Door de uitzonderlijke weersomstandigheden is er dit jaar alweer sprake van een vreemd zaaiseizoen. Door het natte weer konden veel uien pas laat gezaaid worden. De tijd tussen zaaien en de langste dag is daardoor maar kort. Dat is ook het moment waarop we iets zien gebeuren met de uienplant.
Die langste dag geeft ons zo’n 16 uur daglicht. Samen met nog een aantal factoren geeft dit de uienplant het sein om te gaan bollen (en nog weer later in het seizoen om te gaan afrijpen).
Daglengte en temperatuur
Die daglengte bevat dus een bepaalde hoeveelheid lichtintensiteit die samen met tempratuur van invloed is op de grootte van de plant. Die plant moet dan wel rond de langste dag minimaal drie pijpen hebben om tot een volwaardige ui te kunnen volgroeien. Ook voldoende voeding zoals stikstof en vocht spelen hierbij een belangrijke rol.
Diknekken
Als een van de laatstgenoemde factoren mist is er een kans op het ontstaan van bijvoorbeeld dikhalzen/diknekken. De plant is dan niet voldoende gaan bollen en gaat niet in rust in de bewaring. Deze bollen lopen dan als eerste uit. Hetzelfde effect treedt op als er maar weinig planten op het veld staan en het gewas dus te veel ruimte heeft.
Bron: De Groot en Slot