De consumentenprijsindex van aardappelen is in december uitgekomen op 134 (2015=100), 18 punten minder dan in juli. De producentenprijsindex was vanaf het begin van 2019 vrij stabiel en kwam uit op 112 punten in december. De aardappelprijs af boerderij bereikte een topniveau van 212 punten in juni 2019. Sindsdien is deze prijs sterk gedaald naar 113 punten in oktober en uitgekomen op 118 punten in december.
Prijsontwikkeling
In december is de consumentenprijsindex uitgekomen op 134 punten, wat 4% hoger is dan in december 2018. Vanaf het begin van het seizoen 2018/2019 vertoont de consumentenprijs een opwaartse lijn. Begin 2019 zijn de prijzen, ondanks de btw-verhoging van 6% naar 9%, iets gezakt, maar vervolgens opgelopen naar 152 punten in juli, het hoogste niveau van het afgelopen seizoen. Juli vormt de overgang naar het nieuwe seizoen 2019/2020. Dit wordt gekenmerkt door areaaluitbreiding in Noordwest-Europa en minder droge groeiomstandigheden met een ruimer aanbod aan aardappelen en prijsdruk op de aardappelmarkt.
De aardappelprijs af boerderij was in oktober 32% lager dan een jaar eerder: 118 in 2019 tegen 174 in 2018 (2015=100). In juni lag de aardappelprijs op 212 punten, het hoogste niveau voor seizoen 2018/2019. De oogst van 2018 was zeer klein en van mindere kwaliteit. Het aanbod van 2019 is overigens minder ruim dan aanvankelijk gedacht door de late hittegolf van eind augustus. Die maakte dat gewassen eerder op hun retour raakten, wat de nagroei belemmerde. De natte weersomstandigheden in de daarop volgende maanden belemmerden een vlotte oogst. Bij sommige partijen kan dit kwaliteitsproblemen geven gedurende de opslag in de bewaarplaats. Een klein deel van de consumptieaardappelen (circa 1.340 ha) kon uiteindelijk niet worden geoogst. Beide zaken temperen de aanvankelijk verwachtte oogstomvang. In combinatie met de aanhoudende goede vraag zijn de aardappelprijzen de laatste twee maanden gestegen en in december 4% hoger dan in oktober.
De producentenprijsindex (PPI) kwam in december 2019 uit op 112 punten (2015=100), een wat lager niveau dan de periode ervoor. In het begin van 2019 stegen de producentenprijzen tot 115 punten in februari. Vanaf april is de producentenprijs een fractie lager dan in februari en stabiliseerde deze op 114 punten. Vanaf juni daalde de producentenprijsindex naar 111 punten in oktober en is die sindsdien stabiel. De verwerkende industrie verwerkte over de periode juli-oktober meer aardappelen dan in dezelfde periode het jaar daarvoor. Niet eerder zijn in de eerste vier maanden van het seizoen zoveel aardappelen verwerkt. Verwerkers kopen via contracten in, waardoor ze relatief stabiele verkoopprijzen kunnen hanteren.
Keten
Tafelaardappelen, koelverse en diepgevroren aardappelproducten zijn te koop in speciaalzaken en de supermarkt. Tafelaardappelen worden door de aardappelcoöperatie of private handel bij telers ingekocht, gesorteerd en verpakt en via distributiecentra aan supermarkten en winkels geleverd. Soms leveren telers of handelaren ook rechtstreeks aan winkels. Het leeuwendeel van de Nederlandse consumptieaardappelen wordt verwerkt tot frites, chips en koelverse producten. De aardappelverwerkende industrie verwerkt jaarlijks meer dan 4 miljoen ton aardappelen en koopt het grootste deel van de benodigde aardappelen rechtstreeks in bij de teler, veelal op contract. Naast supermarkten worden aardappelproducten verkocht in (fastfood)restaurants en snackbars.
