Plantwegval van bieten kan bij aanwezigheid van bodemplagen nooit volledig voorkomen zijn. Wel kunnen een aantal maatregelen genomen zijn bij de zaai om schade te beperken. De combinatie van een vast zaaibed, niet te diep zaaien, een wat hogere temperatuur net na zaai gecombineerd met de toepassing van Force en/of granulaten heeft een positieve invloed op het aantal planten wat na zaai blijft staan.
Hieronder heeft het IRS deze punten nader toegelicht:
Vast zaaibed
In een vast zaaibed veroorzaken bodeminsecten minder schade. Over het algemeen geldt dat bodeminsecten zich beter kunnen voortbewegen wanneer het zaaibed los is. Hierdoor kunnen ze sneller van plant naar plant gaan en zo in kortere tijd meer schade aanrichten. Bij de bereiding van het zaaibed kan het helpen om het zaaibed in twee keer klaar te leggen, of licht aan te rollen als er veel bodeminsecten zijn verwacht.
Ook met de (aandruk)rol op de zaaibedcombinatie of rotorkopeg kan het zaaibed extra aangedrukt worden. Let hierbij wel op dat het zaaibed ook weer niet te vast komt te liggen, omdat dit kan leiden tot andere problemen.
Zaaidiepte en temperatuur
Bij diepe zaai, dieper dan twee centimeter, en lagere temperaturen zijn bieten langer kwetsbaar. Wanneer bieten dieper dan twee centimeter zijn gezaaid, zijn de planten langer onderweg naar de oppervlakte.
Ook bij koude omstandigheden verloopt de opkomst na zaai traag. Hoe sneller de bieten boven staan, hoe korter de planten kwetsbaar zijn voor wegval door vraat. Wordt vraatschade verwacht, dan is het raadzaam om zaai van de bieten een aantal dagen uit te stellen bij koud weer, als er warmer weer op komst is, aldus het IRS.
Force of granulaten
Zijn er bodeminsecten verwacht, dan is het advies om zaad met toevoeging van Force (tefluthrin) te zaaien. Dit geeft bescherming tegen vraat aan de wortels. De bescherming is echter niet volledig en daarom is het ook bij toepassen van pillenzaad met Force belangrijk om bovengenoemde maatregelen te nemen. Daarnaast veroorzaakt (te) diep zaaien niet alleen een tragere opkomst, de werking van Force is ook minder doordat het alleen bescherming biedt rondom het zaadje. Bij hoge druk van bodeminsecten is de werking van Force ook onvoldoende.
Granulaat Vydate 10G is niet standaard geadviseerd voor de beheersing van bodeminsecten, alleen voor de beheersing van een aantal aaltjes. Het heeft echter ook een werking tegen bodeminsecten. Indien Vydate 10G op lichte grond wordt ingezet tegen aaltjes, is het niet nodig aanvullend Force toe te passen, tenzij ritnaalden of emelten zijn verwacht. Voor een goede werking van Vydate 10G is het belangrijk dat de grond voldoende vochtig is.
Indien op het perceel een hoge druk van ritnaalden wordt verwacht, kan het granulaat Belem toegediend zijn in de zaaivoor gecombineerd met pillenzaad met Force.
Meer informatie
Plantwegval door bodemplagen kan veroorzaakt zijn door een aantal insecten. Welke insecten dit zijn en wanneer deze verwacht kunnen worden op het perceel staat beschreven in de teelthandleiding, het bodemplagenschema en het artikel ‘Beheersing van bodeminsecten vergt een geïntegreerde aanpak’. De werking van Force, Vydate 10G en Belem op de verschillende bodemplagen staat beschreven in het gewasbeschermingsbulletin.
Bron: IRS