Na een lange tijd van droogte is er op sommige plekken in Nederland weer veel regen gevallen. De regen viel echter zeer plaatselijk. Eurofins Agro ziet dit seizoen veel variatie in de hoeveelheid direct-beschikbare nutriënten, ook binnen bepaalde regio’s.
Waar sommige percelen nog getart worden door de droogte, is op andere percelen door een overmaat aan regen een deel van de nutriënten uitgespoeld. Ook percelen die het hele groeiseizoen zijn beregend laten veel verschillen zien in de beschikbaarheid aan nutriënten.
Droogte – Siësta – Regen – Uitspoeling
Ondanks het warme voorjaar is op veel percelen de mineralisatie dit seizoen langzaam op gang gekomen. Het bodemleven heeft voldoende vocht nodig om organische stof en organische meststoffen om te zetten in plantbeschikbare nutriënten. Zonder vocht houdt het bodemleven een siësta! Wanneer na een periode van droogte beregend wordt of regen valt, kan een mineralisatieflux ontstaan. Het bodemleven wordt dan aangewakkerd waardoor in korte tijd veel stikstof en andere nutriënten vrij komen. Deze nutriënten kunnen vervolgens weer uitspoelen. Nutriënten die erg gevoelig zijn voor uitspoeling zijn bijvoorbeeld stikstof en zwavel maar ook de kalium die niet gebonden is, en een reeks aan sporenelementen. Op percelen waar niet beregend kan worden en weinig regen is gevallen, is de mineralisatie volledig ingestort. Het gevolg is dat in beide situaties na zo’n periode het de vraag is hoeveel nutriënten beschikbaar zijn.
Verloop in stikstof en zwavel
In figuur 1 is het landelijk gemiddelde verloop van de afgelopen weken van minerale stikstof en zwavel te zien (zand- en kleigronden). Met name de stikstofvoorraad op zandgronden is sinds de regen, door uitspoeling, weer afgenomen. Zwavel zit op zand gemiddeld genomen laag. Op kleigronden is te zien dat de hoeveelheid zwavel afgelopen week ook is afgenomen. Deze trends geven echter geen beeld op regionaal en perceelsniveau.
Figuur 1: Gemiddelde verloop van de direct-beschikbare stikstof en zwavel in Nederland van de afgelopen weken.
In figuur 2 is het percentage monsters te zien per stikstofklasse die de afgelopen week zijn bemonsterd. Hieruit blijkt dat er veel variatie is en ook vrij veel percelen aan de lage kant zitten. Ruim één op de zeven percelen heeft een stikstofvoorraad lager dan 60 kg/ha. Laat daarom het bijmestonderzoek uitvoeren om te weten wat de situatie op uw perceel is en of bijsturen nodig is.
Figuur 2: Relatief aantal monsters per stikstofklasse die zijn bemonsterd in week 25.
Snel grondonderzoek met Bodemcheck
BodemCheck is een snel grondonderzoek waarmee de hoeveelheid direct beschikbare nutriënten, de pH én de EC worden geanalyseerd. Met BijmestMonitor wordt naast het grondmonster een gewasmonster genomen om daarbij óók rekening te houden met de opgenomen nutriënten in het gewas. Beide pakketten geven een advies dat rekening houdt met nalevering vanuit de bodem en wordt in tweevoud weergegeven; een 4 weken-advies en een advies tot het einde van de teelt. Lees hier verder over de uitbreidingen van het bijmestonderzoek dit seizoen.
Bron: Eurofins Agro