Bedrijven in de landbouwsector en banken die contact hebben met boeren, noemen natuurinclusieve landbouw nauwelijks als gewenste ontwikkelrichting. Veel vaker leggen ze de nadruk op hoogproductieve en innovatieve landbouw, of op behoud van het bestaande. Dat is de belangrijkste conclusie uit een onderzoek van Wageningen University & Research.
Om dit te veranderen is bij deze partijen meer kennis over natuurinclusieve landbouw nodig. En de overheid zou een duidelijker perspectief kunnen schetsen over de toekomst van de landbouw, en de rol van de hele sector daarin.
Natuurinclusieve landbouw
Meer natuurinclusieve landbouw is met het oog op biodiversiteitsherstel een belangrijke ambitie van de overheid. Daarvoor is het nodig dat een grote groep boeren stappen in die richting zet. Maar de keuzes die boeren bij hun bedrijfsontwikkeling maken, hangen niet alleen van overheidsbeleid af. Ook andere schakels in de landbouwsector waar zij mee te maken hebben, zoals hun afnemers en leveranciers (zgn. ‘ketenpartijen’), hebben invloed. Datzelfde geldt voor banken. Daarom hebben onderzoekers van Wageningen Environmental Research en Wageningen Economic Research geanalyseerd hoe deze partijen de boeren aanspreken. Welke boodschap brengen zij over via nieuwsbrieven, brochures en flyers? En komt die boodschap overeen met de door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gewenste beweging naar natuurinclusieve landbouw?
Zes verhaallijnen
“We hebben diverse communicatie-uitingen onder de loep genomen,” zegt Judith Westerink, onderzoeker bij Wageningen Environmental Research. “Zoals een nieuwsbrief van een zuivelverwerker, of folder van een bedrijf dat gewasbeschermingsmiddelen maakt.” Om de uitkomsten zo min mogelijk te beïnvloeden, waren dit allemaal bestaande uitingen. Ze zijn bijvoorbeeld tijdens landbouwbeurzen uitgedeeld. Het onderzoeksteam heeft geanalyseerd hoe de verschillende ketenpartijen en banken naar boeren communiceren, zowel in woord als in beeld. “In een brochure vertelt een foto van een egaal veld Engels raaigras een heel ander verhaal dan een foto van kruidenrijk grasland,” legt Westerink uit.
De onderzoekers keken specifiek naar wat deze partijen beschouwen als goede landbouw, belangrijke waarden, toekomstperspectieven voor de landbouw, een gepaste rol van de overheid, en kenmerken van natuurinclusieve landbouw. De resultaten zijn tot zes verhaallijnen te clusteren: Hoogproductief en innovatief, Maatschappijbewust, Kringlooplandbouw en circulaire economie, Behoudend, Biodiversiteit en Klimaat.
Hoogproductief, innovatief en behoudend
De verhaallijnen Hoogproductief & innovatief en Behoudend komen het meest voor, maar hebben de minste aansluiting op natuurinclusieve landbouw. De verhaallijn Biodiversiteit sluit het meest aan bij natuurinclusieve landbouw. Westerink: “We zagen ook dat ketenpartijen en banken zelden maar één verhaallijn gebruiken. Meestal gebruiken ze een combinatie, en ze passen hun communicatie aan op een specifieke doelgroep.”
Dat ketenpartijen en banken in hun communicatie naar boeren natuurinclusieve landbouw nauwelijks noemen, kan ermee te maken hebben dat andere ontwikkelingsrichtingen beter aansluiten bij hun verdienmodel. Een andere verklaring is een gebrek aan kennis over natuurinclusieve landbouw.
Aanbevelingen voor bedrijven, banken en overheid
Eén van de aanbevelingen die de onderzoekers aan ketenpartijen en banken doen, is om zich meer in natuurinclusieve landbouw te verdiepen. Westerink: “En een advies aan de overheid is bijvoorbeeld om een duidelijker perspectief te schetsen over de toekomst van de landbouw, en de rol van de hele keten daarin. De overheid kan de verhaallijnen ook gebruiken om te bepalen met welke partijen en banken samenwerking zinvol is bij het bevorderen van natuurinclusieve landbouw.”
Bron: WUR