Minister Adema krijgt geen verontrustende signalen dat er dit jaar in Nederland een grote verschuiving plaatsvindt van de teelt van pootaardappelen naar de teelt van aardappelen voor de verwerkende industrie. De NEPG daarentegen maakt zich zorgen over de pootgoedproductie dit jaar en vreest dat pootgoedtelers overstappen op de teelt van aardappelen voor de verwerkende industrie.
De North-western European Potato Growers, NEPG, meldde in eerdere berichtgeving dat de strengere regelgeving voor gewasbeschermingsmiddelen mogelijk een reden is voor akkerbouwers om minder pootgoed te gaan telen. Bij Minister Adema is geen informatie bekend dat de Europese regelgeving voor gewasbeschermingsmiddelen in de genoemde zes landen in Noordwest-Europa dermate strenger is voor pootgoedaardappelen dan voor fritesaardappelen en zetmeelaardappelen dat akkerbouwers daardoor andere contracten af zouden willen sluiten.
Nederlandse pootgoedsector
De internationale positie van de Nederlandse pootgoedsector is niet afhankelijk van één oogstjaar. De verwachting vanuit de NAK is dat het areaal voor de pootgoedteelt in Nederland dit jaar ten opzichte van vorig jaar drie tot vijf procent daalt. Pootgoedtelers dienen uiterlijk 30 mei aangifte te doen bij de NA . Na de sluitingsdatum publiceert de NAK op de website hoeveel hectare er per ras en klasse is aangegeven en dan is duidelijk wat het areaal pootgoedteelt is. Fluctuaties in vraag en aanbod binnen deze sector in zowel Nederland als daarbuiten zal effect hebben op de prijs waardoor het op termijn mogelijk weer aantrekkelijker is om een andere aardappel te telen, aldus landbouwminster Adema.
Teelt van pootaardappelen stimuleren
Adema ziet dan tot nu toe ook geen noodzaak om de pootaardappelteelt te stimuleren. Dit omdat het areaal pootaardappelen naar verwachting slechts licht daalt dit jaar ten opzichte van vorig jaar. Daarnaast zullen fluctuaties in vraag en aanbod ook in de toekomst zijn gevolgen hebben op de prijs van aardappelen en daarmee op het teeltplan.
Bron: RVO