is het veroorzaken van bodemverdichting vaak onvermijdelijk. In het recent op Crkls gepubliceerde deelonderzoek van de PPS Beter Bodembeheer ‘Potential of boreholes combined with deep-rooted cover crops to ameliorate subsoil compaction‘ is onderzocht of het boren van gaten zorgt voor betere beworteling en waterinfiltratie, zodat de ondergrond zich op min of meer natuurlijke wijze kan herstellen.
Belangrijkste conclusies
- De opbrengst was niet significant verschillend op de percelen waar gaten zijn geboord.
- De groenbemester was niet significant beter ontwikkeld op de percelen met gaten.
- De bulkdichtheid en indringingsweerstand lieten geen significante vermindering van ondergrondverdichting zien op de percelen met gaten.
- Er is meer onderzoek nodig naar het boren van gaten en diepwortelende groenbemesters om de effectiviteit van deze maatregelen goed in beeld te brengen.
Kleine gaten, grote gevulde gaten
Er zijn smalle en brede gaten geboord in combinatie met verschillende groenbemesters. De gaten moesten iets onder de verdichte laag uitkomen; rond 60 cm diepte. De kleine gaten (twee centimeter diameter) kwamen in een raster van 25 bij 25 centimeter. De grote gaten (10 centimeter diameter) kwamen in een raster van 75 bij 75 centimeter. De onderste helft werd gevuld met compost of potgrond en de bovenste helft met de opgeboorde grond.
Resultaat valt tegen
De gewasopbrengst en de ontwikkeling van de groenbemesters werden zowel in klei- als zandgrond niet significant beïnvloed door de gaten. Ook de gemeten penetratieweerstand veranderde niet door de boringen. Bij één groenbemester met diepe penwortel, de bladrammenas, vonden de onderzoekers een iets lagere indringingsweerstand, maar praktisch gezien was dit verschil verwaarloosbaar.
Preventie blijft beste remedie
Gaten boren is dus voorlopig nog geen oplossing voor de landbouwpraktijk. Ook is het kostbaar en tijdrovend. Omdat de andere beschikbare methoden tegen ondergrondverdichting ook niet effectief of duurzaam zijn, is het voorkomen ervan de hoogste prioriteit.
Mogelijke oorzaken tegenvallende resultaten
De onderzoekers noemen als mogelijke oorzaken voor de tegenvallende resultaten:
- Ondergrondverdichting was niet overal.
- De bodem is nog niet natuurlijk hersteld tijdens de vier meetjaren.
- De parameters bulkdichtheid en indringingsweerstand zijn erg locatieafhankelijk. Te ver van de gaten af meten heeft mogelijk geen effect.
Kostbare, tijdrovende methode
Het boren van gaten en diepwortelende groenbemesters bieden dus op dit moment geen perspectieven voor de huidige landbouwpraktijk. Als het boren van gaten wel effectief was gebleken, zou het nog steeds een erg kostbaar en tijdrovend methode zijn om uit te voeren met de huidige technieken en zou doorontwikkeling van de methode nodig zijn geweest.
Bron: Groen Kennisnet