In het Natura 2000-gebied Springendal & Dal van de Mosbeek hebben zes boeren deel genomen aan een project dat gericht was op het verkennen van mogelijkheden voor agrarische bedrijven om bij te dragen aan natuurdoelen. Tegelijkertijd stond een financieel gezonde bedrijfsvoering behouden centraal.
Het resultaat? Voorgestelde extensivering in een gebied met dure, schaarse grond leidde tot sterke inkomstenderving of forse investeringen, waardoor dit financieel niet haalbaar was voor de meeste bedrijven. Technische innovaties, hoewel veelbelovend, worden vaak belemmerd door onzekerheid en een gebrek aan borging. Daarnaast lijken managementmaatregelen slechts beperkte impact te hebben in vergelijking met de inspanning die het vergt. Het proces liet de complexe uitdaging van deze agrarische ondernemers zien, maar toonde ook de veerkracht van familiebedrijven zien en hun voortdurende zoektocht naar creatieve oplossingen.
Een inkijk in de motivatie van agrariërs
Tijdens het project spraken de agrariërs openhartig over de sociaaleconomische gevolgen van het Natura 2000-beleid. Stress, frustratie en neerslachtigheid kleurden hun ervaringen, verweven met langdurige onzekerheid en een gebrek aan perspectief. Het beleid had niet alleen invloed op individuen maar ook op de voortgang van processen in het gebied. In de gesprekken deelden boeren hun zorgen over mentale en fysieke gezondheid, evenals empathie voor collega-boeren in een vergelijkbare situatie.
Emotionele verbondenheid met het gebied en de wens om het stokje over te dragen aan volgende generaties drijven hun bereidheid tot alternatief ondernemen. Dit dient wel te gebeuren met oog voor haalbaarheid. Er was tevredenheid met hun huidige bedrijf en terughoudendheid tegen ingrijpende veranderingen. Toch overwogen ze emissiereductiemaatregelen en namen ze deel aan projecten om te blijven ontwikkelen en kansen te benutten.
Projectactiviteiten
Gedurende het project hebben boeren deelgenomen aan diverse themabijeenkomsten en excursies, waar ze kennis hebben opgedaan. Daarnaast hebben ze op eigen bedrijf (veld)maatregelen uitgevoerd. Ze zijn aan de slag gegaan met het fijn maken van natuurmaaisel compost, minder of anders bemesten en het toepassen van grasklaver. Parallel hieraan zijn in samenwerking met kennispartijen diverse emissiereducerende maatregelen doorgerekend voor de verschillende bedrijven. Deze activiteiten hebben geleid tot waardevolle inzichten.
De zoektocht naar oplossingen
In reactie op deze uitdagingen zijn enkele belangrijke suggesties geformuleerd. Agrariërs benadrukken de noodzaak om de kosten en baten van extensivering helder in kaart te brengen. Dit dient plaats te vinden in combinatie met zorgvuldige kostenanalyses en rendabele vergoedingen voor natuurbeheer. Daarnaast zijn er voorstellen voor binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) aangedragen.
Het belang van langjarige samenwerking tussen onder andere terreinbeherende organisaties en agrariërs wordt onderstreept als een belangrijke pijler voor duurzame landbouwpraktijken. Agrariërs roepen op tot inclusie van sociaaleconomische aspecten in de gebiedsdoelstellingen. Hierbij dienen zowel de economische als sociale impact van beleidsmaatregelen worden meegewogen.
Het is van cruciaal belang dat voorgestelde oplossingen zowel op papier als in de praktijk werken. Praktische uitvoerbaarheid moet een integraal onderdeel zijn van de voorgestelde maatregelen. Boeren benadrukken het belang om het proces de tijd te geven, waarbij realistische tijdslijnen worden gehanteerd om duurzame veranderingen mogelijk te maken. Het is een complexe puzzel waarbij het ook om de mensen achter de boerderijen gaat en de verbondenheid met hun gebied.
De resultaten van dit onderzoek lagen bij de boeren vaak in overeenstemming met hun verwachtingen. Echter, deze uitkomsten hebben bij diverse andere gebieds- en overheidspartijen de ogen verder geopend. Er heerste vaak de veronderstelling dat boeren veel keuzevrijheid hebben en met bepaalde aanpassingen makkelijk kunnen bijdragen aan natuurbehoud én financieel goed kunnen draaien.
Nu is op basis van berekeningen door kennispartijen aan het licht gekomen dat dit momenteel voor de meeste bedrijven niet eenvoudig te realiseren is. Het is een oproep naar gebieds- en overheidspartijen om mee te denken, te begrijpen en samen op zoek te gaan naar oplossingen voor de complexe puzzel.