De bouw en agrarische sector staan voor de uitdaging om de uitstoot van CO₂ en stikstof omlaag te brengen. Het gebruik van bouwmaterialen op basis van vezelgewassen als vlas en hennep kan een belangrijke bijdrage leveren aan deze uitdagingen en verbindt beide sectoren bij hun doel om meer circulair te worden. Tussen theorie en praktijk is echter nog een groot gat te overbruggen.
Vezelgewassen telen voor de bouw
De transitie naar een circulaire economie zorgt voor hernieuwde aandacht voor kansrijke toepassingen van vezelgewassen in de bouw. Het toepassen van vlas en hennep is als middel tot verduurzaming van de economie veelbelovend, omdat op die wijze CO₂ wordt opgevangen en opgeslagen in bouwmaterialen waar het gebruik van traditionele bouwmaterialen juist schadelijke uitstoot veroorzaakt.
En toch staan de ontwikkelingen pas in de kinderschoenen. De markt kent de nodige uitdagingen. Verschillende actoren zijn zoekende naar hun rol, telers worstelen nog met hun verdienmodel, bouwers kopen nog steeds overwegend in op basis van prijs en gewoonte, en de bouwactiviteit valt terug als gevolg van de lastige marktomstandigheden.
Dit rapport verkent welke uitgangspunten belangrijk zijn bij opschaling van vezelgewassen ten behoeve van toepassingen in de bouw. Dit gebeurt op basis van gesprekken met ervaringsdeskundigen in de sectoren en een enquête onder bouwers.
Verduurzaming landbouw en bouw
Vlas en hennep zijn ontegenzeggelijk milieuvriendelijke teelten, om meerdere redenen. Zo hebben de gewassen het vermogen om de bodem te herstellen en langdurig CO₂ op te slaan. Daarmee draagt de teelt bij aan een duurzame landbouw. In de bouw wordt tegelijkertijd gezocht naar materialen met een lage milieubelasting, om binnen het CO₂-budget te blijven. Bouwmaterialen op basis van vezelgewassen zijn ten aanzien van duurzaamheid een aantrekkelijke optie ter vervanging van materialen die op het milieu drukken.
Concurrerend saldo voor akkerbouw
Voor akkerbouwers is het essentieel dat het saldo uit de teelt van vlas of hennep voldoende en voorspelbaar is. Een zo breed mogelijke afzet, die verder gaat dan alleen het gebruik voor in bouw- en isolatiemateriaal, is daarvoor de basis. Daarbovenop zal op termijn beloning voor langjarige vastlegging van CO₂ onderdeel moeten worden om de inkomsten voor de akkerbouwer op een concurrerend niveau te krijgen.
Voorspelbaarheid van inkomsten zal ook bijdragen aan de gewenste areaaluitbreiding om aan de vraag te kunnen voldoen. Daarbij zal, door de verwachte druk op de schaarse landbouwgrond vanwege toenemende vraag naar voedsel en maatregelen rondom stikstof, biodiversiteit en klimaat ook buiten Nederland gekeken moeten worden als het gaat om de teelt van vlas en hennep. Dit om de continue stroom van grondstoffen voor de Nederlandse productie van biobased bouw- en isolatiemateriaal vanuit een brede, zekere basis te betrekken.
Gerichte aandacht voor kansrijke vezelgewassen
De huidige strategie om tot opschaling te komen richt zich voornamelijk op het opzetten van nieuwe regionale, korte ketens. Deze benadering heeft een aantal voordelen: veel betrokkenen doen ervaring op met de teelt en verwerking van vezelgewassen en het aantal transportbewegingen in de regionale ketens wordt beperkt.
Om de kansen op levensvatbare ketens te verhogen is het verstandig om vooral in te zetten op de meest kansrijke gewassen, bestaande marktstructuren beter te benutten en genoeg aandacht te hebben voor de capaciteit in de verwerkende industrie. Het opbouwen van nieuwe oogst- en verwerkingslijnen die hoogwaardige producten van vezelgewassen maken is kostbaar, terwijl de bouw juist vraagt om beproefde en gecertificeerde producten. Bestaande producenten van bouwmaterialen van vlas en hennep geven aan nog wel mogelijkheden te zien voor opschaling zonder daarvoor onnodig grote investeringen te hoeven doen. Om de continuïteit te waarborgen moet beter nagedacht worden over levensvatbare verwerkingslijnen als de teelt eenmaal opgeschaald is.
Aantoonbare kwaliteit cruciaal
De bouw heeft vooral behoefte aan beproefde producten van aantoonbare kwaliteit, die een volwaardig alternatief zijn voor de huidige, breed toegepaste bouw- en isolatiematerialen, zoals isolatiematten en -platen. Een grote groep bouwers heeft twijfels over de eigenschappen van bouwmaterialen van vlas en hennep, zoals de levensduur en de brandveiligheid. Bouwers die wel ervaring hebben met het gebruik van deze materialen oordelen over deze aspecten een stuk positiever.
Certificering is de meest logische manier om de massa te overtuigen. Momenteel zijn nog weinig biobased producten opgenomen in de Nationale Milieudatabase, terwijl opname hierin belangrijk is voor grootschalige adoptie. Certificering gaat gepaard met grote investeringen in tests, die zeker voor kleinere bedrijven een grote kostenpost vormen. In het licht van deze investeringsdrempel en de gevraagde aantoonbare kwaliteit vanuit de bouw is het verstandig om in te zetten op een beperkt aantal beproefde en gecertificeerde producten in plaats van een gefragmenteerde productie van materialen waarvan de kwaliteit niet gegarandeerd is.
Bron: ABN AMRO