Een lagere aardappelproductie in de NEPG-zone en een goed doorlopende afzet heeft tot nu toe geleid tot redelijk goede vrije prijzen voor de telers. Extra risico’s voor de productie van aardappelen en hogere contractprijzen hebben gevolgen voor de hele aardappelsector, van pootgoed- en consumptietelers tot detailhandel en consumenten.
Lagere productie in EU-4
Uit de definitieve areaal- en opbrengstcijfers komt een ingeschatte productie van 21,6 miljoen ton. In vergelijking met vorig seizoen weliswaar een areaal dat 2,9 procent groter was, maar de gemiddelde opbrengst per hectare lag zeven procent lager. De totale oogst ligt daardoor 1,3 miljoen ton lager dan vorig jaar.
Groeiende vraag
De afzet blijft ondanks de inflatie goed doorlopen. De verwerkende industrie in heel Noord-West Europa draait op volle capaciteit en uitbreidingen en modernisering van de productielijnen doen de honger naar grondstof bij de verwerkers binnen de EU-4 alleen maar toenemen. Niet alleen voor het lopende seizoen, maar ook voor het seizoen 2023/2024. Verwerkers hebben in 2023-2024 minstens 500.000 ton meer nodig.
De groeiende vraag heeft inmiddels geleid tot historisch hoge contractprijzen, die over de gehele linie met 30 tot 45 procent zijn gestegen. De hogere contracten moeten de hogere kosten dekken waarmee de telers zijn geconfronteerd om daarmee de teelt van fritesaardappelen voor de industrie aantrekkelijk te houden.
Verschuivingen in de sector
De verhoogde contractprijzen zijn mogelijk wel aanleiding voor verschuivingen in de totale aardappelsector. Met een areaal dat tegen grenzen aanloopt, het nieuwe GLB en goede alternatieven van andere minder risicovolle gewassen, bestaat de kans dat telers van pootgoed, zetmeel- of tafelaardappelen deels kunnen overschakelen naar de markt voor fritesaardappelen.
Risico’s groter
Vanuit alle NEPG-deelnemers wordt het aandachtspunt van de risico’s voor de telers veelvuldig benoemd. De risico’s zijn meervoudig en nemen toe in vergelijking met 10 of 20 jaar geleden. In de eerste plaats hebben ondernemers bijvoorbeeld te maken met risico’s die samengaan met klimaatverandering en alle regelgeving daaromheen zoals waterbeheer, mineralenmanagement en gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast heeft de sector ook te maken met geopolitieke ontwikkelingen en volksgezondheid. Ondernemers moeten met deze ‘nieuwe’ risico’s zien te handelen. En daarmee wordt risicomanagement voor telers steeds belangrijker. Overmacht wordt immers niet altijd genoemd of opgenomen in contracten.
Bron: VTA