Toelichting op drie niveaus
Nederlandse consumenten kopen jaarlijks circa 375.000 ton tafelaardappelen, circa 80% via de supermarkt. Voor koelverse producten is het aandeel bij supermarkten 95%. Het aantal bedrijven dat verse aardappelen voor de tafelaardappelmarkt bewerkt (sorteert, wast, verpakt) neemt af en ligt op een kleine 80 (NAO, 2015). De 5 à 8 grotere verpakkingsbedrijven hebben een belangrijk deel van de binnenlandse handel in handen; ze beleveren de Nederlandse supermarkten voor 80 tot 90%, al dan niet via een serviceprovider. Een klein deel van de binnenlandse tafelaardappelbehoefte bestaat uit import die vooral plaatsvindt in het vroege voorjaar als de binnenlandse voorraden opraken of kwalitatief minder worden. Deze geïmporteerde vroege tafelaardappelen komen uit zuidelijke lidstaten zoals Spanje, Portugal, Italië en Malta. De meeste van de verpakkingsbedrijven exporteren aardappelen, veelal via een exporteur. Die export bedraagt 400.000 ton, waarvan de helft een bestemming heeft buiten de EU.
Binnen de verwerkende industrie (niet-tafelaardappelen) zijn er vier grotere bedrijven die 85% van het volume verwerken. Ze opereren mondiaal en hebben meerdere productielocaties in binnen- en buitenland. Van de 4 miljoen ton aardappelen die de industrie verwerkt, komt twee derde van Nederlandse bodem en wordt een derde geïmporteerd. Ongeveer 85% van de aardappelproducten wordt diepgevroren geëxporteerd, circa 80% binnen Europa en 20% naar derde landen (Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie, VAVI). De voortdurende groei van de export naar onder andere Azië maakt dat bedrijven hun capaciteit uitbreiden.
Het aantal akkerbouwbedrijven dat consumptieaardappelen teelt, varieert tussen de 6.500 en 7.000. Mede vanwege de noodzakelijke vruchtwisseling verbouwen de aardappeltelers ook andere gewassen. Zij produceren jaarlijks gemiddeld 3,9 miljoen ton consumptieaardappelen. Consumptieaardappelen worden gepoot in het voorjaar en geoogst in de periode augustus-oktober. Aardappelen worden direct na de oogst afgeleverd of op de boerderij in bewaarplaatsen bewaard en op afroep geleverd. Aardappelen kunnen afhankelijk van ras en kwaliteit tot aan juni-juli bewaard worden, maar bewaren leidt tot gewichts- en soms kwaliteitsverlies.
Prijsvorming
De consumentenprijs volgt de prijsontwikkeling in de aardappelmarkt, maar de relatieve uitslagen zijn kleiner dan bij de prijzen af boerderij. Dit komt mede omdat de consumentenprijs is samengesteld uit zowel verse aardappelen (tafelaardappelen) als verwerkte aardappelen. Om een belangrijk deel van hun grondstofvoorziening zeker te stellen, bieden verwerkers en handelaren voorafgaand aan het teeltseizoen contracten aan. Ongeveer 75-80% van de aardappelen die de verwerkende industrie verwerkt, wordt vooraf gecontracteerd. Er bestaat een grote variatie aan contractvormen. Omdat verwerkers aardappelen op contract inkopen, kunnen ze relatief stabiele verkoopprijzen hanteren. Producentenprijzen zijn daardoor aanzienlijk minder volatiel dan de af-boerderijprijzen. De marges van de verpakkings- en exportbedrijven staan in jaren met hoge aardappelprijzen onder druk; in jaren met lage prijzen kan Nederland de concurrentie op de buitenlandse markten beter aan. Aardappeltelers verkopen hun product op contractbasis of via de vrije markt. Op de vrije markt worden de prijzen bepaald door vraag en aanbod in de belangrijkste aardappellanden in Noordwest-Europa: Nederland, Frankrijk, Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk en Polen.
Bron: agrimatie.nl