Dewulf presenteert met trots de tweede generatie van haar 4-rijige klembandrooier: de ZKIV(SE). De vernieuwde ZKIV heeft onder meer uitgebreide reinigingsuitvoeringen, een nieuwe elevator met hydraulisch verlengstuk en de mogelijkheid om nu ook op smalle rijafstanden, op minder dan 40 centimeter, te rooien.
Tien jaar na de release van de eerste generatie, heeft Dewulf op basis van feedback van worteltelers en uitgebreid onderzoek een eigentijdse upgrade van de ZKIV ontwikkeld. Met de zelfrijder speelt de machinebouwer in op nieuwe marktbehoeftes en -noden, waarbij met name de reinigingscapaciteit hoog op de agenda staat. De nieuwe features verbindt Dewulf met beproefde recepten zoals stabiliteit in het veld, een robuuste en uiterst wendbare machine, kwaliteitsvol rooien, en een hoge verwerkingscapaciteit. Kortom, de constructeur ontwierp een nog veelzijdigere wortelrooier dan zijn voorganger.
Nieuwe messenset
Samen met de geüpgradede ZKIV lanceert Dewulf een vernieuwde messenset. Zo is het beste uit het verleden bijeengebracht: capaciteit en tempo hoeven zo niet langer afgewogen te zijn tegenover productvriendelijkheid. De nieuwe messenset combineert namelijk een hoge snelheid met het hoogst mogelijke respect voor het (eind)product, en dat door het volledige oogstproces heen. Daarnaast is de set zelf een stuk minder slijtagegevoelig, aangezien de messen vanaf heden gemaakt zijn uit een nieuw soort, slijtvast materiaal. Bovendien zijn de messen van de messenset nu ook omkeerbaar, waardoor de levensduur verlengd is.
Uitgebreide reinigingsmogelijkheden
Dewulf kan vanaf heden drie reinigingsuitvoeringen aanbieden, om op basis van de klantenwensen en lokale noden het product netjes in kisten of een trailer te brengen. Om een maximale reinigingscapaciteit te garanderen, kan gekozen zijn voor een Flexstar-module: een stermodule in combinatie met een zeefband. Is er op een bepaald moment minder reiniging nodig, dan kan er snel en efficiënt geswitcht zijn van de stermodule naar het zeefbandje, met de gekende egelband. Telers die minder reiniging wensen, kunnen kiezen voor de variant met een lange zeefband en een egelband. Wie geen extra productreiniging verlangt, kan kiezen voor de uitvoering waarbij de wortelen direct via de elevator afgevoerd zijn. Daarnaast houden de poetsers van de riemen, achteraan de machine, in hun nieuwe hoedanigheid de rooiriemen altijd schoon en vrij van loof.
Brede elevator met hydraulisch verlengbaar uiteinde
Onafhankelijk van de voorafgaande reiniging belandt het gerooide product in een vernieuwde,
anderhalve meter brede elevator. Die zorgt ervoor dat de benodigde capaciteit kan gehandhaafd
zijn aan een minimale snelheid. Optioneel kan het uiteinde van de elevator hydraulisch verlengd
zijn, om zo nog secuurder te kunnen lossen diep in kippers of eenvoudiger van links naar rechts
– en vice versa – te switchen tussen rijen kisten. De elevator is daarnaast ook uitgerust met actieve
zijwanden, waardoor de wortelen niet tegen de zijwanden schuren en zo eventuele schade
vermeden kan zijn. Het rooiproces is zo productvriendelijker dan ooit tevoren.
Sensoren voor riemdetectie
De wortelrooier is uitgerust met een nieuw sensorsysteem voor de riemdetectie. Vanaf het moment
dat er een van de riemen zou afvallen, wordt de spancilinder naar het einde geduwd, ongeacht de
plaats op het element waar dat gebeurt. Wat volgt is een automatisch signaal dat tegelijkertijd de
chauffeur waarschuwt en het plukelement stillegt.
Eigentijdse cabine
De ZKIV, voortgestuwd door een Scania 6-cylinder-motor (450pk), is voorzien van een aantal
moderne snufjes in de X11 Claas-cabine. Vanuit die cabine – waarbij de high-end versie onder meer
met een leren, draaibare bestuurderszetel en actieve ventilatie kan uitgerust worden – heeft de
chauffeur een uitstekend zicht op de rooiwerkzaamheden. Met behulp van de ergonomische N-Joystick zijn de gebruiksvriendelijke knoppen letterlijk en figuurlijk binnen handbereik. Bovendien
is de software voor het touchscreen display in huis ontwikkeld, waardoor de machine met behulp
van een herkenbare user interface en bedienterminal uiterst eenvoudig aangestuurd kan zijn.
Bron: Dewulf