In 2021 is de belasting van het oppervlaktewater door stikstof- en fosforverbindingen met 2,3 procent respectievelijk twee procent gedaald ten opzichte van 2020. Dit komt vooral doordat de uit- en afspoeling van landbouw- en natuurgronden daalde. Voor stikstof speelt de atmosferische depositie ook een belangrijke rol. Omdat een aantal bronnen waaronder atmosferische depositie niet opnieuw berekend zijn en zijn door-gekopieerd uit 2020 is de getoonde trend niet volledig.
Lozingen vanuit puntbronnen aanzienlijk gesaneerd
Door bronmaatregelen in de industrie is bij zowel fosfor als stikstof al een aanzienlijke afname van de belasting bereikt. Bovendien wordt op de rioolwaterzuiveringsinstallaties steeds meer gedefosfateerd en gedenitrificeerd, dit zijn end-of-pipe maatregelen. Dit leidt tot een extra vermindering van de uiteindelijke belasting van het oppervlaktewater.
Uit- en afspoeling nutriënten in oppervlaktewater belangrijkste bron
Voor de nutriënten stikstof en fosfor is de uit- en afspoeling van landbouw- en natuurbodems de belangrijkste bron. Daarbij worden landbouw en natuur nu apart berekend. In 2021 was 26 procent van de uit- en afspoeling van stikstof afkomstig van natuurgronden. Voor fosfor was dat 28 procent.
De trend laat zien dat de uit- en afspoeling, naast de mestgift aan de bodem, ook afhangt van de variatie in de jaarlijkse neerslag en de waterafvoeren vanaf de percelen. Ten opzichte van 2020 daalde de uit- en afspoeling van zowel stikstof- als fosforverbindingen in 2021 dan ook met circa 3,5 procent.
Erfafspoeling, mee-mesten sloten en glastuinbouw
Binnen de landbouw wordt een inschatting gemaakt van de bron erfafspoeling en van de mest die onbedoeld bij het uitrijden in sloten terecht komt, het zogeheten mee-mesten van sloten. Erfafspoeling betreft de hoeveelheden nutriënten die vanuit opslag van kuilvoer op het erf van veeteeltbedrijven met hemelwater afspoelen naar omliggende oppervlaktewateren. Een andere kleine bron is ook de rechtstreekse emissie naar oppervlaktewater vanuit de glastuinbouw.
De totale bijdrage aan de belasting van het oppervlaktewater van deze drie bronnen in 2021 is 2,5 procent voor fosfor en 3,6 procent voor stikstof.
Belasting van oppervlaktewater door watervogels
Voor deze bron zijn de cijfers voor 2020 door-gekopieerd naar 2021.
De externe stikstof- en fosforbelasting door uitwerpselen van watervogels in kolonies en op slaapplaatsen is landelijke een kleine bron maar kan lokaal een grote bijdrage hebben. Het gaat dan alleen om de uitwerpselen van vogels die in een ander gebied dan hun kolonie of slaapplaats hun voedsel zoeken. In 2021 bedroeg deze belasting 61 ton fosfor en 170 ton stikstof, gelijk aan 5 procent respectievelijk 1,3 procent van de totale belasting door de doelgroep Natuur.
Atmosferische depositie van stikstof
Voor deze bron zijn de cijfers voor 2020 door-gekopieerd naar 2021.
De atmosferische depositie van stikstof draagt circa 17 procent bij aan de totale belasting van het oppervlaktewater met stikstofverbindingen. Via atmosferische depositie belanden stikstofverontreinigingen uit de lucht op het oppervlaktewater als directe depositie.
Voor stikstof zijn de achterliggende bronnen van deze luchtverontreiniging met name de landbouw, het verkeer en de industrie, uit zowel Nederland als uit het buitenland. In deze indicator is de depositie op de Noordzee niet meegerekend. Overigens geldt dit ook voor de andere indicatoren, die de belasting van het oppervlaktewater beschrijven.
Beleid
In het kader van internationale afspraken moeten de emissies van fosfor en stikstof sterk worden verminderd. Voor de puntbronnen is al veel bereikt. Het beleid is nu veelal gericht op het terugdringen van de belasting vanuit de landbouw. Een van de maatregelen is het verder aanscherpen van de gebruiksnormen voor dierlijke mest. Op deze manier mag er minder stikstof en fosfaat uit dierlijke mest op de bodem gebracht mag worden.