De Nederlandse Akkerbouwvakbond (NAV) en haar leden zijn zeer bezorgd over de effecten veroorzaakt door het zeer natte en late voorjaar 2024. Als gevolg van de weersomstandigheden is het zaai- en pootseizoen dermate vertraagd dat er nu eind van de maand mei nog een significante oppervlakte in alle delen van het land uitgevoerd moet zijn.
Op zich zijn akkerbouwers gewend dat ze weersafhankelijk zijn. Binnen het normale bedrijfsrisico kunnen akkerbouwers daarmee ‘dealen’. Maar een bijkomend effect sinds de invoering van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en de nitraatrichtlijn vanuit het 7e Actieprogramma Nitraat zijn de harde data voor uitvoering van essentiële maatregelen. Deze ‘kalenderlandbouw’ blijkt al vanaf het eerste moment praktisch onuitvoerbaar, immers de natuur laat zich niet sturen, aldus de NAV.
Harde datums
Ook de Europese Commissie heeft in haar evaluatie laten weten dat sturen op harde datums een verkeerd instrument is. Langs deze weg vraagt de NAV om per direct een tweetal maatregelen af te kondigen.
Inzaai groenbemester op braakland
1. Voor de inzaai van een groenbemester op braakland was aanvankelijk de eis dat er per 31 mei sprake moest zijn van 80 procent grondbedekking om in aanmerking te komen voor goedkeuring binnen de regels van het GLB. Op het verzoek van de NAV is deze termijn vanwege de genoemde weersomstandigheden opgeschoven naar 15 juni. Nu blijkt dat als gevolg van het doorgezette natte weer ook deze datum onhaalbaar is. Middels deze brief verzoekt de NAV de datum van 15 juni te hanteren als uiterste inzaaidatum.
1-oktober regeling
2.Vanuit de nitraatwetgeving geldt voor de teelt van consumptieaardappelen op löss- en zandgrond een verplichting om voor 1 oktober van het jaar het gewas te oogsten en een zogenaamd vanggewas in te zaaien. De sanctie bij niet voldoen aan deze eis is een korting op de bemestingsnorm in het volgende teeltjaar. Echter door de late pootdata, evenals in 2023, is nu al te voorzien dat de gewassen niet volgroeid en afgerijpt zullen zijn. Derhalve is deze harde datum uit oogpunt van goede landbouwpraktijk niet te verdedigen. De NAV vraagt om deze maatregel dan ook per direct uit de genoemde nitraatwetgeving te schrappen.
Bron: NAV